...
De pandemie was een intense en stresserende periode voor het zorgpersoneel. Met name de verpleegkundigen op de eenheid intensieve zorg betaalden een zware prijs. De ontelbare uren overwerk, het hoge sterftecijfer, het voortdurend moeten dragen van beschermingsmateriaal, de angst voor besmetting en het risico voor het gezin, het moeten verbieden van ieder bezoek aan de patiënten, ... het droeg allemaal bij tot een zware fysieke en mentale belasting. Dat de IZ-verpleegkundigen dan door sommigen in de maatschappij nog met de vinger werden gewezen als degenen die verantwoordelijk waren voor de beperkende maatregelen, kwam bijzonder hard aan.BevragingHet KCE-rapport 325 maakte vóór de covidcrisis al duidelijk dat er veel problemen waren met de organisatie van verpleegkundige zorg in de Belgische ziekenhuizen. De pandemie heeft deze problemen nog scherper gesteld.Het KCE-rapport plant drie studies over de verpleegkunde op intensieve zorg. Dit eerste rapport laat, aan de hand van een bevraging de IZ-verpleegkundigen zelf aan het woord over hun ervaringen, hun welzijn en hun eigen visie op het beroep. In het najaar volgen nog rapporten over het meten van de werkbelasting op IZ, en over de zorgorganisatie en financiering van deze afdelingen.De bevraging in dit rapport werd georganiseerd tijdens de vierde en de vijfde covidgolf. Er kwam een hoge respons op. 44% van de verpleegkundige gaf aan dat ze hun job willen verlaten, 26,5% zegt dat ze zelfs de verpleegkunde vaarwel willen zeggen.Het algemene risico van burn-out is hoog bij verpleegkundigen. Een grote groep toont wel een van de kenmerken van burn-out: emotionele uitputting, depersonalisatie, verminderde persoonlijke bekwaamheid. 39% geeft aan ontevreden te zijn over het werk. Driekwart vindt dat ze te weinig betaald worden voor het werk dat ze verrichten.De meeste verpleegkundigen vinden dat de kwaliteit van de zorg uiteindelijk wel goed is, maar vinden ook dat die er tijdens de covidcrisis is op achteruitgegaan. Ze geven aan dat ze sommige verpleegkundige taken door tijdsgebrek moeten laten vallen, maar dat ze daarnaast wel moeten instaan voor zaken die ook door niet-verpleegkundigen kunnen worden verricht.Maar 10% van de verpleegkundigen heeft er vertrouwen in dat het management van het ziekenhuis de problemen in de verpleegkunde kan aanpakken.Uit de bevraging blijkt ook dat er wel behoorlijk wat variatie zit per regio en per ziekenhuis in hoe verpleegkundigen hun situatie beoordelen. De ziekenhuizen met de beste werkomgeving scoren consequent beter op de verschillende punten - enkele slaagden erin de gevolgen van de pandemie op het welzijn van de IZ-verpleegkundigen te beperken.Algemeen planHet KCE dringt er bij de overheden op aan een algemeen plan uit te werken dat beoogt de attractiviteit van de verpleegkunde, in het bijzonder op de intensieve zorg, te verhogen. Dat moet minstens zorgen voor een betere erkenning, een passende verloning, een opwaardering van de opleiding, en een personeelsbezetting overeenkomstig internationale normen. Acties moeten de kwaliteit van de werkomgeving in de ziekenhuizen verbeteren. Ze moeten factoren aanpakken zoals de deelname aan het ziekenhuisbeleid, de kwaliteit van de werkrelatie tussen arts en verpleegkundige en verpleegkundig leiderschap.Het verband tussen het aantal patiënten per verpleegkundige en het welzijn van de verpleegkundigen of de gepercipieerde kwaliteit van zorg is minder duidelijk voor de intensieve zorg dan voor andere ziekenhuisafdelingen. Op intensieve zorg is er immers al een wettelijk maximumratio van 3 patiënten per verpleegkundige. Maar de 3:1-verhouding wordt niet in alle ziekenhuizen evengoed gerespecteerd. Te vaak worden ook hoofdverpleegkundigen ingeschakeld om deze ratio te halen - en daarmee van hun specifieke taken afgehouden. Een uniforme ratio voor alle afdelingen is ook niet de optimale regeling: de verpleegkundige aanwezigheid moet zijn aangepastaan de reële, objectieve zorgzwaarte. De invoering van verschillende niveaus van intensieve zorg valt te overwegen.Over deze items kunnen de twee vervolgrapporten van het KCE in het najaar nog meer duidelijkheid brengen.KCE-report 353A.