Ziekenhuizen werden in ijltempo ontruimd, huisartsen werden veredelde telefonisten en gingen triageposten bemannen, en sommige collega's zaten van de ene dag op de andere zonder inkomen.

Ondertussen zijn we drie maanden verder en keert de normaliteit stilaan terug. Niet zonder slag of stoot, want plexischermen hebben hun intrede gemaakt, de witte schort is terug in de huisartspraktijk en veel wordt er niet meer gewacht in de wachtzaal. Gaandeweg is er tijd voor evaluatie en kritische reflectie. Her en der zijn er ook profeten die de crisis te baat nemen om hun toekomstvisioenen op te dringen. Never waste a good crisis.

Voor wat betreft de huisartsgeneeskunde is het opvallend dat zowel de federale als de Vlaamse overheid slechts met één artsenvereniging aan tafel gaan. Onder andere directeur-generaal van de FOD Volksgezondheid Pedro Facon duidt dit -begrijpelijk vanuit zijn standpunt - enerzijds door een samenhang van snel schakelen, anderzijds door de wetenschappelijke taak van Domus Medica. Richtlijnen zijn er echter amper, en de genese ervan berust slechts op loutere consensus aan tafel. Weinig evidence, veel pragmatiek en ideologie.

Maar dan wordt het problematisch. Wetenschap behoort onafhankelijk te zijn, wars van ideologie en syndicalisme. Wanneer adviezen echter vertrekken vanuit een bepaalde voorafbestaande, eigen visie op de organisatie van de zorg, is het standpunt van de wetenschappelijke vereniging louter syndicalisme. Dat is bijvoorbeeld zo wanneer men CRA's zorg laat overnemen, en hier nadien meer financiële middelen voor vraagt. Dit terwijl elk extra consult reeds vergoed wordt via de normale honoraria.

Artsen die zich graag als architect van de zorg van morgen profileren, ...

Dat is ook zo wanneer men de eerstelijnszones, een Vlaams initiatief, taken toebedeelt die eigenlijk onder niet-planbare zorg vallen, wat in wezen een federale bevoegdheid is waar de artsenvertegenwoordiging gebeurt via verkiezingen. Misschien is het nuttig om ook eens na te lezen hoeveel schakelzorgcentra nooit zijn opengegaan, maar wel veel geld hebben gekost. Toevallig in een tijd waarin bespaard wordt op de installatie van jonge huisartsen.

Dat is zo wanneer men talmt om de niet-covidzorg opnieuw te herstarten. Doordat huisartsen geen protocols hebben voor telefonische triage zoals bijvoorbeeld in Nederland, leiden verdachte symptomen niet altijd tot de gepaste interventie. Die patiënten kunnen het vaak niet meer navertellen. Ook wanneer men blijft ijveren om covidzorg buiten de praktijk te houden in intermediaire structuren, speelt ideologie vermomd als wetenschap.

...moeten eerst opnieuw de grond voelen waarin de huisartsgeneeskunde al een tijdje succesvol gedijt

Sommigen willen zelfs een 24/7-weekwachtsysteem installeren om toch maar infectieuze pathologie buiten de praktijk te houden. Men zou beter de huisarts aanmoedigen en ondersteunen met richtlijnen om veilig alle patiënten in de eigen praktijk te kunnen blijven zien. Men kijkt enkel naar de angst van vandaag en vergeet het helikopterzicht over de zorg van pakweg dit najaar of nog later. Is de huisarts een bureaucraat die telefonisch de regie tracht te behouden? Of de vertrouwenspersoon die er ook fysiek staat als patiënten angstig en bezorgd zijn?

Deze crisis heeft mij geleerd dat artsen die zich graag als architect van de zorg van morgen profileren, eerst opnieuw de grond moeten voelen waarin de huisartsgeneeskunde al een tijdje succesvol gedijt.

Ziekenhuizen werden in ijltempo ontruimd, huisartsen werden veredelde telefonisten en gingen triageposten bemannen, en sommige collega's zaten van de ene dag op de andere zonder inkomen. Ondertussen zijn we drie maanden verder en keert de normaliteit stilaan terug. Niet zonder slag of stoot, want plexischermen hebben hun intrede gemaakt, de witte schort is terug in de huisartspraktijk en veel wordt er niet meer gewacht in de wachtzaal. Gaandeweg is er tijd voor evaluatie en kritische reflectie. Her en der zijn er ook profeten die de crisis te baat nemen om hun toekomstvisioenen op te dringen. Never waste a good crisis. Voor wat betreft de huisartsgeneeskunde is het opvallend dat zowel de federale als de Vlaamse overheid slechts met één artsenvereniging aan tafel gaan. Onder andere directeur-generaal van de FOD Volksgezondheid Pedro Facon duidt dit -begrijpelijk vanuit zijn standpunt - enerzijds door een samenhang van snel schakelen, anderzijds door de wetenschappelijke taak van Domus Medica. Richtlijnen zijn er echter amper, en de genese ervan berust slechts op loutere consensus aan tafel. Weinig evidence, veel pragmatiek en ideologie. Maar dan wordt het problematisch. Wetenschap behoort onafhankelijk te zijn, wars van ideologie en syndicalisme. Wanneer adviezen echter vertrekken vanuit een bepaalde voorafbestaande, eigen visie op de organisatie van de zorg, is het standpunt van de wetenschappelijke vereniging louter syndicalisme. Dat is bijvoorbeeld zo wanneer men CRA's zorg laat overnemen, en hier nadien meer financiële middelen voor vraagt. Dit terwijl elk extra consult reeds vergoed wordt via de normale honoraria. Dat is ook zo wanneer men de eerstelijnszones, een Vlaams initiatief, taken toebedeelt die eigenlijk onder niet-planbare zorg vallen, wat in wezen een federale bevoegdheid is waar de artsenvertegenwoordiging gebeurt via verkiezingen. Misschien is het nuttig om ook eens na te lezen hoeveel schakelzorgcentra nooit zijn opengegaan, maar wel veel geld hebben gekost. Toevallig in een tijd waarin bespaard wordt op de installatie van jonge huisartsen. Dat is zo wanneer men talmt om de niet-covidzorg opnieuw te herstarten. Doordat huisartsen geen protocols hebben voor telefonische triage zoals bijvoorbeeld in Nederland, leiden verdachte symptomen niet altijd tot de gepaste interventie. Die patiënten kunnen het vaak niet meer navertellen. Ook wanneer men blijft ijveren om covidzorg buiten de praktijk te houden in intermediaire structuren, speelt ideologie vermomd als wetenschap.Sommigen willen zelfs een 24/7-weekwachtsysteem installeren om toch maar infectieuze pathologie buiten de praktijk te houden. Men zou beter de huisarts aanmoedigen en ondersteunen met richtlijnen om veilig alle patiënten in de eigen praktijk te kunnen blijven zien. Men kijkt enkel naar de angst van vandaag en vergeet het helikopterzicht over de zorg van pakweg dit najaar of nog later. Is de huisarts een bureaucraat die telefonisch de regie tracht te behouden? Of de vertrouwenspersoon die er ook fysiek staat als patiënten angstig en bezorgd zijn? Deze crisis heeft mij geleerd dat artsen die zich graag als architect van de zorg van morgen profileren, eerst opnieuw de grond moeten voelen waarin de huisartsgeneeskunde al een tijdje succesvol gedijt.