...

Om aan te tonen dat IRF5 een doorslaggevende rol speelt, verdeelden de wetenschappers een honderdtal muizen in twee groepen: een controlegroep en een groep waarin de transcriptiefactor gedeactiveerd werd in de macrofagen van de adipocyten. Daarna kregen alle muizen gedurende 12 weken een vetrijke voeding. Uit de resultaten blijkt dat, in tegenstelling tot de controlegroep met expressie van IRF5, de muizen waarbij die factor niet tot expressie kwam een gynoïde obesitas ontwikkelden. Daarbij wordt de overmaat aan vet vooral opgeslagen in het onderhuidse vetweefsel in het onderste deel van het lichaam, wat de dieren beschermt tegen metabole complicaties. De muizen zonder IRF5 vertoonden bovendien een accumulatie van macrofagen die anti-inflammatoire stoffen afscheiden en ze hadden een betere insulinetolerantie. Ze kregen geen diabetes, terwijl hun dieet die ziekte had moeten veroorzaken. Die resultaten verklaren waarom sommige mensen met obesitas gezond blijven, en als ze bevestigd worden bij mensen met overgewicht en obesitas, openen ze de weg naar nieuwe behandelingssporen.