...

De voorbije jaren waren een dertiental instanties bezig met het aanmaken van onder andere EBM-richtlijnen met financiering van de overheid. Dat gebeurde zonder veel onderling overleg. De minister, zelf een sterke voorstander van EBP, wil de efficiëntie verhogen door zoveel mogelijk zorgverstrekkers snel en makkelijk toegang te bieden tot EBP-richtlijnen, gebaseerd op wetenschappelijk bewijs. In combinatie met de ervaringen als zorgverstrekker en voorkeuren van de patiënt moet dit leiden tot de best mogelijke zorgverlening. In juli 2016 kreeg het KCE de opdracht om een studie uit te voeren om na te gaan hoe dergelijk plan gerealiseerd kan worden. Het huidige EBP-plan is grotendeels op deze KCE-studie gebaseerd. In de ontwikkeling van richtlijnen onderscheidt het nieuwe plan zes fasen: prioritering, ontwikkeling, validatie, disseminatie, implementatie en evaluatie. Voor elk van deze fasen wordt met een vaste partner samengewerkt. Voor drie fasen werd de keuze reeds gemaakt door het KCE: de werkgroep ontwikkeling richtlijnen eerste lijn voor de ontwikkelingsfase, Cebam voor de validatie en EBMPracticeNet voor de disseminatie. EBMPracticeNet neemt een sleutelpositie in en zal fungeren als uniek portaal waarop iedere zorgverlener de meest actuele en gevalideerde evidence zal kunnen vinden. Het geheel zal gesuperviseerd worden door een nieuwe nog op te richten onafhankelijke structuur, een Network Administrative Organisation (NAO). Deze zal zorgen voor de aansturing van het EBP-plan en de onderlinge samenwerking faciliteren. Het KCE heeft de opdracht om deze NAO samen te stellen. Het EBP-plan richt zich tot de eerste lijn, omdat die de meeste expertise bezit inzake evidence-based werken. Op termijn zal het plan ook worden uitgebreid naar de tweede lijn. Het EBP-budget van ongeveer 7 miljoen euro blijft behouden, maar moet in de nieuwe structuur efficiënter gebruikt worden. De uitvoering van het EBP-plan vangt aan in 2018.