...
Artsen hebben een conservatief imago. Zeker is dat het geen hemelbestormers zijn. De enquête die Artsenkrant/Le Journal du Médecin in januari organiseerde, leert echter dat ze toch wel openstaan voor verandering. Zo kan de nomenclatuurhervorming op bijval rekenen op voorwaarde dat ze tot meer rechtvaardigheid leidt. Ook de wijze waarop men naar praktijkverpleegkundigen kijkt, is geëvolueerd. De verpleegkundige is aanvaard en vindt meer en meer ingang. Al heeft een aanzienlijk deel van de artsen wel nog praktische, organisatorische en financiële bezwaren. Het beleid houdt daarmee best rekening. Enkele kanttekeningen. Uiteraard is een klinische praktijk essentieel. Maar dokters willen ook ondernemen. Het sociaal statuut dat hun voorkeur wegdraagt, is dat van de zelfstandige beoefenaar van een vrij beroep. Dat strookt met het verdienmodel dat ze voorstaan. Meer dan dertig jaar socialistische ministers - met als Open VLD-intermezzo de huisarts Maggie De Block - heeft de prestatiebetaling niet onderuit kunnen halen.Integendeel, ze staat huizenhoog overeind. Forfaits blijven onpopulair. En artsen-specialisten willen ziekenhuizen mee beheren. Ook dat bevestigt de liberale uitgangspunten. Een wereldbeeld dat ten andere spoort met hun politieke voorkeuren (N-VA in Vlaanderen, MR in Franstalig België). Dit model van gezondheidszorg pleegt nochtans wel eens te botsen met de paradigma's van academici en politici. Het verbaast dus niet dat een bijwijlen doordrammend socialistisch minister als Frank Vandenbroucke geen hoge ogen gooit. Al is het natuurlijk populistisch en een brug te ver om de man als een totale nitwit weg te zetten, zoals een aanzienlijk aantal artsen doet.