Dokter, hoe lang ga ik in het ziekenhuis moeten blijven? Het is een van de 'most frequently asked questions' na een opname in het ziekenhuis. Voor electieve ingrepen kan hiervoor vrij accuraat een schatting worden gegeven. Het wordt al wat moeilijker na een spoedopname met een diagnostisch internistisch probleem. Mijn initiële antwoord is dan vaak: "Net zolang het moet en niet langer dan nodig".

Alleen staat de duur van een ziekenhuisopname erg onder druk de laatste jaren. Dit heeft alles te maken met de manier waarop een ziekenhuisopname wordt gefinancierd. Iedere ziekenhuisopname geeft aanleiding tot een of meerdere diagnoses. Het geheel aan diagnoses (de zogenaamde Minimaal Klinische Gegevens) bepaalt dan, via een ingewikkelde formule, hoeveel dagen een ziekenhuisopname mag duren. Langer mag altijd, alleen staat er geen financiering tegenover deze overtallige dagen. Korter is uiteraard gewenst, gezien er op die manier een 'overschot' wordt gecreëerd.

Hoe kan je er nu voor zorgen dat een patiënt voldoende lang in het ziekenhuis mag verblijven? Door zoveel mogelijk bevestigde diagnoses te vergaren. En diagnoses worden heden ten dage vaak gesteld op basis van technische (lees: dure) investigaties. Dure technische onderzoeken zijn noodzakelijk om een ziekenhuisopname te verantwoorden. Ik heb, gedurende mijn hele carrière, nog nooit druk gevoeld vanuit het ziekenhuis om technische prestaties aan te vragen, dan wel uit te voeren. Ik ervaar wel druk om iedere patiënt zo vroeg mogelijk te ontslaan, en liefst sneller dan gemiddeld.

Het ziekenhuis heeft er alle baat bij dat een patiënt zo snel mogelijk wordt ontslagen. Jaarlijks wordt er een 'gemiddelde' ligduur vastgesteld voor iedere aandoening. Het is dus zaak onder deze gemiddelde ligduur te blijven. Iedereen wil de beste van de klas zijn. Uiteindelijk wordt de gemiddelde ligduur jaar na jaar korter. Je kan blijven schaven, tot op het bot, maar op een gegeven moment stopt het ook. Ik zeg soms met een boutade "dat we straks onze patiënten moeten ontslaan alvorens ze zijn opgenomen".

Er is een grens aan het steeds korter worden van hospitalisaties. Die grens is bijna bereikt

We proberen in het ziekenhuis het aantal opgestelde bedden zo optimaal mogelijk te beheren in functie van het potentiële aanbod patiënten. Een opgesteld bed dat leeg blijft brengt enkel kosten met zich mee, en geen inkomsten. Het aanbod van patiënten is de som van de electieve opnames en de niet-electieve (spoed)opnames.

Het aanbod aan niet-geplande spoedopnames in ons ziekenhuis volgde de voorbije jaren steeds mooi de curve van de griepepidemie. In de winter zijn er meer infecties, en is er meer vraag naar ziekenhuisbedden. In de schoolvakanties is er dan weer minder vraag naar electieve chirurgie. Door het aantal opgestelde bedden op die manier dynamisch aan te passen aan de te verwachten situatie, trachten we te komen tot een zo optimaal mogelijke inzet van personeel. En als we daarbij de patiënten nog net iets sneller kunnen ontslaan is dat, voor het ziekenhuis, mooi meegenomen.

Het ziekenhuis wint, de arts verliest. De arts neemt het risico om iemand misschien net te snel te ontslaan. De patiënt zal, bij een eventueel medisch probleem, al dan niet gelinkt aan een vervroegd ontslag, eerst bij de behandelend arts aankloppen. De arts int minder toezichtshonorarium bij een vervroegd ontslag.

Er is een grens aan het steeds korter worden van hospitalisaties. Die grens is bijna bereikt. "Net zolang het moet en niet langer dan nodig" zou de juiste houding moeten zijn. We moeten blijven opletten dan we niet evolueren naar een situatie als "niet zolang het zou moeten, en iets korter dan nodig".

De auteur schrijft in eigen naam.

Dokter, hoe lang ga ik in het ziekenhuis moeten blijven? Het is een van de 'most frequently asked questions' na een opname in het ziekenhuis. Voor electieve ingrepen kan hiervoor vrij accuraat een schatting worden gegeven. Het wordt al wat moeilijker na een spoedopname met een diagnostisch internistisch probleem. Mijn initiële antwoord is dan vaak: "Net zolang het moet en niet langer dan nodig".Alleen staat de duur van een ziekenhuisopname erg onder druk de laatste jaren. Dit heeft alles te maken met de manier waarop een ziekenhuisopname wordt gefinancierd. Iedere ziekenhuisopname geeft aanleiding tot een of meerdere diagnoses. Het geheel aan diagnoses (de zogenaamde Minimaal Klinische Gegevens) bepaalt dan, via een ingewikkelde formule, hoeveel dagen een ziekenhuisopname mag duren. Langer mag altijd, alleen staat er geen financiering tegenover deze overtallige dagen. Korter is uiteraard gewenst, gezien er op die manier een 'overschot' wordt gecreëerd. Hoe kan je er nu voor zorgen dat een patiënt voldoende lang in het ziekenhuis mag verblijven? Door zoveel mogelijk bevestigde diagnoses te vergaren. En diagnoses worden heden ten dage vaak gesteld op basis van technische (lees: dure) investigaties. Dure technische onderzoeken zijn noodzakelijk om een ziekenhuisopname te verantwoorden. Ik heb, gedurende mijn hele carrière, nog nooit druk gevoeld vanuit het ziekenhuis om technische prestaties aan te vragen, dan wel uit te voeren. Ik ervaar wel druk om iedere patiënt zo vroeg mogelijk te ontslaan, en liefst sneller dan gemiddeld. Het ziekenhuis heeft er alle baat bij dat een patiënt zo snel mogelijk wordt ontslagen. Jaarlijks wordt er een 'gemiddelde' ligduur vastgesteld voor iedere aandoening. Het is dus zaak onder deze gemiddelde ligduur te blijven. Iedereen wil de beste van de klas zijn. Uiteindelijk wordt de gemiddelde ligduur jaar na jaar korter. Je kan blijven schaven, tot op het bot, maar op een gegeven moment stopt het ook. Ik zeg soms met een boutade "dat we straks onze patiënten moeten ontslaan alvorens ze zijn opgenomen". We proberen in het ziekenhuis het aantal opgestelde bedden zo optimaal mogelijk te beheren in functie van het potentiële aanbod patiënten. Een opgesteld bed dat leeg blijft brengt enkel kosten met zich mee, en geen inkomsten. Het aanbod van patiënten is de som van de electieve opnames en de niet-electieve (spoed)opnames.Het aanbod aan niet-geplande spoedopnames in ons ziekenhuis volgde de voorbije jaren steeds mooi de curve van de griepepidemie. In de winter zijn er meer infecties, en is er meer vraag naar ziekenhuisbedden. In de schoolvakanties is er dan weer minder vraag naar electieve chirurgie. Door het aantal opgestelde bedden op die manier dynamisch aan te passen aan de te verwachten situatie, trachten we te komen tot een zo optimaal mogelijke inzet van personeel. En als we daarbij de patiënten nog net iets sneller kunnen ontslaan is dat, voor het ziekenhuis, mooi meegenomen. Het ziekenhuis wint, de arts verliest. De arts neemt het risico om iemand misschien net te snel te ontslaan. De patiënt zal, bij een eventueel medisch probleem, al dan niet gelinkt aan een vervroegd ontslag, eerst bij de behandelend arts aankloppen. De arts int minder toezichtshonorarium bij een vervroegd ontslag. Er is een grens aan het steeds korter worden van hospitalisaties. Die grens is bijna bereikt. "Net zolang het moet en niet langer dan nodig" zou de juiste houding moeten zijn. We moeten blijven opletten dan we niet evolueren naar een situatie als "niet zolang het zou moeten, en iets korter dan nodig".