...

Wie het grootste risico heeft om besmet te worden, en om daarbij ernstige compli- caties te ontwikkelen, komt het eerst in aanmerking om gevaccineerd te worden tegen covid. Dat billijkheidsprincipe paste ons land misschien wel als enige consequent toe. De meeste landen vaccineerden eerst de oudste leeftijdsgroepen die bij covid een groter risico liepen. Over de selectie van prioritair te vaccineren personen publiceerde de Taskforce Vaccinatie onlangs een rapport. Even het geheugen opfrissen. Begin februari 2021 publiceerde de Hoge Gezondheidsraad (HGR) de gedetailleerde lijst voor de bepaling van de prioritair te vaccineren groepen - dat is nadat de 65-plussers én de zorgprofessionals al waren gevaccineerd. Mensen tot 64 jaar oud met bepaalde chronische aandoeningen of met een verminderde immuniteit kregen prioriteit op de rest van de bevolking. Het was eigenlijk nog iets ingewikkelder. De lijst van de HGR bevatte 14 algemene condities. Voor sommige van deze condities kregen ook personen tussen 18 en 44 jaar oud prioritair het vaccin, maar voor andere condities kreeg deze leeftijdsgroep alleen voorrang op de leeftijdsgenoten - niet op de algemene groep tussen 45 en 64 jaar oud. In totaal werden 1.852.990 risicopersonen geïdentificeerd door de ziekenfondsen ('centraal') én door de huisartsen ('decentraal'). Ook het Kankerregister selecteerde risicopatiënten maar die zijn meegerekend in de centrale selectie door de ziekenfondsen. Zowat de helft van de mensen die wegens comorbiditeit voorrang kregen bij de vaccinatie werden zowel centraal gedetecteerd als door de huisartsen. Maar de ziekenfondsen selecteerden ruim een half miljoen mensen die de huisartsen niet op de radar staan hadden, en de huisartsen pikten er circa 350.000 risicopatiënten uit waar de centrale procedure had over gekeken. Beide sporen waren dus nodig voor de succesvolle uitkomst van de gevolgde strategie, zo concludeert het rapport van de Taskforce Vaccinatie. De centrale procedure maakte vooral gebruik van facturatiegegevens: het aanrekenen van bepaalde prestaties of het regelmatige gebruik van sommige medicatie wijzen erop dat de betrokken persoon een groter risico heeft. Of deze personen nu in Vlaanderen, Brussel of Wallonië wonen, ze kunnen even gemakkelijk in de databanken worden teruggevonden.Maar voor de decentrale selectie door de huisartsen blijkt de woonplaats wel een verschil uit te maken. Vlaamse huisartsen legden heel wat meer ijver aan de dag om hun risicopatiënten te identificeren dan hun Waalse collega's, zo blijkt uit het rapport. Vlaamse huisartsen selecteerden elk zowat 130 risicopatiënten, Brusselse huisartsen selecteerden er gemiddeld 82 en Waalse 63. Het GMD is al veel meer ingeburgerd in Vlaanderen. Van de Vlaamse patiënten heeft 82% een GMD, van de Brusselse en Waalse patiënten is dat respectievelijk 59% en 69%.Dat verschil in het veralgemeend zijn van het GMD verklaart echter niet helemaal de verschillen in het aantal geselecteerde risicopatiënten. Volgens een - tamelijk ruwe - berekening waarbij men correcties toepast voor de verschillen tussen de Gewesten rekent men dat de Vlaamse huisartsen per 100 patiënten met GMD er gemiddeld 42 selecteerden als iemand met een verhoogd risico, Brusselse huisartsen gemiddeld 35 en Waalse gemiddeld 23. De auteurs van het rapport opperen dat het verschil in ijver tussen de huisartsen misschien wel het verschil in het verloop van de pandemie tussen de gewesten kan helpen verklaren. In Wallonië zag je vanaf de zomer 2021 een hogere besmettingsgraad van het virus, en in het najaar 2021 lag het aantal ziekenhuisopnamen in Wallonië ook hoger. Dat is natuurlijk in eerste instantie toe te schrijven aan het verschil in de vaccinatiegraad tussen de Vlaamse en Waalse bevolking. Maar risicopersonen in Wallonië die zich wél lieten vaccineren, liepen een grotere kans dat ze pas later die reddende prik kregen. De selectieprocedure door de huisartsen bracht ook mee dat deze laatsten de registratie in het elektronische patiëntendossier moesten verbeteren. Daarvoor ontwikkelden de leveranciers van de verschillende pakketten een aantal algoritmes ('queries'). Patiëntendossiers die beter op orde staan moeten ook betere SumEHR's opleveren. Dat is volgens de rapporteurs ook het geval geweest, al tonen ze dat niet aan met data.Het rapport schat dat de gevolgde strategie per prioritair geplaatste spuit een meerkost had van tussen 0,40 en 060 euro. Maar de echte prijs van de strategie zal nooit achterhaald kunnen worden: hoeveel moet je bijvoorbeeld voor de inspanningen rekenen die de huisartsen hebben geleverd voor het doorgeven van hun risicopatiënten.