Ik heb met veel belangstelling het opiniestuk 'een tweede leven voor Maggie' van de heer Laurent Zanella gelezen. Hoewel ik blij ben met de belangstelling voor het thema 'One Health', een belangrijk thema dat persaandacht verdient, ben ik geërgerd door de aanval op mijn persoon.

Ik betreur het dat Artsenkrant, een krant die ik hoog in het vaandel draag, zinnen zoals: "dit concept [One Health], waarop in beleidsverklaringen herhaaldelijk wordt gehamerd, heeft Maggie De Block tijdens haar ambtstermijn alles behalve toegepast," publiceert. Ondanks dat het om een opiniestuk gaat, is het gevaarlijk om desinformatie te verspreiden.

Mijn hele leven heb ik in werking gesteld van de bevolking, eerst als huisarts, dan als volksvertegenwoordiger en later als minister van Volksgezondheid. Ik heb dan ook van dichtbij de gevolgen van antimicrobiële resistentie meegemaakt en heb hier maatregelen voor genomen. De One Health aanpak stond centraal in mijn beleid als minister van Volksgezondheid.

Hoewel de heer Laurent Zanella suggereert dat ik, tijdens mijn ministerperiode, geen maatregelen ten voordele van One Health heb genomen, zou ik erop willen wijzen dat hij met research wel heel wat voorbeelden had kunnen vinden van One Health verwezenlijkingen toen ik minister was. Een maatregel waarvan de belangrijkheid niet onderschat mag worden, is het oprichten van Sciensano (2018). Sciensano is een fusie van het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid (WIV) en het Centrum voor Onderzoek in de Diergeneeskunde en Agrochemie (CODA) en bekijkt de impact van epidemieën op de gezondheid van mens en dier i.e. vanuit een One Health perspectief. Wij waren een van de eerste in Europa die dat realiseerden. Bovendien heeft de FOD Volksgezondheid op mijn vraag het Belgisch nationaal actieplan "One Health" voor de bestrijding van antimicrobiële resistentie 2020-2024 ontwikkeld.

De One Health aanpak stond centraal in mijn beleid als minister van Volksgezondheid

Daarnaast werd er om voorzitster te worden van de Technical Advisory Group wel degelijk een formele procedure opgezet. Ik heb mij, net als andere personen, kandidaat gesteld door middel van schriftelijke toelichting. Na de selectieprocedure heb ik te horen gekregen dat ik inderdaad werd gevraagd om voorzitster te worden.

Ik geloof dat ik vanuit mijn medische en politieke achtergrond een bijdrage kan leveren aan het rapport van deze TAG waar tijdens de algemene vergadering van de WHO in 2024 zal over gestemd worden. Een multidisciplinaire en multisectorale aanpak is daarbij nodig. Daarom ben ik trots dat er in de TAG mensen zitten met een academische/politieke achtergrond, maar ook mensen vanuit de private en non-profit sector.

Ik heb met veel belangstelling het opiniestuk 'een tweede leven voor Maggie' van de heer Laurent Zanella gelezen. Hoewel ik blij ben met de belangstelling voor het thema 'One Health', een belangrijk thema dat persaandacht verdient, ben ik geërgerd door de aanval op mijn persoon. Ik betreur het dat Artsenkrant, een krant die ik hoog in het vaandel draag, zinnen zoals: "dit concept [One Health], waarop in beleidsverklaringen herhaaldelijk wordt gehamerd, heeft Maggie De Block tijdens haar ambtstermijn alles behalve toegepast," publiceert. Ondanks dat het om een opiniestuk gaat, is het gevaarlijk om desinformatie te verspreiden. Mijn hele leven heb ik in werking gesteld van de bevolking, eerst als huisarts, dan als volksvertegenwoordiger en later als minister van Volksgezondheid. Ik heb dan ook van dichtbij de gevolgen van antimicrobiële resistentie meegemaakt en heb hier maatregelen voor genomen. De One Health aanpak stond centraal in mijn beleid als minister van Volksgezondheid. Hoewel de heer Laurent Zanella suggereert dat ik, tijdens mijn ministerperiode, geen maatregelen ten voordele van One Health heb genomen, zou ik erop willen wijzen dat hij met research wel heel wat voorbeelden had kunnen vinden van One Health verwezenlijkingen toen ik minister was. Een maatregel waarvan de belangrijkheid niet onderschat mag worden, is het oprichten van Sciensano (2018). Sciensano is een fusie van het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid (WIV) en het Centrum voor Onderzoek in de Diergeneeskunde en Agrochemie (CODA) en bekijkt de impact van epidemieën op de gezondheid van mens en dier i.e. vanuit een One Health perspectief. Wij waren een van de eerste in Europa die dat realiseerden. Bovendien heeft de FOD Volksgezondheid op mijn vraag het Belgisch nationaal actieplan "One Health" voor de bestrijding van antimicrobiële resistentie 2020-2024 ontwikkeld. Daarnaast werd er om voorzitster te worden van de Technical Advisory Group wel degelijk een formele procedure opgezet. Ik heb mij, net als andere personen, kandidaat gesteld door middel van schriftelijke toelichting. Na de selectieprocedure heb ik te horen gekregen dat ik inderdaad werd gevraagd om voorzitster te worden. Ik geloof dat ik vanuit mijn medische en politieke achtergrond een bijdrage kan leveren aan het rapport van deze TAG waar tijdens de algemene vergadering van de WHO in 2024 zal over gestemd worden. Een multidisciplinaire en multisectorale aanpak is daarbij nodig. Daarom ben ik trots dat er in de TAG mensen zitten met een academische/politieke achtergrond, maar ook mensen vanuit de private en non-profit sector.