Verdere lezing van deze studies brengt ons tot de bedenking of de conclusies ervan niet zouden kunnen worden toegepast in eigen land. Een betere Evidence Based Medicine (EBM), minder low value servicesen een meer value based healthcare kunnen de gezondheidszorg en de geneeskunde van morgen ongetwijfeld een nieuwe richting uitsturen. Er zal dan wel ernstig moeten worden nagedacht over innovatieve handelswijzen; die moeten ons leiden naar efficiënte, doelgerichte geneeskunde en een goedkopere gezondheidszorg.

Een gedragsaanpassing en een aanpassing van de handelingswijze zal zich opdringen niet alleen bij de zorgverstrekkers, maar ook bij de patiënten. Hun verwachtingspatroon ligt nu immers zeer hoog en dwingt artsen veelal tot onnodige en dure diagnostische en therapeutische ingrepen en behandelingen.

Zo zou in Nederland 30 procent van de onnodige zorg zich situeren in de diagnostische handelingen, met als koplopers de endoscopische en artroscopische onderzoeken. Bovendien zou 29 procent van de onnodige zorg zich situeren bij de therapeutische handelingen die gekoppeld worden aan chirurgie. Nog eens 39 procent zou eerder gerelateerd zijn aan medicatietoediening, waarbij de medicatie ofwel niet werd aangepast, niet noodzakelijk is of niet werkt. De Nederlandse cijfers zijn overigens vergelijkbaar met die uit de NICE-studie.

Minder low value services en meer value based healthcare, een nieuwe richting voor de gezondheidszorg van morgen

In Nederland was 77 procent van de onderzochte handelingen helemaal niet noodzakelijk, in het Verenigd Koninkrijk was dat 68 procent. Van de handelingen werd 23 procent als 'niet aangewezen als routine' omschreven in Nederland, terwijl dit in het VK neerkwam op 32 procent. De voornaamste onnodige diagnostische en therapeutische interventies betroffen de lagerugregio, COPD, en ischaemische hartziekten.

Werkgroep

Een werkgroep bestaande uit vertegenwoordigers van specialisten, huisartsen , patiëntenverenigingen, verzekeringsinstellingen en uiteraard de overheid moet via een grondige en nauwkeurige inventarisering deze zogenaamde low value services in kaart brengen. Vervolgens moet, nog volgens deze studie, er een de-implementering komen van deze onnodige zorgtoepassingen, waarbij zowel zorgremmende als faciliterende factoren kunnen worden uitgewerkt.

Informeren

Financiële incentives en gedragsbeïnvloeding van zorgverleners en patiënten zijn essentieel en prioritair om tot resultaten te komen. Met het oog op preventie, moet het belang van gezondheidseducatie via scholen en onderwijsinstellingen worden aangestipt . We leven inderdaad in een tijd waar de patiënt meer en meer de regie van zijn zorg in eigen handen neemt, en waarbij empowerment staat voor de versterking van zijn individueel gezondheidsbeleving. De patiënt zal meer en meer participeren , deelnemen als partner in het gezondheidsoverleg. Vandaar de noodzaak om zowel zorgverlener als patiënt optimaal te informeren over de zin of onzin, over het nodig zijn of niet van een diagnostische of therapeutische handeling. Over welk traject in welke omstandigheden kan of dient gevolgd te worden, met optimale kwaliteit van zorg voor ogen.

Uitdagingen zoals vergrijzing, de toename van de geestelijke gezondheidzorg en chronische ziekten, de co-en multimorbiditeit en ten slotte de betaalbaarheid van de zorg in het algemeen kunnen zo aangepakt worden.

Value based healthcare

In de nieuwe context van Evidence Based Medicine, wat prof. Jan van Meerbeeck in AK nr. 2473 "Value based healthcare" noemt en waarbij rekening wordt gehouden met het gegeven dat onnodige, overbodige en zelfs nutteloze en dure handelingen worden verricht, moet het mogelijk zijn om met de huidige beperkte middelen minstens even goed te handelen. En om veel meer en efficiënter te behandelen. De algemene en individuele volksgezondheid kan er alleen maar wel bij varen.

Het lijkt mij zinvol om in dit kader ook de deontologie weer even in herinnering te brengen, die momenteel actueler is dan ooit. Zo bepaalt artikel 36 van de Code van geneeskundige plichtenleer dat "een geneesheer zal vermijden om onnodig dure onderzoekingen en behandelingen voor te schrijven of overbodige verstrekkingen te verrichten." Artikel 34 bepaalt dat "de geneesheer , zowel voor het stellen van een diagnose als voor het stellen en voortzetten van de behandeling, zich ertoe verbindt zijn patiënt zorgvuldig en gewetensvol de zorgen toe te dienen die stroken met de thans geldende wetenschappelijke kennis".

Het is de taak van de overheid om, samen met de medische universiteiten en de accademie voor geneeskunde, de "thans geldende wetenschappelijke kennis" te omschrijven.

Het implementeren van deze kennis over onnodige behandelingen zou de kwaliteit van de zorg niet aantasten en kan een mogelijke piste zijn om binnen de budgetaire ruimte van morgen patiënten een optimale zorg aan te bieden. Het is de verantwoordelijkheid van de zorgverstrekkers en de patiënten om hierover samen na te denken.

Verdere lezing van deze studies brengt ons tot de bedenking of de conclusies ervan niet zouden kunnen worden toegepast in eigen land. Een betere Evidence Based Medicine (EBM), minder low value servicesen een meer value based healthcare kunnen de gezondheidszorg en de geneeskunde van morgen ongetwijfeld een nieuwe richting uitsturen. Er zal dan wel ernstig moeten worden nagedacht over innovatieve handelswijzen; die moeten ons leiden naar efficiënte, doelgerichte geneeskunde en een goedkopere gezondheidszorg. Een gedragsaanpassing en een aanpassing van de handelingswijze zal zich opdringen niet alleen bij de zorgverstrekkers, maar ook bij de patiënten. Hun verwachtingspatroon ligt nu immers zeer hoog en dwingt artsen veelal tot onnodige en dure diagnostische en therapeutische ingrepen en behandelingen.Zo zou in Nederland 30 procent van de onnodige zorg zich situeren in de diagnostische handelingen, met als koplopers de endoscopische en artroscopische onderzoeken. Bovendien zou 29 procent van de onnodige zorg zich situeren bij de therapeutische handelingen die gekoppeld worden aan chirurgie. Nog eens 39 procent zou eerder gerelateerd zijn aan medicatietoediening, waarbij de medicatie ofwel niet werd aangepast, niet noodzakelijk is of niet werkt. De Nederlandse cijfers zijn overigens vergelijkbaar met die uit de NICE-studie. In Nederland was 77 procent van de onderzochte handelingen helemaal niet noodzakelijk, in het Verenigd Koninkrijk was dat 68 procent. Van de handelingen werd 23 procent als 'niet aangewezen als routine' omschreven in Nederland, terwijl dit in het VK neerkwam op 32 procent. De voornaamste onnodige diagnostische en therapeutische interventies betroffen de lagerugregio, COPD, en ischaemische hartziekten. WerkgroepEen werkgroep bestaande uit vertegenwoordigers van specialisten, huisartsen , patiëntenverenigingen, verzekeringsinstellingen en uiteraard de overheid moet via een grondige en nauwkeurige inventarisering deze zogenaamde low value services in kaart brengen. Vervolgens moet, nog volgens deze studie, er een de-implementering komen van deze onnodige zorgtoepassingen, waarbij zowel zorgremmende als faciliterende factoren kunnen worden uitgewerkt.InformerenFinanciële incentives en gedragsbeïnvloeding van zorgverleners en patiënten zijn essentieel en prioritair om tot resultaten te komen. Met het oog op preventie, moet het belang van gezondheidseducatie via scholen en onderwijsinstellingen worden aangestipt . We leven inderdaad in een tijd waar de patiënt meer en meer de regie van zijn zorg in eigen handen neemt, en waarbij empowerment staat voor de versterking van zijn individueel gezondheidsbeleving. De patiënt zal meer en meer participeren , deelnemen als partner in het gezondheidsoverleg. Vandaar de noodzaak om zowel zorgverlener als patiënt optimaal te informeren over de zin of onzin, over het nodig zijn of niet van een diagnostische of therapeutische handeling. Over welk traject in welke omstandigheden kan of dient gevolgd te worden, met optimale kwaliteit van zorg voor ogen.Uitdagingen zoals vergrijzing, de toename van de geestelijke gezondheidzorg en chronische ziekten, de co-en multimorbiditeit en ten slotte de betaalbaarheid van de zorg in het algemeen kunnen zo aangepakt worden. Value based healthcareIn de nieuwe context van Evidence Based Medicine, wat prof. Jan van Meerbeeck in AK nr. 2473 "Value based healthcare" noemt en waarbij rekening wordt gehouden met het gegeven dat onnodige, overbodige en zelfs nutteloze en dure handelingen worden verricht, moet het mogelijk zijn om met de huidige beperkte middelen minstens even goed te handelen. En om veel meer en efficiënter te behandelen. De algemene en individuele volksgezondheid kan er alleen maar wel bij varen.Het lijkt mij zinvol om in dit kader ook de deontologie weer even in herinnering te brengen, die momenteel actueler is dan ooit. Zo bepaalt artikel 36 van de Code van geneeskundige plichtenleer dat "een geneesheer zal vermijden om onnodig dure onderzoekingen en behandelingen voor te schrijven of overbodige verstrekkingen te verrichten." Artikel 34 bepaalt dat "de geneesheer , zowel voor het stellen van een diagnose als voor het stellen en voortzetten van de behandeling, zich ertoe verbindt zijn patiënt zorgvuldig en gewetensvol de zorgen toe te dienen die stroken met de thans geldende wetenschappelijke kennis".Het is de taak van de overheid om, samen met de medische universiteiten en de accademie voor geneeskunde, de "thans geldende wetenschappelijke kennis" te omschrijven. Het implementeren van deze kennis over onnodige behandelingen zou de kwaliteit van de zorg niet aantasten en kan een mogelijke piste zijn om binnen de budgetaire ruimte van morgen patiënten een optimale zorg aan te bieden. Het is de verantwoordelijkheid van de zorgverstrekkers en de patiënten om hierover samen na te denken.