...

De richtlijn vloeit voort uit het doctoraatsonderzoek van dokter Frieda Matthys (UA, faculteit geneeskunde en gezondheidswetenschappen), diensthoofd psychiatrie in het UZ Brussel en voorzitter van de Vereniging voor Alcohol- en Andere Drugproblemen (VAD), zo laat de VAD en de UA in een perscommuniqué weten. Al langer is bekend dat de aanwezigheid van ADHD de kans op het ontwikkelen van alcohol- en andere drugproblemen verdubbelt. In een populatie van verslaafden komt ADHD driemaal vaker voor dan in de algemene bevolking. Dat maakt de behandeling uiteraard complexer en de prognose ongunstiger. Toch wordt ADHD in de verslavingszorg vaak niet herkend en dus ook niet behandeld. In haar doctoraatsonderzoek stipt dokter Matthys aan dat in de wetenschappelijk literatuur verslaving vaak als een exclusiecriterium gezien wordt bij onderzoek naar ADHD. De verslavingszorg beschouwt ADHD doorgaans niet als een stoornis. Daarom kwam de nieuwe richtlijn tot stand via de organisatie van focusgroepen van verslavingsartsen en -psychologen.Systematische screening ADHD komt frequent (13-23%) voor bij mensen met een verslavingsproblematiek. Daarom stelt de richtlijn vooreerst dat systematische screening noodzakelijk is. Verder moet medicatie gezien worden als onderdeel van een geïntegreerde behandeling gericht op het trainen van vaardigheden zoals timemanagement, het uitstellen van behoeftebevrediging enzoverder. Het uittesten van de richtlijn gebeurde in twaalf centra en ze kreeg de goedkeuring van CEBAM. Wel blijven er nog een aantal problemen onopgelost. Een aandachtspunt, voor alle psychiatrische patiënten maar a fortiori voor mensen met een verslavingsprobleem, blijft stigmatisering. Ook preventie is nog steeds belangrijk. Het is immers bekend dat kinderen met ADHD dubbel zoveel risico lopen om een middelengebonden stoornis te ontwikkelen. Een kortdurende behandeling van ADHD verandert daaraan weinig en dus is verder onderzoek nodig om na te gaan welke interventies effectief kunnen zijn.