...

Op die manier probeert Volksgezondheid te remediëren aan een fiscaal probleem dat in augustus 2017 de media haalde. De Bijzondere Belastinginspectie (BBI) claimde 118 miljoen van het Ziekenhuis Oost-Limburg omdat bij uitbetaling aan de maatschap de individuele bedragen per arts niet vermeld werden. Zoals in Vlaanderen al jaren gebruikelijk is, bevatten de fiscale fiches enkel de erelonen van de associatie (de 'maatschap') waarvoor ze werken. Volgens de BBI hindert dat de belastingcontroles. Na het ZOL kregen nog andere ziekenhuizen de belastinginspectie op bezoek.De nota stelt nu vanaf inkomstenjaar 2017 een 'structurele' oplossing voor. De administraties van Financiën, Volksgezondheid en het Riziv staken daartoe de hoofden bij elkaar. Benadrukt wordt dat een maatschap als dusdanig niet belastingplichtig is. En dus is elke maat/vennoot in theorie individueel verplicht zijn aandeel in het resultaat en de onverdeelde winst of baten van de maatschappij kenbaar te maken in zijn fiscale aangifte. In de praktijk is het voor het ziekenhuis echter moeilijk om een correcte individuele fiche op te stellen. Men heeft immers onvoldoende zicht op de werkelijke aandelen van de individuele artsen-vennoten/maten binnen een maatschap.Toch gaat de nota ervan uit dat het ziekenhuis in de regel 'fiches per maat' moet opmaken. De maatschap moet het ziekenhuis de nodige info verstrekken over de gehanteerde verdeling. De som van de aandelen dient uiteraard overeen te stemmen met de som van de honoraria die het ziekenhuis na de afdrachten overmaakte. "Het aandeel per maat op de individuele fiche is dus een brutobedrag (na afdrachten)." Vervolgens kan de 'maat' in zijn fiscale aangifte eventuele beroepskosten aftrekken.Beschikt het ziekenhuis over onvoldoende gegevens, dan baseert het zich op Riziv- en ziekenfondsgegevens. De fiche bevat dan het verschuldigd geachte bedrag per arts van de globale som die het ziekenhuis overmaakt aan de maatschap. Niet de werkelijke stortingen door de maatschap aan elke individuele arts zijn dan de basis. Wel moet het totaal aan bedragen overeenstemmen met het bedrag van de honoraria dat het ziekenhuis als beroepskost boekt.