Dat groepspraktijken vaak vol zitten en dat doktersbezoekjes van tien minuten toch wel kort zijn. Ondertussen lezen we zelfs in Artsenkrant weer hoe de spoedgevallendiensten zuchten onder de hoge aantal patiënten die zich aanmelden en vaak al geholpen hadden kunnen worden bij de huisarts.

Onze gezondheidszorg lijkt wat vierkant te draaien. Het bewijs hiervan vonden we ook terug in de woorden van onze decaan, die ons tijdens onze bachelorproclamatie afgelopen jaar op het hart drukte om toch die knelpuntspecialisaties eens te overwegen. En ja, ook huisartsgeneeskunde valt hieronder.

Onze huidige decaan beoefent zelf het beroep van huisartsgeneeskunde en heeft samen met zijn collega's zijn uiterste best gedaan om aan ons, studenten, duidelijk te maken hoe noodzakelijk en belangrijk de eerstelijnszorg is. Hoewel iedereen van ons - of je nu een medische achtergrond hebt of niet - het belang van een goede huisarts zou moeten aanvoelen, is de eerste vraag die je als student geneeskunde te horen krijgt: "En, heb je al een specialisatie op het oog? Of word je maar huisarts?" Mijn gesprekspartners verschieten er vaak van dat je na zes jaar geneeskunde studeren ook nog steeds drie jaar een opleiding huisartsgeneeskunde moet doorlopen indien je voor dat laatste kiest.

Hopelijk is een goedbedoelde vraag als "of word je maar huisarts?" straks verleden tijd

Steeds meer studenten kiezen tegenwoordig wel voor die huisartsenopleiding en ik ben ervan overtuigd dat de moeite van onze decaan en zijn collega's hier hun steentje toe hebben bijgedragen. Maar dat is niet genoeg - zelfs na onze module huisartsgeneeskunde hoorde ik enkele medestudenten nog verzuchten dat je na onze zesjarige studie toch geen huisarts worden wil.

Ook bij studenten geneeskunde schijnt er vaak nog de veronderstelling te heersen dat het beroep gevuld is met routinematig werk, doktersbriefjes invullen en boekhouding. Bij de erg sporadische ingeplande stagedagen bij een huisarts tijdens onze bachelor, hing het erg af van de plek waar je terecht gekomen was of zij je op andere ideeën hadden kunnen brengen. Door de dubbele cohorte is er ons bovendien de kans tot een extra periode huisartsenstage als keuzevak tijdens de eerste master ontzegd.

Heel erg verbazen de opgevangen woorden van mijn medestudenten me dus niet. En hoewel natuurlijk iedereen een eigen specialisatie- en interessevoorkeur heeft, worden er in ons onderwijs nog niet alle kansen benut om de vastgeroeste vooroordelen rond knelpuntspecialisaties te ontkrachten. Stages kunnen hier wonderen verrichten, maar sommige knelpuntspecialisaties zoals geriatrie worden niet verplicht tijdens het fameuze stagejaar.

Door de dubbele cohorte is ons de kans tot een extra periode huisartsenstage als keuzevak tijdens de eerste master ontzegd

Je kan ze wel kiezen als keuzestage, maar dan moeten studenten al warm genoeg gemaakt zijn tijdens de lessen om net die specialismen te prikken uit de enorme lijst met mogelijkheden. En geriatrie, ja, die module krijgen we pas nadat we onze keuzestages moesten doorgeven. Daar gaat de kracht van stages weer om studenten te laten kennismaken met knelpuntspecialisaties.

Goed, het breder maatschappelijk vlak kan ook nog een steentje bijdragen. Maak het publiek duidelijker dat huisartsgeneeskunde niet onze basisopleiding is. Dat ook huisartsen een specifieke specialisatie-opleiding genoten hebben. Wie weet snellen patiënten zo minder snel onnodig naar de spoeddienst en worden de goedbedoelde vragen als "of word je maar huisarts" straks verleden tijd. Want stilaan worden we die wel een beetje moe.

En nee, we kunnen nog niet met zekerheid zeggen wat we willen worden. De mogelijkheden zijn eindeloos en er valt nog veel te ontdekken. Gelukkig staat dat stagejaar straks voor de deur.

Dat groepspraktijken vaak vol zitten en dat doktersbezoekjes van tien minuten toch wel kort zijn. Ondertussen lezen we zelfs in Artsenkrant weer hoe de spoedgevallendiensten zuchten onder de hoge aantal patiënten die zich aanmelden en vaak al geholpen hadden kunnen worden bij de huisarts. Onze gezondheidszorg lijkt wat vierkant te draaien. Het bewijs hiervan vonden we ook terug in de woorden van onze decaan, die ons tijdens onze bachelorproclamatie afgelopen jaar op het hart drukte om toch die knelpuntspecialisaties eens te overwegen. En ja, ook huisartsgeneeskunde valt hieronder.Onze huidige decaan beoefent zelf het beroep van huisartsgeneeskunde en heeft samen met zijn collega's zijn uiterste best gedaan om aan ons, studenten, duidelijk te maken hoe noodzakelijk en belangrijk de eerstelijnszorg is. Hoewel iedereen van ons - of je nu een medische achtergrond hebt of niet - het belang van een goede huisarts zou moeten aanvoelen, is de eerste vraag die je als student geneeskunde te horen krijgt: "En, heb je al een specialisatie op het oog? Of word je maar huisarts?" Mijn gesprekspartners verschieten er vaak van dat je na zes jaar geneeskunde studeren ook nog steeds drie jaar een opleiding huisartsgeneeskunde moet doorlopen indien je voor dat laatste kiest. Steeds meer studenten kiezen tegenwoordig wel voor die huisartsenopleiding en ik ben ervan overtuigd dat de moeite van onze decaan en zijn collega's hier hun steentje toe hebben bijgedragen. Maar dat is niet genoeg - zelfs na onze module huisartsgeneeskunde hoorde ik enkele medestudenten nog verzuchten dat je na onze zesjarige studie toch geen huisarts worden wil. Ook bij studenten geneeskunde schijnt er vaak nog de veronderstelling te heersen dat het beroep gevuld is met routinematig werk, doktersbriefjes invullen en boekhouding. Bij de erg sporadische ingeplande stagedagen bij een huisarts tijdens onze bachelor, hing het erg af van de plek waar je terecht gekomen was of zij je op andere ideeën hadden kunnen brengen. Door de dubbele cohorte is er ons bovendien de kans tot een extra periode huisartsenstage als keuzevak tijdens de eerste master ontzegd. Heel erg verbazen de opgevangen woorden van mijn medestudenten me dus niet. En hoewel natuurlijk iedereen een eigen specialisatie- en interessevoorkeur heeft, worden er in ons onderwijs nog niet alle kansen benut om de vastgeroeste vooroordelen rond knelpuntspecialisaties te ontkrachten. Stages kunnen hier wonderen verrichten, maar sommige knelpuntspecialisaties zoals geriatrie worden niet verplicht tijdens het fameuze stagejaar. Je kan ze wel kiezen als keuzestage, maar dan moeten studenten al warm genoeg gemaakt zijn tijdens de lessen om net die specialismen te prikken uit de enorme lijst met mogelijkheden. En geriatrie, ja, die module krijgen we pas nadat we onze keuzestages moesten doorgeven. Daar gaat de kracht van stages weer om studenten te laten kennismaken met knelpuntspecialisaties. Goed, het breder maatschappelijk vlak kan ook nog een steentje bijdragen. Maak het publiek duidelijker dat huisartsgeneeskunde niet onze basisopleiding is. Dat ook huisartsen een specifieke specialisatie-opleiding genoten hebben. Wie weet snellen patiënten zo minder snel onnodig naar de spoeddienst en worden de goedbedoelde vragen als "of word je maar huisarts" straks verleden tijd. Want stilaan worden we die wel een beetje moe. En nee, we kunnen nog niet met zekerheid zeggen wat we willen worden. De mogelijkheden zijn eindeloos en er valt nog veel te ontdekken. Gelukkig staat dat stagejaar straks voor de deur.