...

Het totale ambulante antibioticagebruik in ons land is de voorbije jaren gunstig geëvolueerd. Het aantal voorschriften volgt nog steeds een dalende lijn. Ook met de kwaliteit gaat het stilaan de goede richting uit, al blijft het aandeel van breedspectrum antibiotica te hoog in ons land. Tot die conclusies komt onderzoeker dokter Niels Adriaensssens (Centrum voor Huisartsgeneeskunde UA) die zijn doctoraatsproef presenteert aan de vooravond van de vijfde Europese antibioticadag op 18 november. Hij ontwikkelde ook een nieuwe set kwaliteitsindicatoren die huisartsen moeten ondersteunen in hun antibioticumkeuze.In het eerste luik van zijn onderzoek focust Adriaenssens op de resultaten van de European Surveillance of Antimicrobial Consumption (ESAC), een Europees project dat tien jaar lang geleid werd door professor Herman Goossens (UA). Aan de hand van statistische analyses kon de onderzoeker voor de periode 1997-2009 een beeld schetsen van het totale ambulante gebruik en enkele opmerkelijke trends duiden zoals seizoensvariatie. "Binnen Europa stellen we vast dat er steeds meer breedspectrum middelen worden ingezet zoals amoxiciline met clavulaanzuur, macroliden en zelfs chinolonen. Antibioticagebruik is klassiek seizoensgebonden maar toch blijkt dat de impact van de seizoensfactor door de jaren heen aan belang inboet. Dat wijst mogelijk in de richting van een verbeterd voorschrijfgedrag." KwaliteitsindicatorenIn het tweede deel gaat Adriaenssens dieper in op de kwaliteit van het Europese en ook Belgische antibioticagebruik. Wordt er oordeelkundig voorgeschreven en hoe kan die kwaliteit nog verder opgekrikt worden? "We hebben een vergelijking gemaakt aan de hand van kwaliteitsindicatoren die uit de ESAC-gegevens kunnen worden afgeleid. Op basis daarvan bleek dat de kloof tussen Zuid- en Noord- Europa gehandhaafd blijft tijdens de periode 2004-2009. De zuiderse landen inclusief België consumeren niet alleen meer. Ze schrijven ook dubbel zoveel breedspectrum voor. Net als België trouwens."Omdat artsen meer nood hebben aan kwaliteitsindicatoren die rekening houden met de diagnose, ontwikkelde Adriaenssens een tweede set ziektespecifieke indicatoren. "Die werden gescoord als bruikbaar in de eerste lijn door 40 experts uit 25 landen. We pasten ze ook toe op gegevens van het Intego-project, een morbiditeitsregistratie-netwerk van Vlaamse huisartsen. In 2003 bedroeg het aandeel aanbevolen antibiotica slechts 30%. Vandaag halen we voor enkele diagnosen 50% maar dat is nog een eind verwijderd van het streefdoel dat op 80% ligt. Landen zoals Zweden halen dat streefcijfer vandaag al. Minder positief is dat in ons land het gebruik van chinolonen toeneemt. Dit breedspectrum antibioticum is nochtans geen eerste keuze in de richtlijnen. Toch wordt dit bij drie op de tien diagnoses van pneumonie voorgeschreven en nog frequenter bij cystitis." Deze indicatoren kunnen een doeltreffende tool zijn waarmee huisartsen hun eigen voorschrijfprofiel kunnen evalueren. "Maar een echt praktische toepassing vergt een integratie in het elektronisch medisch dossier. Ik hoop dat we met de softwareontwikkelaars aan tafel kunnen gaan om zo'n toepassing te realiseren. Ook op logistiek vlak is er meer ondersteuning nodig voor kwalitatief antibioticagebruik. Vandaag stellen we bijvoorbeeld vast dat heel wat smalspectrumantibiotica zoals het klassieke penicilline V moeilijk te verkrijgen zijn." AntischimmelmiddelenOok op het vlak van schimmelwerende medicatie bleek er binnen Europa een grote variatie. "In ons land wordt per inwoner de grootste hoeveelheid van deze middelen geconsumeerd. Verder onderzoek is nodig om te achterhalen welke drijfveren hierachter zitten. We weten ook nog bijzonder weinig over de resistentiemechanismen. Het is nog niet duidelijk in hoeverre toenemend gebruik daar invloed op heeft."