Het Icho zoekt het komende jaar nog een 300-tal praktijkopleiders. De behoefte aan opleidingsplaatsen voor huisartsen piekt in 2018, maar blijft naar verwachting hoog in de jaren nadien - wie besluit een haio in zijn praktijk te nemen, moet niet bang zijn dat hij vervolgens weer zonder valt.
...
Het Icho voorziet dat er in 2018 zo'n 1.050 opleidingsplaatsen nodig zijn. Dit jaar zijn er zo'n 600 opleidingsplaatsen, volgend jaar komen er een kleine 100 bij. Er is dus nog een weg te gaan.Het probleem kent u: in 2018 starten twee 'cohorten' van geneeskundestudenten met hun beroepsopleiding. De laatste generatie van studenten die een basisopleiding van zeven jaar hebben gevolgd, en de eerste generatie die het basiscurriculum in zes jaar heeft kunnen afwerken. Om huisarts te worden, zal men evenwel negen jaar opleiding blijven volgen, want de beroepsopleiding duurt vanaf dan drie jaar in plaats van twee.Guy Gielis, directeur van het Icho, benadrukt dat er ook na 2018 werk aan de winkel blijft. In 2019 zullen er tussen de 950 en 1.000 plaatsen nodig zijn, en dat aantal blijft behoorlijk stabiel in de jaren nadien (zie grafiek).Er zullen veranderingen zijn voor de stages. Haio's zullen de opleiding in de huisartsenpraktijk moeten onderbreken voor een ziekenhuisstage van zes maanden. Dat wil zeggen dat ze twee keer stages in de huisartsenpraktijk zullen doorlopen: één keer voor 12 maanden, en één keer voor 18 maanden. Dat brengt mee dat er om de zes maanden instapmomenten zullen zijn voor haio's in de huisartsenpraktijk. Dat vertelde Gielis tijdens de opleidersdag van het ICHO op 19 januari jl.Volgens hem is de ziekenhuisstage eigenlijk een belangrijke kans die de huisartsenwereld moet grijpen om een beter tweerichtingsverkeer tussen ziekenhuizen en huisartsenpraktijken uit te bouwen. Toch een belangrijke opgave in de o zo gewenste uitbouw van een geïntegreerde zorg. De haio's kunnen een schakelfunctie bewerkstelligen.Gielis stelt de praktijkopleiders gerust dat ze zich geen zorgen moeten maken over de kwaliteit van de basisartsen die aan hun opleiding beginnen. Ook na een opleiding van zes jaar moeten ze aan de vooropgestelde begintermen voldoen - en onder meer al zelfstandig een consult kunnen voeren. Op het eind van het zesde jaar zullen kandidaat-haio's aan een interuniversitaire bekwaamheidsproef moeten deelnemen, die toetst in hoeverre ze de begintermen halen. Zijn er meer kandidaten dan plaatsen, dan komen alleen de best gerangschikten in aanmerking.Ook de proef aan het einde van het eerste jaar beroepsopleiding zal trouwens meer belang krijgen. Wie ongeschikt is om huisarts te worden, kan dan nog uit de race vallen. Er komen tijdens de beroepsopleiding meer formatieve toetsen met feedback.Guy Gielis schetste de nabije toekomst van de huisartsenopleiding. Die moet coherenter en transparanter worden, meer gericht op de leerbehoefte van de haio, en met een grotere diversiteit van leervormen. Het belang van de 'academische' component neemt in de loop van de opleiding sterk af en het gewicht van de praktijkcomponent neemt toe. Het werk voor de masterproef neemt in het tweede en derde jaar toe. In het eerste jaar moeten haio's de volledige dinsdagen praktijkvrij houden voor lesactiviteiten en studie.Er komt ook meer aandacht voor een gevarieerder vormingsaanbod voor praktijkopleiders, en voor een meer systematische communicatie tussen praktijkopleiders en stagecoördinatoren.De vroegere contactavonden, een vorm van speeddating, worden dit jaar niet meer georganiseerd. De praktijkopleider ziet kandidaat-haio's in de eigen praktijk na een voorbereiding van deze selectie-/sollicitatiegesprekken via online profielen en voorkeuren.