Op de Nationale Commissie van maandag 17 juni werd door onder meer Mickaël Daubie (Riziv) een stand van zaken gepresenteerd over de nomenclatuurhervorming. Prof. Stan Politis, die voor Bvas aanwezig was, blijft met heel wat onzekerheden voor de artsen zitten.
...
De nomenclatuur zal er in ieder geval anders uitzien. "In plaats van de bestaande codes met zes cijfers komen er codes met zeven cijfers", licht Politis toe. Die zijn niet langer gegroepeerd per specialisme, maar weerspiegelen de anatomische topografie. Een analoge prestatie zal niet meer onder verschillende codes opduiken voor verschillende medische disciplines - je krijgt nog één akte met een unieke waarde." Er komen nieuwe omschrijvingen voor prestaties die volgens vaste regels worden opgesteld in een gestandaardiseerde vorm. Elke prestatie krijgt ook attributen, met een vaste structuur, die onder meer de toepassingsregels vervangen. Een centrale toepassing om de nomenclatuur te beheren wordt de 'source of truth' - publicatie in het Staatsblad wordt meer een formaliteit.Waardeschalen De herstructurering van de nomenclatuur is de eerste fase van de hervorming. Elke prestatie moet ook een waarde toegekend krijgen. Dat maakt de tweede fase uit. Er werden per specialisme waardeschalen opgesteld voor de verschillende akten in die discipline. De relatieve waarde van elke akte in vergelijking met de andere is daarin vastgelegd op grond van de duur, de complexiteit en het risico. "Zoals we nog aan minister Maggie De Block hadden beloofd hebben alle disciplines daar constructief aan meegewerkt zonder corporatisme." Voor de technisch-chirurgische prestaties (ATMC) is dat ondertussen uitgevoerd - behalve voor nog zes disciplines, weet Politis. "Voor de medisch-technische prestaties (klinisch biologie, anatomopathologie, genetica, nucleaire geneeskunde en radiotherapie - AMTAA) is dat bijna klaar. Voor de consultaties, permanentie, wachtdiensten en dergelijke (ACA) staat dat nog in de steigers - het is helemaal niet af. Dat is een van de bronnen van onzekerheid." Een tweede onderdeel van fase twee moet ook een waardeschaal vastleggen voor de operationele kosten van iedere prestatie.Zero sum "Hier zijn twee zero-sum-operaties aan gekoppeld die toch bezorgdheid oproepen bij de artsen-specialisten", onderstreept Politis. Een eerste zero-sum-operatie is de interdisciplinaire afweging die moet worden gemaakt van de waardeschalen. Een van de doelstellingen van de hervorming van de nomenclatuur is immers om inkomstenongelijkheden tussen de verschillende disciplines weg te werken. Dat is 'zero sum' omdat het globale budget voor artsenhonoraria hetzelfde moet blijven. "We staan achter deze operatie", zegt Politis. Maar er zijn toch redenen tot bezorgdheid. "We krijgen geen inzage in de passerelles die men wil creëren tussen de disciplines. Men zegt ons dat de herverdeling gebeurt volgens een wiskundige formule, maar men vertelt niet welke keuzes daarbij bij aanvang gemaakt zijn." De beroepsorganisaties hebben nog helemaal geen zicht op welke effecten dat zal hebben voor het inkomen van de verschillende disciplines. (De vaststelling van het remgeld en de hoogte van de honoraria gebeurt ook pas in de derde fase.) "Maar het maakt toch wel een verschil uit of je er 10% op achteruitgaat, of eventueel nog veel meer. We staan achter een correctie, maar nu is er geen vangnet onder de solidariteit tussen disciplines." Een tweede zero-sum-operatie gaat over de opdeling van het honorarium in een intellectueel deel en een deel werkingskosten. "We zijn voor die transparantie - we willen zelf ook graag weten wat een acte juist kost. Maar het mag niet zo zijn dat van de ruim tien miljard euro die in de begroting is voorbehouden voor de artsenhonoria, de minister een stuk gaat vaststellen dat zomaar naar de ziekenhuizen doorstroomt. Ook nu is het al zo dat via afhoudingen een deel van de honoraria - evenals een deel van supplementen - naar het ziekenhuis gaat. Maar daarover wordt per ziekenhuis onderhandeld in de medische raad." De operationele kosten van een acte moeten onderdeel van het honorarium blijven - "de definitie van het honorarium verandert niet". Welke werkingskosten doorstromen naar het ziekenhuis moet deel blijven uitmaken van onderhandelingen, stelt Politis. Nog veel meer verontrustend is dat men niet alleen beslag lijkt te willen leggen op de operationele kosten in het honorarium: "De minister stelt bovendien dat het intellectueel gedeelte van het honorarium - wat ze het 'zuiver honorarium' noemen - niet "onaantasbaar" is: ook dat zou volgens de minister alsnog deel kunnen uitmaken van de onderhandelingen tussen de medische raad en het ziekenhuisbeheer."Indirecte kosten Aan de prestatie van een arts in het ziekenhuis zijn een deel directe kosten verbonden, maar ook een deel indirecte kosten door de 'overhead': energieuitgaven, onderhoud, administratie,... Een recente studie van het KCE moest bepalen hoe die indirecte kosten aan de verschillende diensten worden aangerekend, maar kwam erop uit dat de ziekenhuizen dit in Finhosta niet op een gelijke wijze aangeven. Het KCE stelt voor om nieuwe richtlijnen op te stellen voor de ziekenhuizen om de indirecte kosten beter in kaart te kunnen brengen en vervolgens correct te kunnen toewijzen aan de diensten en de medische disciplines. "Een nieuw boekhoudkundig plan opstellen, dat uitrollen en voldoende gegevens verzamelen in de ziekenhuizen - dat is een proces van jaren. We zijn bang dat de minister daar niet op zal willen wachten. We hebben altijd gesteld dat de hervorming van de ziekenhuisfinanciering en die van de nomenclatuur gelijktijdig moet gebeuren, in één beweging. Anders blijf je met teveel onbekende factoren zitten." Je vastpinnen op een nieuwe nomenclatuur zonder het concrete kostenplaatje al volledig te kennen, is voor de artsen een sprong in het duister.Openstaande vragen In welke volgorde gaat men de verschillende zero-sum-operaties toepassen en wat voor invloed gaat dat hebben op het inkomen van artsen, vraagt Politis zich af. Een belangrijke lacune van de nomenclatuurhervorming is dat het totnogtoe alleen gaat over prestaties in het ziekenhuis. Voor de werkingskosten van de extramurale specialisten - en die van de huisartsen - is er nog helemaal niets uitgevoerd. "Als we gaan naar besluitvorming zonder dat dat in kaart is gebracht en daarover kan worden onderhandeld, moet men niet verrast zijn wanneer we zeggen dat het daar voor ons stopt." Ook wat er met de ereloonsupplementen gebeurt, moet nog worden opgehelderd. Er zijn verder heel wat vragen over de verdere uitrol van de hervorming. Heel wat systemen en informatica zullen aan de nieuwe nomenclatuur moeten worden aangepast. Stan Politis vraagt zich ook af hoe men de nieuwe nomenclatuur dynamisch genoeg zal maken. Nieuwe aktes moeten vlot in de nomenclatuur en in de waardeschalen kunnen worden ingeschoven - anders zit men over 15 jaar met hetzelfde probleem als nu.