...

Van den Oever heeft het proces van dichtbij gevolgd en kent ook de nota's van de voorgangers van Di Rupo heel goed. Tussen het aanvankelijke 'on est demandeur de rien' van de PS en de totale opsplitsing van de gezondheidszorg die de NVA vraagt, gaapt natuurlijk een gigantische kloof. Over de elementen van het compromis dat nu voorligt, is er al voldoende consensus gegroeid. Ondertussen moet het actuele beleid voortbouwen op beslissingen die al eind 2009 zijn genomen. Men moet nu de sprong wagen, vindt de raadsman van de CM. Niet echt homogeenDat betekent niet dat de nota perfect is. Ze schuift een aantal bevoegdheden samen met de bijhorende budgetten door naar de deelstaten (wellicht nog te minimalistisch voor de NVA). Het creen van n loket voor gehandicapte personen, het doorschuiven van de preventie en het drugsbeleid, de PVT's en het beschut wonen ... zijn alleszins positieve elementen. Een probleem is er wel met het bejaardenbeleid, dat men maar deels homogeen heeft gemaakt. De rob/rvt's en de geoleerde Sp- en G-diensten worden doorgeschoven naar de gemeenschappen, maar de geriatrische afdelingen in acute ziekenhuizen en de thuisverpleging blijven op een federaal niveau. Een bonus/malussysteem kan er dan toe leiden dat een deelstaat die investeert in de residentie zorg, daarvoor gepenaliseerd wordt.Di Rupo wil alle ministers die bevoegd zijn voor Volksgezondheid samenbrengen in een 'Instituut voor de toekomst'. Dat crert een soort van 'politieke multipartite', waar de plooien in het gezondheidsbeleid gladgestreken moeten worden. Er zou daar gewerkt worden met een consensusmodel waarbij n minister de zaken kan blokkeren. Men moet van dit instituut volgens Van den Oever dan ook niet veel meer verwachten dan van de 'huidige interministerie conferentie'.Witte konijnenAls alternatief voor een bonus/malussysteem voor het beleid van de gemeenschappen, stelt Di Rupo een responsabilisering van de deelstaten voor. De budgetten voor gezondheidsuitgaven zouden 'gealloceerd' worden aan de deelstaten, met een correctie op grond van demografische en sociaal-economische factoren. Dat model, dat voortbouwt op een voorstel van de ziekenfondsen, ziet Van den Oever wel zitten.Vervolgens formuleert Di Rupo een aantal 'vernieuwende' voorstellen, die een typische PS-signatuur dragen: verbetering van het Omniostatuut, uitbreiding van de derdebetalersregeling, veralgemening van het gmd, ... Van den Oever plaatst daar wat vraagtekens bij. Moet men het geld dat men niet opkrijgt voor het Kankerplan daar toch in blijven investeren? Blijft de PS spelen met de idee van een geldverslindend instituut voor hadrontherapie?BesparingenDat er bespaart zal worden in de Sociale Zekerheid vindt Van den Oever onvermijdelijk. De regering moet 22,5 miljard vinden: dat kan men niet allemaal afschuiven op bedrijven en spaarders. Als men de werkloosheiduitkeringen in de tijd wil beperken, moet men zeker ook op zijn hoede zijn voor een effect op de uitkeringen in de ziekteverzekering. In onze buurlanden heeft men al langer ondervonden dat dit communicerende vaten zijn.Bij een besparing op de groeinorm moet men eerst en vooral duidelijk maken wat de basis van de berekening zal zijn: het bedrag dat begroot was, of de ree uitgaven. Want dit scheelt een slok op de borrel.Alle ziekenfondsen stellen dat de groeinorm niet mag beperkt worden ten nadele van de patit, iets waar Van den Oever zich bij aansluit. Maar hij wijst erop dat het op hold zetten van uitgaven voor innoverende geneesmiddelen en technieken, alleen maar resulteert in subtiele 'shifts'. De innovaties vinden uiteindelijk toch hun weg naar de markt, maar de rekening wordt doorgeschoven naar de patit zelf.