...

Het onderzoek van prof. Giles Kendall had betrekking op 43 kinderen, 24 jongens en 19 meisjes, die na minder dan 32 weken zwangerschap waren geboren en op de afdeling neonatale intensive care werden opgenomen. De onderzoekers onderzochten de witte stof van de pasgeborenen, een uiterst kwetsbaar gebied, op de datum waarop ze waren uitgerekend. Een jaar later zagen ze 40 van de 43 zuigelingen terug, die ze onderwierpen aan de tests van Bayley om de ontwikkeling van de zuigeling en zijn motorische en communicatieve vaardigheden te evalueren. 15 kinderen behaalden abnormale scores en vier van die scores wezen op een cognitieve stoornis. Door die resultaten te vergelijken zijn de auteurs tot de conclusie gekomen dat variaties in twee verhoudingen (choline/creatine en N-acetylaspartaat/choline) verband houden met een ontwikkelingsachterstand. Volgens prof. Kendall en zijn collega's is het dankzij die twee verhoudingen mogelijk met 70% zekerheid te voorspellen welke premature baby's een verhoogd risico lopen om op de leeftijd van één jaar motorische ontwikkelingsproblemen te hebben en dus vast te stellen of het noodzakelijk is vroegtijdig een intensieve behandeling te starten. (referentie: Radiology via Radiological Society of North America, 17 december 2013)