...

Eerst heb ik een doctoraat gedaan in kankeronderzoek, schetst de jonge aso zijn parcours. "Nu tracht ik mijn klinisch werk te combineren met high level cancer research als postdoctoraal onderzoeker."Concreet werkt dokter Vandewynckel op de afdeling inwendige ziekten-gastroenterologie. "Daarnaast ben ik de co-promotor van een PhD-studente als postdoctoraal onderzoeker in de groep van prof. Hans Van Vlierberghe, Hepatology Research Unit, UZ Gent. Recent werd ons werk overigens bekroond door Kom op tegen Kanker, waardoor we nu voldoende budget hebben om het veelbelovende project nog vier jaar voort te zetten." Het doel van het onderzoek is om innovatieve mechanismen te vinden voor de behandeling van solide kankers en de beste geneesmiddelen bij de patiënt te brengen."Ons project gaat over kankerstamcellen. We zoeken uit hoe het komt dat de ene celpopulatie veel meer geneigd is om een tumor te vormen dan een andere. We hebben een potentieel mechanisme gevonden dat dat verschil zou kunnen verklaren. Dat willen we nu verder ontwikkelen tot een effectieve therapeutische tool.""Weinig mensen kennen de voordelen van een statuut als aso in combinatie met onderzoekswerk", gaat de assistent verder. "Je ziet beter de klinische relevantie van onderzoek dan als je alleen onderzoek doet en niet in de kliniek dicht bij de patiënten staat. Een voorbeeld: er komen tal van antidiabetica op de markt, wat eventueel relevant is voor een kleine subpopulatie. Maar het huidige grote therapeutisch aanbod maakt een goede metabole controle bij de meeste diabetici reeds mogelijk. Daartegenover staat dat je op andere vlakken in de kliniek met echte unmet medical needs geconfronteerd wordt, denk aan gevorderd hepatocellulair carcinoom of bepaalde neurodegeneratieve aandoeningen zoals ALS... Je kan die mensen wel ondersteunen, maar je kan hen niet echt iets aanbieden zodat ze er significant op vooruitgaan. Als er in die domeinen iets ontdekt wordt, kan je de relevantie daarvan veel adequater inschatten dan mensen die in het onderzoek zelf werken en de patiënten in kwestie niet dagelijks zien. En vice versa begrijp je in de kliniek de onderliggende fundamentele biologische processen meer diepgaand en kan je daaruit vertrekkende een betere behandeling aanbieden. Je ziet wat een mogelijk target is om medicamenteus op te richten, rekening houdend met de mogelijke bijwerkingen door inhibitie van bepaalde moleculaire effectoren binnen een ziektebeeld."Dokter Vandewynckel werkt fulltime als arts. "Een groot deel van mijn vrije tijd gaat naar onderzoek, wetenschappelijke artikels lezen en meetings bijwonen. In samenwerking met mijn PhD-studente en collega's proberen we de experimenten te plannen. Het is vooral een kwestie van ervaring en begeleiding. Als postdoctoraal onderzoeker kan je dat sturen, mits je ondersteund bent door een volwaardig project met de nodige funding, ten einde de patiënten met de beste therapeutische tools te kunnen behandelen nu en in de nabije toekomst."De jonge arts is vastberaden om deze combinatie voort te zetten. "Het is tijdrovend, maar het ene sluit het andere niet uit. Neem nu de opkomst van de immunotherapie: je leest het eerst in de literatuur, je hoort op congressen dat die moleculen stap per stap ontwikkeld worden. Uiteindelijk krijgen de patiënten ze toegediend, met een duurzame respons en weinig bijwerkingen tot gevolg. Die hele evolutie aanschouwen is heel spectaculair als jonge arts en geeft veel meer professionele voldoening dan alleen het eindstadium mee te maken. Je beleeft als het ware het hele plaatje, van de wetenschappelijke volharding en arbeid en dan de ontwikkeling tot uiteindelijk de dankbare patiënt die het middel toegediend krijgt."Dokter Vandewynckel verdeelt zijn tijd tussen AZ Maria Middelares en UZ Gent. Op het moment van het interview loopt hij een ronde op de afdeling Gastro-enterologie in dat eerste ziekenhuis. Een drukke ronde, ons gesprek wordt tot drie keer toe onderbroken door telefoontjes... Het is bijna 17u en de dag belooft nog lang te worden. Is er nog tijd voor een sociaal leven? "Ja zeker, dat is geen probleem", lacht hij. "Ik ben volop bezig met verbouwingen, en uiteindelijk is het onderzoek mijn hobby geworden."De keuze voor gastro-enterologie is ook met die hobby vervlochten. "De discipline biedt een evenwichtige combinatie van een kliniek, met een patiëntenpopulatie met meestal ernstige aandoeningen, en een zeer breed armentarium van middelen waarmee je effectief iets kan doen voor deze patiënten. Je kan veel veranderen, je hebt de handling zelf in handen, en het werk is zeer afwisselend."