...

"Ik kom uit een familie van artsen: papa is pneumoloog, mijn zus is oncologe, en ook een oom en tante zijn artsen. Als ik terugkijk, ben ik de geneeskunde ingerold: ik heb het ingangsexamen gedaan, was geslaagd en heb in Leuven nooit herexamens gehad. Samen met een topcollega hebben we nadien een groepspraktijk opgericht in Stokrooie", vertelt ze. Eenmaal die trein vertrokken was, bleek het moeilijk om af te stappen. "Ik ben iemand die zich voor 100% engageert. Ik was huisarts, maar ook secretaris van de huisartsenkring, er zijn de wachtdiensten, je moet bijscholen, enzomeer. Wij worden wel als vrij beroep gezien, maar eigenlijk moeten wij ook best veel en zijn we misschien niet zo vrij", oppert ze. En bovendien was er de stress. "Je kent het wel: als je 's nachts wakker wordt nog even op je smartphone checken of de resultaten voor patiënt x of y al binnen waren, je wil niets gemist hebben op consultatie, je moet steevast vriendelijk blijven aan de telefoon, om de andere avond waren er de wachten,... Pas op, er zijn collega's die daar geen last van ondervinden en dat perfect kunnen dragen. Misschien ben ik te perfectionistisch? Gaandeweg leid je een leven in functie van je job als arts." En toen kwam corona: "Ik kwam uit zwangerschapsverlof en als artsen werden we geconfronteerd met uitgestelde zorg en vooral verwachtingen van patiënten: er moesten allerhande papieren ingevuld worden, reisattesten geschreven worden. Maar in se waren we niet meer bezig met geneeskunde." Dokter Dewaele slaagde er niet in om de knop om te draaien en haar geest rust te gunnen. "Ik ben op bepaald moment huilend naar het werk gereden. Toen zei mijn collega: 'Hier moeten we een oplossing voor vinden.' Zij heeft me toen allicht behoed voor een burn-out. Als ik terugkijk, zie ik mijn beslissing om te stoppen als huisarts als een keuze voor mijn eigen geestelijke gezondheid. Mijn man, die ook in de groepspraktijk meewerkt, is op dat vlak anders: hij is deeltijds ook sportarts en kan daarin volledig opgaan. Misschien kan hij beter loslaten?" Het toeval wil dat het gezin vorig jaar heeft verbouwd. "Ik heb toen meegeholpen en vond dat heel leuk: dingen maken en creëren heb ik altijd graag gedaan. Ik heb me nadien ingeschreven voor een cursus metsen bij Syntra en heb ook de ballen gehad om aan onze aannemer te vragen: 'Mag ik bij jullie komen meedoen?' Toen is alles snel gegaan: ik ben gaan proefdraaien, eerst een dag, nadien twee dagen en dan twee weken om uiteindelijk in juni voltijds aan de slag te gaan." De keuze om haar professionele carrière een andere richting uit te sturen, was nochtans niet makkelijk: "Ik heb lang getwijfeld, ben te rade gegaan bij een loopbaanbegeleider en een psycholoog, heb gezocht of ik niet elders als arts of als lesgever aan de slag kon. Gelukkig heb ik in mijn zoektocht veel steun gekregen van mijn directe omgeving. Want ik heb ook veel opgegeven: een boeiende job, een mooie praktijk, fijne collega's." De reactie van patiënten en collega's was heel begripvol. "Het heeft nochtans bloed, zweet en veel tranen gekost om de mail te sturen naar mijn collega's van de huisartsenkring. Mee beleid maken vond en vind ik nog altijd boeiend, en daar afscheid van nemen was niet makkelijk. De collega's vonden mijn keuze heel dapper. Maar zij erkennen dat mijn beslissing illustreert dat er wel degelijk iets moet veranderen." De nieuwbakken bouwvakster voelt zich na enkele maanden op de werf echt in haar sas. "Ja, het is een mannenwereld, maar mijn collega's vinden het geen probleem om met een vrouw te werken. Ik heb geen moeite met vroeg opstaan of werken in weer, wind en koude. Voor mijn man is het wel wennen: hij moet nu de kindjes 's ochtends klaar maken voor school." En de kinderen zelf? "Ik zie hen veel meer. Ik hoef in het weekend niet meer te werken, ik zal tussen kerst en Nieuwjaar thuis zijn. Uiteraard moet ik nog veel leren, maar mensen zeggen me dat ik veel meer straal, ik voel me ook gelukkig. Je werkt projectmatig, je probeert je job zo goed mogelijk te doen. Maar thuiszijn is nu echt thuis zijn, niet meer op de gsm kijken of er nog patiëntengegevens binnen zijn en zo. Het voelt alsof ik nu een leven heb naast mijn job." "Ik zie dit zeker niet als een minderwaardige job. De opportuniteit kwam toevallig voorbij, het is leuk en dit wil ik echt nog veel jaren doen. Sluit ik daarmee uit dat ik ooit terugkeer naar de geneeskunde? Nee, ik zal altijd arts blijven."Over handen gesproken: als we afscheid nemen, zegt ze: "Ik ga u geen hand geven. Ze zijn vuil, ik krijg dat waterdichtingsproduct er niet af. Mijn kindjes hebben het ook gemerkt: mama komt vuil van het werk, zeggen ze. Maar dat went wel..."