...

Dat jaarverslag geeft cijfers van het aantal verzekerden in de algemene regeling, en in die van de zelfstandigen. Daarbij staan ook het 'marktaandeel' vermeld van ieder van de verschillende ziekenfondsen. Bedroeg het marktaandeel van de LCM (christelijke ziekenfondsen) in het jaar 2000 nog 44%n dan is dat in 2012 nog 41,5%. Ieder jaar krimpt het aandeel wat verder met een fractie van een procent.Algemene regeling en zelfstandigenHet zijn vooral de onafhankelijke ziekenfondsen die daar voordeel uit halen. Hun marktaandeel neemt even gestaag toe als dan van de LCM afneemt. Had de LOZ in 2000 een marktaandeel van 15% in de algemene regeling, in 2012 bedroeg het 17,5%. Ook de socialistische en de neutrale ziekenfondsen gaan erop vooruit. In dezelfde periode stijgt het marktaandeel van de NVSM lichtjes van 29% naar 30%, en dan van de LNM van 4% naar 4,5%. De liberale ziekenfondsen hebben daarentegen moeite om hun marktaandeel te behouden. Dat loopt terug van net geen 6% in 2000 naar iets meer dan 5% in 2012 - ook wat de algemene regeling betreft.Het Riziv geeft ook cijfers voor de regeling van de zelfstandigen. De tendensen lopen vrij parallel, zij het soms iets meer uitgesproken. De christelijke landsbond LCM blijft de grootste, maar het aandeel loopt op 13 jaar tijd met iets meer dan 5% terug: van 49% naar 43,5%. De onafhankelijk ziekenfondsen verstevigen hier hun tweede plaats en groeien van een marktaandeel van 23,5% naar een van 29%.De Hulpkas en de NMBS-holding zijn nog elk goed voor ongeveer 1% van de verzekerden - een aandeel dat geleidelijk ook vermindert.