Een grote upgrade voor het ziekenhuis dat verder bestond uit een materniteit, een pediatrie, twee chirurgische en een internistische afdeling. Het was de tijd waarin de chirurg nog alles opereerde: van tanden over orthopedie tot het aanleggen van een stoma. 150 bedden waren er, maar Kortrijk telde toen nog zes andere ziekenhuizen. Inmiddels zijn we 42 jaar later en staat Lode, bijna letterlijk, aan de vooravond van z'n pensioen als zorgmanager in dat ene resterende Kortrijkse ziekenhuis.

Dat het ziekenhuislandschap een grote metamorfose doormaakte doorheen die jaren, is duidelijk. Hoe zou de zorg geëvolueerd zijn?

Mensen die kwamen overwinteren waren in die jaren schering en inslag. Een dak boven het hoofd, wat eten, warmte. Die noden zijn er vandaag nog maar de opvangmogelijkheden in de samenleving zijn uitgebreider geworden.

Het waren de jaren van de beginnende professionalisering van de verpleegkunde. Het, met vallen en opstaan, invoeren van een visie op integrerende verpleegkunde. Een "medicatieboek" en "verzorgingsmap" werden een patiëntendossier, verpleegkundigen werden gestimuleerd om volledige verantwoordelijkheid voor de aan hen toegewezen patiënten op te nemen, op het einde van de shift werd die verantwoordelijkheid overgedragen in een 'overdracht', de veranderende rol van de hoofdverpleegkundige die niet meer de 'allesweter' is, ...

Ik zou graag zeggen dat het inmiddels een verworvenheid is. Toen al was duidelijk dat de rol van de hoofdverpleegkundige cruciaal was in grote veranderingstrajecten. Vaak een bepalende factor voor het al dan niet slagen van dergelijke trajecten.

Niet enkel in visie, ook in gebruikte materialen vond er een revolutie plaats. Een infuus liep in via een glazen fles, disposable materiaal was nauwelijks beschikbaar, handschoenen werden enkel gebruikt op het operatiekwartier. Waterzakken, schapenvachten, eau de cologne, ... dienden onze patiënt te beschermen. We wisten niet veel beter.

De dichtste buren waren toen niet noodzakelijk de beste vrienden. Eén ziekenhuis in de stad had een CT-scanner, maar patiënten werden soms verwezen naar een andere stad, om toch maar niet in contact te komen met een ziekenhuis in de eigen stad. Het risico bestond immers dat ze de patiënt niet meer terugzagen. Er was een fusie (en een wetswijziging om private en openbare ziekenhuizen te laten fuseren) nodig om de mensen letterlijk en figuurlijk dichter bij elkaar te brengen.

Ook na de fusie bleef Lode zich inzetten voor het professionaliseren van de verpleegkunde. Eerst als vormingsverantwoordelijke, later als zorgmanager. Het werd de rode draad in zijn carrière. "We focussen te veel op het genezen van een wonde en niet op het herstel van de autonomie van de patiënt." "Wat is perfecte zorg in het ziekenhuis waard als de omstandigheden vooraf al niet optimaal zijn, en de zorg na de ziekenhuisopname niet zal worden voortgezet?"

Je kan een aap aanleren om een 'pikuur' te geven, maar verplegen is en moet meer zijn dan een puur technische handeling. De verpleegkundigen mogen zichzelf niet in de voet schieten door te beschermend te zijn, ze moeten paradigma's loslaten.

We moeten leren meer in te zetten op innovatie om de zorg haalbaar te houden. De grote uitdaging voor de verpleegkunde zit hem in het samenwerken met alle actoren uit het zorglandschap, steeds met het belang voor de patiënt voor ogen. Nog voor de opname moeten we met z'n allen nadenken over het ontslag en hoe de patiënt thuis z'n leven verder kan opnemen en invullen. Dat lukt niet als we elk op ons eiland blijven.

Bij het afstuderen denk je de wereld te kunnen veranderen, gaandeweg besef je dat het misschien maar een paar stenen zijn die je kon verleggen. Maar wat ik hierin voor de mensen betekende, is de zin van mijn werk geweest.

Een grote upgrade voor het ziekenhuis dat verder bestond uit een materniteit, een pediatrie, twee chirurgische en een internistische afdeling. Het was de tijd waarin de chirurg nog alles opereerde: van tanden over orthopedie tot het aanleggen van een stoma. 150 bedden waren er, maar Kortrijk telde toen nog zes andere ziekenhuizen. Inmiddels zijn we 42 jaar later en staat Lode, bijna letterlijk, aan de vooravond van z'n pensioen als zorgmanager in dat ene resterende Kortrijkse ziekenhuis.Dat het ziekenhuislandschap een grote metamorfose doormaakte doorheen die jaren, is duidelijk. Hoe zou de zorg geëvolueerd zijn?Mensen die kwamen overwinteren waren in die jaren schering en inslag. Een dak boven het hoofd, wat eten, warmte. Die noden zijn er vandaag nog maar de opvangmogelijkheden in de samenleving zijn uitgebreider geworden. Het waren de jaren van de beginnende professionalisering van de verpleegkunde. Het, met vallen en opstaan, invoeren van een visie op integrerende verpleegkunde. Een "medicatieboek" en "verzorgingsmap" werden een patiëntendossier, verpleegkundigen werden gestimuleerd om volledige verantwoordelijkheid voor de aan hen toegewezen patiënten op te nemen, op het einde van de shift werd die verantwoordelijkheid overgedragen in een 'overdracht', de veranderende rol van de hoofdverpleegkundige die niet meer de 'allesweter' is, ... Ik zou graag zeggen dat het inmiddels een verworvenheid is. Toen al was duidelijk dat de rol van de hoofdverpleegkundige cruciaal was in grote veranderingstrajecten. Vaak een bepalende factor voor het al dan niet slagen van dergelijke trajecten.Niet enkel in visie, ook in gebruikte materialen vond er een revolutie plaats. Een infuus liep in via een glazen fles, disposable materiaal was nauwelijks beschikbaar, handschoenen werden enkel gebruikt op het operatiekwartier. Waterzakken, schapenvachten, eau de cologne, ... dienden onze patiënt te beschermen. We wisten niet veel beter.De dichtste buren waren toen niet noodzakelijk de beste vrienden. Eén ziekenhuis in de stad had een CT-scanner, maar patiënten werden soms verwezen naar een andere stad, om toch maar niet in contact te komen met een ziekenhuis in de eigen stad. Het risico bestond immers dat ze de patiënt niet meer terugzagen. Er was een fusie (en een wetswijziging om private en openbare ziekenhuizen te laten fuseren) nodig om de mensen letterlijk en figuurlijk dichter bij elkaar te brengen.Ook na de fusie bleef Lode zich inzetten voor het professionaliseren van de verpleegkunde. Eerst als vormingsverantwoordelijke, later als zorgmanager. Het werd de rode draad in zijn carrière. "We focussen te veel op het genezen van een wonde en niet op het herstel van de autonomie van de patiënt." "Wat is perfecte zorg in het ziekenhuis waard als de omstandigheden vooraf al niet optimaal zijn, en de zorg na de ziekenhuisopname niet zal worden voortgezet?" Je kan een aap aanleren om een 'pikuur' te geven, maar verplegen is en moet meer zijn dan een puur technische handeling. De verpleegkundigen mogen zichzelf niet in de voet schieten door te beschermend te zijn, ze moeten paradigma's loslaten. We moeten leren meer in te zetten op innovatie om de zorg haalbaar te houden. De grote uitdaging voor de verpleegkunde zit hem in het samenwerken met alle actoren uit het zorglandschap, steeds met het belang voor de patiënt voor ogen. Nog voor de opname moeten we met z'n allen nadenken over het ontslag en hoe de patiënt thuis z'n leven verder kan opnemen en invullen. Dat lukt niet als we elk op ons eiland blijven.Bij het afstuderen denk je de wereld te kunnen veranderen, gaandeweg besef je dat het misschien maar een paar stenen zijn die je kon verleggen. Maar wat ik hierin voor de mensen betekende, is de zin van mijn werk geweest.