...

Dat plan heeft een dubbel doel. Enerzijds aan de patiënt het beste antwoord te bieden als hij 's avonds, 's nachts of in het weekend de wachtdienst opbelt. "Bij een levensbedreigende urgentie moeten de hulpdiensten zo snel mogelijk ter plaatse zijn, want elke minuut telt", legt minister Onkelinx uit. Anderzijds komt het erop aan de workload voor de artsen te verlichten, onveilige situaties te voorkomen en 'comfortoproepen' - die artsen verplichten om zich te verplaatsen als dat niet noodzakelijk is - te voorkomen.Het plan is opgebouwd rond vijf grote pijlers.1. De veralgemening van het nummer 1733. Nu is dat in voege in een aantal testregio's. Onkelinx stelt daar een lagere workload vast voor de wachtdienst, met name door minder huisbezoeken. Er is drie miljoen euro uitgetrokken voor de veralgemening.2. Er komen 15 nieuwe wachtposten per jaar, gedurende drie jaar, bovenop de 55 al bestaande posten.3. De minister wenst een evenwichtige verdeling van de wachtdienst tussen huisartsen, specialisten en verpleegkundigen. Dat kan door de oprichting van huisartsenwachtposten binnen ziekenhuizen. Het gedeeld medisch dossier moet overigens de communicatie tussen spoed en huisarts bevorderen. Oproepen naar de 1733 worden geregistreerd om de huisarts op te hoogte te brengen.4. De veiligheid van de huisartsen wil de minister vergroten door een veralgemening van maatregelen die al in bepaalde zones van toepassing zijn: gebruik van chauffeur en/of taxi, bancontact in de wachtpost, algemene derdebetalende. Tegelijk beperkt de 1733 gevaarlijke verplaatsingen en wordt de identiteit van de oproeper geregistreerd.5. Steun aan innoverende lokale initiatieven. Onkelinx denkt hier bijvoorbeeld aan triage van de oproepen door urgentieverpleegkundigen in samenwerking met de lokale kringen.