In de herfst van 2020 schreef ik een stukje over de administratieve en bureaucratische valkuilen van de meerjarenbegroting en de bijhorende transversale zorg. In dit nieuwe financieringsmodel wordt het systeem van de budgetsilo's verlaten en worden meerdere zorgverleners voor een specifiek patiëntentraject met een geïntegreerd budget vergoed ipv met afzonderlijke budgetten per participerende zorgverlener.

Op zich een zeer mooi concept, maar reeds vorig jaar schreef ik dat met dit systeem "we dreigen te verzanden in een kluwen van vergaderingen en commissies zonder duidelijk zicht op doelmatigheid van zorg én bijhorende besteding van middelen".

Bovendien wordt gans dit systeem gefinancierd met de groeinorm van 2,5% bovenop de index, middelen die we dus niet aan de talrijke behoeften in de medische honoraria konden besteden, zoals opwaardering van de consultatie.

Enter 2022.

Er werden zeven transversale werkgroepen weerhouden, en een ervan handelt over de multidisciplinaire aanpak van de post-covidpatiënt. Het moet gezegd, de voorbereidende documenten en de werkgroep zelf overtroffen onze stoutste verwachtingen. Een kluwen van overlegmogelijkheden wordt gecreëerd met als kers op de taart de mogelijkheid om een zorgcoördinator en/of een casemanager voor de post-covidpatiënt aan te stellen. Van het bijhorende beslissingsdiagram wordt een mens duizelig. En de gedachte dat dit mee uit de koker komt van enkele gewaardeerde collega's stemt ons triest.

Dit kan toch niet the way to go zijn? De insteek moet toch zijn om mensen met ernstige, persisterende en invaliderende post-covidklachten gericht, evidence-based én multidisciplinair te helpen. Toch niet om een generiek en onduidelijk zorgtraject uit te rollen dat niet eens duidelijke en welomschreven criteria voor de diagnose van een post-covidpatiënt bevat?

Een interne discussie op een bestuursvergadering van het ASGB hierover was duidelijk en unisono: dit is niet de basis voor goede geneeskunde, wel voor een zorgkluwen waar een kat haar jongen niet in terugvindt.

Transversale zorg: ja. Meerjarenbegrotingen: ja. Multidisciplinariteit: ja.

Maar niet op deze manier. Niet het gebruiken van de schaarse middelen - nota bene weggehaald uit het budget van de medische honoraria - om pover uitgewerkte zorgtrajecten te financieren waarbij diagnostische criteria onduidelijk zijn en de administratieve en andere overlast voor de arts overduidelijk zijn.

Als we patiënten met ernstige post-covidklachten goed willen helpen beginnen we best met scherp te definiëren wat de diagnostische criteria zijn en met gericht te kijken welke mazen in het zorgnet zitten waartussen deze patiënten kunnen vallen. Niet met snel-snel een administratieve draak uit rollen.

We nemen zeer graag deel aan het overlegmodel, echter niet aan het overlegDmodel.

In de herfst van 2020 schreef ik een stukje over de administratieve en bureaucratische valkuilen van de meerjarenbegroting en de bijhorende transversale zorg. In dit nieuwe financieringsmodel wordt het systeem van de budgetsilo's verlaten en worden meerdere zorgverleners voor een specifiek patiëntentraject met een geïntegreerd budget vergoed ipv met afzonderlijke budgetten per participerende zorgverlener.Op zich een zeer mooi concept, maar reeds vorig jaar schreef ik dat met dit systeem "we dreigen te verzanden in een kluwen van vergaderingen en commissies zonder duidelijk zicht op doelmatigheid van zorg én bijhorende besteding van middelen". Bovendien wordt gans dit systeem gefinancierd met de groeinorm van 2,5% bovenop de index, middelen die we dus niet aan de talrijke behoeften in de medische honoraria konden besteden, zoals opwaardering van de consultatie.Enter 2022.Er werden zeven transversale werkgroepen weerhouden, en een ervan handelt over de multidisciplinaire aanpak van de post-covidpatiënt. Het moet gezegd, de voorbereidende documenten en de werkgroep zelf overtroffen onze stoutste verwachtingen. Een kluwen van overlegmogelijkheden wordt gecreëerd met als kers op de taart de mogelijkheid om een zorgcoördinator en/of een casemanager voor de post-covidpatiënt aan te stellen. Van het bijhorende beslissingsdiagram wordt een mens duizelig. En de gedachte dat dit mee uit de koker komt van enkele gewaardeerde collega's stemt ons triest.Dit kan toch niet the way to go zijn? De insteek moet toch zijn om mensen met ernstige, persisterende en invaliderende post-covidklachten gericht, evidence-based én multidisciplinair te helpen. Toch niet om een generiek en onduidelijk zorgtraject uit te rollen dat niet eens duidelijke en welomschreven criteria voor de diagnose van een post-covidpatiënt bevat? Een interne discussie op een bestuursvergadering van het ASGB hierover was duidelijk en unisono: dit is niet de basis voor goede geneeskunde, wel voor een zorgkluwen waar een kat haar jongen niet in terugvindt.Transversale zorg: ja. Meerjarenbegrotingen: ja. Multidisciplinariteit: ja. Maar niet op deze manier. Niet het gebruiken van de schaarse middelen - nota bene weggehaald uit het budget van de medische honoraria - om pover uitgewerkte zorgtrajecten te financieren waarbij diagnostische criteria onduidelijk zijn en de administratieve en andere overlast voor de arts overduidelijk zijn. Als we patiënten met ernstige post-covidklachten goed willen helpen beginnen we best met scherp te definiëren wat de diagnostische criteria zijn en met gericht te kijken welke mazen in het zorgnet zitten waartussen deze patiënten kunnen vallen. Niet met snel-snel een administratieve draak uit rollen. We nemen zeer graag deel aan het overlegmodel, echter niet aan het overlegDmodel.