...

Een aantal OTC-bedrijven is bij de Raad van State een procedure opgestart om een schorsing te bekomen van de voorschriftplicht voor antitussiva en expectorantia met codeïne of een van zijn derivaten."Alleen zijn wij eigenlijk in snelheid genomen", zegt Karl Verlinden, managing director van Qualiphar, dat ook naar de Raad van State is getrokken. "Wij zijn de procedure tot schorsing opgestart toen ons nog beloofd was dat er nog een overlegronde kwam. Die is er echter niet gekomen, de wijziging is gewoon vastgelegd en gepubliceerd. We moeten nu met onze advocaten kijken hoe het verder moet."Een procedure van schorsing voor de Raad van State is immers meestal een werk van lange adem die gemakkelijk maanden (soms jaren) kan duren. Het principe van woord en wederwoord is immers standaard. De deadline voor de indiening van de aangepaste vergunning voor het in handel brengen (VHB) is al op 1 april 2012 vastgelegd. Het is nu al zeker dat de procedure tot schorsing van het besluit voor die datum zeker niet behandeld zal worden. Tussen de indiening van het dossier en de toepassing van de nieuwe regelgeving ligt een termijn van 6 maanden en 44 dagen. Dat betekent dat tegen februari 2013 alle geneesmiddelen die codeïne of een van zijn derivaten (ethylmorfine, dihydrocodeïne en thebacon) bevatten, voorschriftplichtig zijn. Ook deze voor volwassenen. Désirée De Poot