...

Het wereldwijde tekort aan oogartsen wordt steeds groter. Dat blijkt uit een onderzoek van de International Council of Ophtalmology (ICO). Oorzaken en gevolgen van dit tekort zijn wel verschillend in ontwikkelingsgebieden en in geïndustrialiseerde landen. In 2010 stuurde de ICO een vragenlijst naar meer dan 200 oogheelkundige organisaties en verenigingen. Volgens de antwoorden zouden er in 193 landen ongeveer 205.000 oogartsen actief zijn. Zoals verwacht, verschilt de verspreiding echter sterk van land tot land. In 23 landen is er minder dan één oogarts beschikbaar per miljoen inwoners, terwijl slechts 18 landen voor een zelfde aantal inwoners meer dan 100 oogartsen tellen. In 73 landen is het aantal oftalmologen tussen 2009 en 2010 gegroeid met 1,2%, maar dat is onvoldoende om aan de stijgende vraag van de ouder wordende populatie tegemoet te komen. De cohorte van 60-plussers nam in diezelfde tijdsspanne immers toe met 2,9%. De stichting Light for the World onderschrijft de conclusies van het onderzoek. De ontwikkelingslanden waarvoor deze organisatie zich inzet, beschikken over een minimaal aantal oogartsen, van één tot vier per miljoen inwoners. Zuid-Soedan spant de kroon, met slechts 0,4 oogspecialisten per miljoen Soedanezen! Momenteel steunt Light for the World de opleiding van 23 oogartsen in Kenia, Tanzanië en Mali.Overvolle agenda'sMaar ook in de Westerse wereld kampen oogartsen met een sterk stijgende workload. "Dat heeft onder meer te maken met de vergrijzing van onze bevolking, met een duidelijke toename van chronische aandoeningen, zoals leeftijdsgebonden maculadegeneratie en diabetische retinopathie", zegt oogarts Christa Van Den Neste (AZ Maria-Middelares, Gent). "De groei van het aantal oogartsen blijft achter ten opzichte van de toenemende vraag. In de universitaire opleidingscentra is het aantal kandidaat-specialisten beperkt, zodat collega's het moeilijk hebben om op het einde van hun loopbaan een opvolger te vinden. Onze agenda's raken overvol, en bij heel wat oogartsen wacht je makkelijk twee à drie maanden op een afspraak. Dat heeft natuurlijk ook te maken met de sterke vervrouwelijking van het beroep. Veel jonge vrouwelijke collega's kiezen om familiale redenen bij het begin van hun carrière voor deeltijds werk." Een mogelijke oplossing voor het probleem is de vorming van optometristen die de 'gewone' refractiestoornissen kunnen opvangen en zo de oogartsen kunnen ontlasten van veel routinewerk. Zo worden er momenteel een zestigtal opgeleid. "Dat gebeurt al jaren in Angelsaksische landen. Die evolutie lijkt logisch, maar indien de optometristen afzonderlijk werken is dat niet zonder gevaar, omdat zo ongetwijfeld een aantal ernstige pathologieën worden misgelopen. Idealiter zouden oogartsen nauw met optometristen moeten samenwerken." Bij onze noorderburen is dat reeds het geval. Zo telt Nederland per miljoen inwoners bijna de helft minder oogartsen dan België. Onze oftalmologen klagen ook over een ondermaatse terugbetaling van een aantal prestaties en behandelingen, vooral met betrekking tot de leeftijdsgebonden maculadegeneratie. "Vergeet niet dat we met een zeer hoge investering kampen, die we in de huidige omstandigheden ternauwernood kunnen afschrijven', aldus Van Den Neste.Opleiding De vraag naar oogzorg groeit bijna twee keer vlugger dan de toename van het aantal oogartsen. De ICO doet dan ook een dringende oproep om te investeren in het opleiden van oogheelkundig personeel om aan de huidige en toekomstige vraag te kunnen voldoen. Het gaat echter niet alleen om een probleem van aantal, maar ook van interne organisatie van de zorgverlening op oogheelkundig gebied.