...

De CM publiceert op zijn website vandaag een lijst van de Vlaamse ziekenhuizen met het aantal prestaties voor slokdarmchirurgie, aangerekend in 2012. De cijfers zijn niet volledig, maar uitgaande van een marktaandeel tussen 45 en 70% in Vlaanderen (uitgezonderd Brussel), kan men gerust besluiten dat maar twee ziekenhuizen in Vlaanderen meer dan 20 ingrepen per jaar uitvoeren - dat stelt de CM in een persmededeling.De CM verwijst naar het KCE-rapport over maag- en slokdarmkanker dat onlangs verscheen: in ziekenhuizen die meer dan 20 ingrepen per jaar uitvoeren, ligt de overlevingskans veel hoger. Wie het KCE-rapport erop naleest, weet overigens dat die grens tamelijk arbitrair is.'Eerst analyseren'De twee ziekenhuizen die boven de grens liggen, zijn de universitaire ziekenhuizen van Leuven en Gent. Dr. Guy Huben, chirurg van het universitair ziekenhuis in Antwerpen, reageerde in De Ochtend nogal verontwaardigd. "Als je met een groot ziekenhuis net onder de norm ligt, wilt dat nog niet zeggen dat je daarom slechter presteert", stelt hij. Hij onderstreept dat het UZA wat overleving, morbiditeit en sterfte tijdens de ingreep zeker op het niveau zit dat in de literatuur wordt vooropgezet.Hij krijgt in hetzelfde programma bijval van niemand minder dan dr. Philippe Nafteux van het UZ Leuven. De slokdarmchirurg uit Leuven, die aan het KCE-rapport meewerkte (zie AK2317), bevestigt dat kleinere centra vaak ook goed scoren. "Globaal genomen presteren de ziekenhuizen in België beter dan in onze buurlanden."Dat centra waar meer operaties worden verricht betere cijfers kunnen voorleggen wat betreft de pre-operatieve sterfte, complicaties en overleving op langere termijn, is niet verwonderlijk en is al langer bekend - stelt hij. "Het heeft niet alleen te maken met ervaring, maar ook de structuren en de organisatie die een groter centrum dan uitbouwt."Dat de CM deze cijfers nu zwart-op-wit publiceert, is verwonderlijk, vervolgt hij, want in tegenstelling tot de VS of Frankrijk bijvoorbeeld, is dat in België niet de 'cultuur'. Dat een programmering/centralisatie die wordt opgelegd door de overheid resultaten kan afwerpen, ontkent hij niet. "In Nederland herleidde dat de sterfte tot de helft", weet hij. "Maar voor zoiets moeten we de cijfers uit het KCE-rapport eerst nuchter bekijken en analyseren."Knuppel in het hoenderhokOp de publicatie van de cijfers kwamen er in de loop van de ochtend al veel meer reacties. Gezondheidseconoom Lieven Annemans vertelde aan Jan Hautekiet op Radio 1: "Ik denk het goed is dat men de knuppel in het hoenderhok heeft gegooid. Vandaag worden in de gezondheidszorg nog te veel beslissingen genomen boven het hoofd van de mensen; ze moeten meer betrokken worden bij het beleid. Maar dan moet je wel 100% zeker zijn dat je met de goede cijfers werkt." Daarbij onderstreept hij ook de rol van artsen in het duiden van dergelijke cijfers.Johan Hellings van Icuro en Vlaamse minister van volksgezondheid Jo Van Deurzen maakten van de gelegenheid gebruik om het Vlaams indicatorenproject te promoten. Dat project moedigt de ziekenhuizen juist aan om zelf hun resultaten aan het publiek kenbaar te maken, meldden ze aan de media.