...

Of het nu in België of in het buitenland is, banken promoten digitale betalingen, met soms een uitgesproken minachting voor contante betalingen. Febelfin, de Belgische beroepsfederatie van de banksector, voerde vorig jaar een financieel argument aan: de kostprijs van contant geld. Die zou 129 euro per jaar en per persoon bedragen, volgens Rodolphe de Pierpont, woordvoerder van Febelfin in februari 2019. Dat is behoorlijk veel, maar het zou zowel het drukken van bankbiljetten als het slaan van munten omvatten, alsook de transportkosten en de belasting op geldautomaten. Die automaten kosten ongeveer 1.000 euro per maand, wat neerkomt op ongeveer 100 miljoen euro per jaar voor het hele land. De verklaring volgde op de aankondiging door bpost van een maatregel die tot grote verontwaardiging leidde, zelfs in die mate dat de instelling dezelfde dag een stap terugzette. bpost wilde klanten met een b.compact-rekening 50 cent aanrekenen als ze geld opnemen, zelfs in het bpost-netwerk. "Dit is een schending van het 'gentlement's agreement' dat in 2004 met de banksector werd gesloten", zo reageerde de minister van Economische Zaken onmiddellijk. Dat akkoord voorziet in gratis opname van geld, althans in grote mate. Afgezien van dit incident wilde de woordvoerder van Febelfin 'geruststellend' zijn over munten en bankbiljetten: "Het doel is helemaal niet om te evolueren naar een cashloze maatschappij. Maar het is waar dat er steeds meer digitale oplossingen zijn die de functie van cash heel goed vervullen. Elektronische betalingen in winkels zijn vrijwel veralgemeend; de situatie is vandaag heel anders dan 20 of 30 jaar geleden, maar het cash geld zal zeker nooit verdwijnen."Amper drie maanden later lanceerde dezelfde Febelfin een oproep ten gunste van digitale betalingen: 11 mei 2019 werd Digitale Betaaldag, met de slogan 'Betaal digitaal. 't Is het nieuwe normaal'. Het doel is tweeledig: individuen aanmoedigen om zich vertrouwd te maken met dit type betaling, als dat nog niet het geval was, maar ook - en waarschijnlijk vooral - om druk uit te oefenen op handelaren.Verscheidene argumenten spelen hierbij een rol. Ten eerste blijkt uit een enquête dat terwijl 63% van de betalingen in ons land nog steeds contant gebeurt, maar ook dat liefst 89% van de Belgen de voorkeur geeft aan een digitale betalingsoplossing. Een vreemde paradox? Nee, er is een verklaring. "Contant betalen gebeurt heel vaak omdat betalen met de bankkaart of met een smartphone in vele handelszaken onmogelijk blijft." Dat is een waarschuwing aan het adres van onwillige handelaars: "Deze situatie leidt tot ongenoegen: 11,4% van de Belgen heeft bijvoorbeeld al een winkel verlaten die geen digitale betalingen wilde accepteren." Een verwittigd handelaar ... We kunnen de banken er niet van beschuldigen schaamteloos hun wil op te leggen. Ze willen liever overtuigen, zonder te hard te pushen. Eind vorig jaar waren er nog 7.469 geldautomaten, een daling van amper 15% in vergelijking met het maximum van 2015. En dit jaar zou er zelfs een toename zijn. Maar toen kwam er een virus uit China dat een onverwachte bondgenoot bleek te zijn. Met de uitbraak van de coronavirusepidemie begin dit jaar, die tot lockdowns en tal van maatregelen inzake hygiëne leidde, kwam de evolutie in een stroomversnelling terecht. Niemand wilde besmet worden door munten en bankbiljetten die van hand tot hand gaan. Een fabeltje? Neen. Een studie die in 2007 werd uitgevoerd door de Universiteit van Genève, analyseerde biljetten die opzettelijk besmet waren met het griepvirus. Dat virus blijkt gemakkelijk 24 en zelfs 48 uur aan het geld vast te zitten, soms zelfs 72 uur, zo bleek uit het onderzoek. Consumenten maken er een gewoonte van om contant geld op te geven en handelaren moedigen hen daar toe aan. De toegestane limieten voor contactloos betalen verhogen en de beroepsorganisatie verklaart op 15 mei: "Febelfin vraagt alle klanten om zoveel mogelijk digitaal te blijven betalen (met kaart en smartphone). Digitale betalingen - en zeker contactloze betalingen - zijn de meest hygiënische en veilige manier van betalen." In juli waren deze contactloze betalingen goed voor 36% van het totaal, tegen 16% in februari. Digitale betaalmiddelen nemen ook nieuwe vormen aan. Naast smartphone-apps zijn er de wearables: horloge, ring, sleutelhanger, armband ... Tegelijkertijd daalt het gebruik van cash. Het opnemen van contant geld aan geldautomaten was al met een derde gedaald: 30 miljard euro in 2019, tegenover 45 in 2015 (van 14,5 miljard in 1995). Het daalde opnieuw sterk tijdens de lockdown: eind maart was het nog maar een derde van het niveau van begin februari, maar toen steeg het aandeel aanzienlijk. Is het jaar 2020 door de pandemie het jaar van het einde van contant geld? Er is hoe langer hoe meer sprake van. Het persbericht dat in juni werd gepubliceerd, naar aanleiding van de belangrijke bankovereenkomst tussen Belfius en Proximus, bevestigde: "Met een basisaanbod dat volledig cashloos zal zijn, steunen Proximus en Belfius de evolutie naar een maatschappij zonder cash, waarvan het belang tijdens de covid-19-crisis duidelijk is aangetoond."Maar het is wel ondenkbaar dat België als enige land de stap zet. Waar staan de andere Europese landen? De situatie is heel divers, van de Duitsers en Oostenrijkers die erg gesteld zijn op contant geld, en de Zweden en Noren die cash bijna hebben opgegeven. In 2016 heeft de ECB een onderzoek uitgevoerd naar 'fysiek geld' in de portefeuille. De Duitsers en Luxemburgers stonden op de eerste plaats met ruim 100 euro, gevolgd door de Oostenrijkers met 89 euro. De Fransen hadden doorgaans maar 32 euro op zak, maar vermoedelijk wel cheques. Zullen Berlijn, Luxemburg en Wenen zich daarom verzetten tegen de cashloze samenleving waarvan sommigen beweren dat die onvermijdelijk is? Het spectrum laat niet iedereen onverschillig. Meer contant geld betekent bijvoorbeeld dat je geen controle meer hebt over je patrimonium in het geval van een confisquerende staat. En kunnen we ons de ramp voorstellen bij een cyberaanval? Tal van commentatoren lieten de afgelopen maanden van zich horen. Volgende maand stemt het Zweedse parlement een wet die banken verplicht om ook contant geld aan te bieden, omdat alles wat digitaal is de sociale ongelijkheden vergroot. Zweden, kampioen van digitale betalingen, zet dus een stap terug. Kort gezegd: het lijdt weinig twijfel dat de hoeveelheid contant geld zal blijven afnemen, maar het is niet zeker dat het zo snel zal verdwijnen als sommigen zeggen of willen.