Alleen vrouwen met een verhoogd risico op borstcarcinoom komen in aanmerking voor screeningonderzoek vóór de leeftijd van 50 jaar. Zo stelt het KCE in een nieuw rapport, waarin het aanbevelingen doet om de screening op een gestandaardiseerde manier te laten verlopen.
...
Alleen vrouwen met een verhoogd risico op borstcarcinoom komen in aanmerking voor screeningonderzoek vóór de leeftijd van 50 jaar. Zo stelt het KCE in een nieuw rapport, waarin het aanbevelingen doet om de screening op een gestandaardiseerde manier te laten verlopen.Vijftien procent van de vrouwen tussen 35 en 39 jaar, en 37% procent in de leeftijdsgroep van 40 tot 49 jaar ondergaat in België een diagnostische mammografie. Dat stelt het KCE vast op grond van cijfers van het Intermutualische Agentschap. Maar uit deze IMA-cijfers kan de precieze indicatie niet worden afgeleid. Gaat het om vrouwen met een verhoogd risico, met klinische symptomen, of gaat het om opportunistische screening?Vals alarmHet KCE schat dat 80 à 90 % van de aangerekende diagnostische mammografieën eigenlijk (opportunistische) screening betreffen. Uit de IMA-cijfers leidt het KCE verder af dat deze mammografieën in 85% van de gevallen gecombineerd worden met een echografie, nog op dezelfde dag. Vooral in Wallonnië en Brussel wordt echografie gebruikt in screening, besluit het KCE.Echografie spoort weinig extra borstkankers op maar zorgt wel vaak voor 'vals alarm', stelt het KCE. Dat leidt tot onnodige ongerustheid en overbodige onderzoeken zoals borstpuncties en biopsieën als gevolg. In België ligt het aantal puncties en biopsieën in verhouding tot de bevolking opvallend hoog.Vrouwen kunnen aan de hand van een bevraging van de familiale voorgeschiedenis worden ingedeeld in drie risicogroepen, met een gemiddeld, verhoogd of sterk verhoogd risico. Vrouwen met een gemiddeld risico moeten gescreend worden binnen het bestaande programma, dat is een tweejaarlijkse screening tussen de leeftijd van 50 en 69 jaar.Verhoogd risico?Naargelang het aantal gevallen van borstkanker bij eerste- of tweedegraadsverwanten en de leeftijd waarop deze aandoening werd gediagnosticeerd, kan een verhoogd of sterk verhoogd risico worden vastgesteld. Daarnaast is er ook bij vrouwen met zeer dens borstweefsel een verhoogd risico aanwezig.Bij vrouwen die op jonge leeftijd radiotherapie ondergingen (met mantelveld) is er een sterk verhoogd risico aanwezig, evenals bij vrouwen bij wie ductale of lobulaire atypische hyperplasie is aangetroffen. Ook de aanwezigheid van sommige andere oncologische aandoeningen bij verwanten wijst op een sterk verhoogd risico.Factoren als dens borstweelsel, obesitas, alcoholgebruik, vroege menarche, nullipariteit, hormonale substitutietherapie, hormonale contraceptie en andere exogene hormonen rechtvaardigen geen screening buiten het bevolkingsonderzoek. Ze spelen wel een rol bij het bepalen van het individueel risico wanneer er sprake is van een verhoogd of sterk verhoogd risico.Aangepaste screeningVrouwen met een verhoogd risico worden een jaarlijkse mammografie aangeboden vanaf de leeftijd van 40 jaar. Vanaf de leeftijd van 50 jaar kunnen ze deelnemen aan de tweejaarlijkse borstkankerscreening.Bij vrouwen met een sterk verhoogd risico is in sommige gevallen (duur) genetische onderzoek vereist. Het opstellen van een opvolgingsplan vraagt bijzondere expertise en uitgebreide counseling, aldus het KCE. Mammografische screening wordt aangeboden vanaf de leeftijd van 30 jaar, of vroeger wanneer de patiënte over vijf jaar de leeftijd van het jongste, met borstkanker gediagnosticeerde verwante familielid bereikt. Opsporing moet gebeuren aan de hand van een screeningmammografie met lezing door twee onafhankelijke 'lezers'. 'Computer aided detection' is geen valabel alternatief. Digitale mammografie zou een meerwaarde kunnen hebben bij jonge vrouwen en vrouwen met dens borstweefsel.Patiënt goed informerenMRI heeft een hoge gevoeligheid en een goede positief voorspellende waarde (39-58%) bij vrouwen met een hoog risico. Dat komt dan ook van pas om in deze groep de blootstelling aan straling door mammografieën te beperken. Echografie speelt geen rol in het bevolkingsonderzoek. Het kan wel helpen om bijvoorbeeld het screeninginterval verder te verkorten, bij vrouwen met een sterk verhoogd risico.Het KCE onderstreept dat vrouwen die deelnemen aan screening, goed moeten worden geïnformeerd over de mogelijkheid van valspositieve resultaten, de blijvende risico's van een intervalcarcinoom, en de werkelijk benefits van screening.