...

Met hun masterproef over dat thema zijn ze genomineerd voor de 'Prijs van de Jonge Huisarts powered by Artsenkrant'. We treffen beide huisartsen in De Koolaerd in Gistel, de groepspraktijk waar dokter Ramboer sinds oktober aan het werk is. Collega - en vriendin - Ellen Van Hoecke is in januari gestart in een groepspraktijk in Wielsbeke. Kankerscreening speelt een steeds grotere rol in de strijd tegen kanker, dat staat vast. "Het is evenwel niet allemaal rozengeur en maneschijn", zegt dr. Ramboer. "Zoals bij elke medische interventie zijn er voor- en nadelen, of gezondheidswinsten en -risico's verbonden aan kankerscreening. Overdiagnose is een van die nadelen." Via een systematisch literatuuronderzoek poogde ze samen met dokter Van Hoecke de kennis en attitude van patiënten ten opzichte van het begrip overdiagnose bij kankerscreeningsonderzoeken in kaart te brengen. Ter voorbereiding van hun masterproef verdiepten beide jonge artsen zich in het boek Overdiagnosed van dokter H. Gilbert Welch. "Tijdens de opleiding tot basisarts werd het begrip overdiagnose een aantal keer vermeld, maar toch waren we ons niet erg bewust van de inhoud en de gevolgen ervan. Het lezen van dit boek was een ware eye-opener. De ervaring vanuit de praktijk leert dat zowel patiënt als arts zich weinig bewust zijn van de gevolgen van overdiagnose. Dit boek heeft onze kijk op kankerscreeningstesten veranderd en ons getriggerd om het gegeven 'overdiagnose bij kankerscreening' verder uit te diepen vanuit het standpunt van de patiënt." Bij copromotor Veerle Piessens loopt overigens ook een doctoraatsstudie over hetzelfde thema, maar dan vanuit artsenperspectief. "Kankerscreening wordt meestal positief voorgesteld", gaat dr. Van Hoecke verder. "'Screening is een goede zaak, zo zijn we er snel bij en kan er snel behandeld worden': dat is zowat de teneur. Het concept overdiagnose past niet echt in dat plaatje. Toen ik collega's vertelde waar mijn masterproef over ging, werd dat vaak opgevat als een pleidooi tegen kankerscreening, terwijl dat zeker niet de insteek is", benadrukt ze. "Punt is dat de nadelen van kankerscreening niet voldoende aandacht krijgen, patiënten worden er niet altijd op gewezen", haakt dr. Ramboer in. "Het is een grijze zone en vaak krijgen patiënten die zeggen 'sorry, voor mij hoeft het niet' scheve blikken toegeworpen." Ellen Van Hoecke: "Overdiagnose is dan ook een abstract begrip. Je kan wel inschatten hoeveel van de via screening opgespoorde kankers overgediagnosticeerd zijn. Maar tegen een individuele patiënt kan je nooit zeggen: 'uw borstkanker of darmkanker is een overdiagnose geweest.' Dat maakt het zo moeilijk: je kan het niet individueel bekijken, het is een concept op populatieniveau. Veel mensen nemen het zekere voor het onzekere, wat uiteraard begrijpelijk is." De communicatie over kankerscreening focust bovendien uitsluitend op de voordelen. Dokter Van Hoecke: "Ook als artsen voelen wij een bepaalde druk in die zin. Wij krijgen bijvoorbeeld brieven met de boodschap dat een bepaalde patiënt niet heeft deelgenomen aan het kankeronderzoek, met de vraag om hem of haar te motiveren tot deelname. Terwijl er eigenlijk een gesprek op gang moet komen met de patiënt over wat kankerscreening inhoudt, wat de voor- en nadelen zijn, zodat de patiënt een geïnformeerde keuze kan maken." Beide artsen beseffen dat het een gevoelig onderwerp is. "Maar wij houden zeker geen pleidooi tegen kankerscreening, verre van. Wel beogen we een genuanceerdere visie erop, met correcte en volledige informatieverstrekking naar de patiënt", herhaalt dokter Ramboer. In de praktijk staan er evenwel praktische beslommeringen in de weg. "Neem nu prostaatkanker. Als huisartsen krijgen wij de boodschap om erg voorzichtig te zijn met de bepaling van de PSA-waarde, omdat dat eigenlijk geen goede screeningstest is. Je moet je patiënt daar de nodige onderbouwde uitleg bij geven, dat spreekt voor zich. Maar dan ben je al gauw vertrokken voor een half uur." Ellen Van Hoecke: "Iedereen kent ze wel, de patiënten die je over de vloer krijgt voor een jaarlijkse bloedcontrole, met de vraag om op 'alles' te testen, ook kanker dus. Als huisarts moet je dan het hele pad bewandelen van genuanceerde informatie verstrekken om samen met de patiënt tot een geïnformeerde toestemming te komen. Vaak ervaar je dan weerstand, alsof we tegen kankerscreening zijn, maar, nogmaals, dat is niet de bedoeling. Ik heb het al een paar keer geprobeerd, maar het is verre van evident. Mensen schrikken vaak als je over eventuele nadelen begint. En ze vinden het moeilijk om dan zelf te beslissen. Zeker voor patiënten die niet medisch geschoold zijn, is dat erg complexe materie. We merken dat het zelfs onder artsen al niet evident is." "De beste manier van screening is nog altijd preventie", stelt dokter Ramboer tot slot. "Op dat vlak is er zeker nog veel werk aan de winkel - alleen al qua tijdsbesteding en verloning voor huisartsen. Misschien komen er binnen de New Deal meer mogelijkheden daarvoor."