...

De Orde stelt vast dat de oriëntatienota de zorg voor chronische patiënten op drie pijlers stoelt. De eerste is patient empowerment - de patiënt ondergaat niet lijdzaam de zorg maar neemt die zelf in handen en beslist in overleg met zijn zorgverleners op grond van de informatie die hij krijgt.GMD en case managerDe tweede pijler is het gedeeld multidisciplinair dossier, dat vertrekt vanuit het GMD maar dat verder gevoed wordt vanuit de digitale dossiers van de verschillende hulpverleners - medisch of anderszins. De huisarts beheert dit dossier, maar iedereen betrokken bij de zorg voor een patiënt kan het in principe consulteren. Dat is als de patiënt zijn toestemming geeft om die informatie met hem te delen.De derde pijler is een case manager - niet voor iedere patiënt maar voor echt complexe gevallen of voor wie niet meer autonoom kan beslissen. De case manager coördineert de medische en niet-medische zorg, onverminderd de rol van de huisarts .Medisch geheim vrijwarenDe Orde is het ermee eens dat kwaliteit in de geneeskunde vandaag nog alleen maar mogelijk is door teamwork. De leden van het team moeten informatie delen, en daarbij zijn informatica en software onmisbare instrumenten geworden. Maar de patiënt moet kunnen vertrouwen op de mensen op wie hij een beroep doet, en dat zal hij maar doen als hij weet dat gegevens over zijn gezondheid naar buiten toe geheim blijven en niet zomaar ingekeken kunnen worden. Anders komt de toegang tot de gezondheidszorg in gedrang. "Het medisch geheim mag geen belemmering zijn voor een samenwerking en voor het gebruik van technologieën die voordeel opleveren voor de patiënt. Het moet worden toegepast in het belang van de patiënt." Dat is het uitgangspunt voor de Orde.Waken over de uitwerkingDe principes van de oriëntatienota vormen nog maar een concept, stelt de Orde. De overheid zal verder grondig moeten nadenken over hoe ze de kwalitatieve zorg voor het toenemend aantal chronische patiënten gestalte moet geven. En daarbij zullen nog tal van princiepskwesties en fundamentele vragen rijzen. Wanneer zowel medische als niet-medische hulpverleners toegang krijgen tot hetzelfde dossier, zullen daarvoor bijvoorbeeld zeer nauwkeurige regels nodig zijn.De Orde zal erop toezien dat bij de uitwerking van deze concepten tot effectieve maatregelen niet geraakt wordt aan het medisch geheim en de persoonlijke levenssfeer.