...

Door een arrest van 15 juni 2023 vernietigde de Raad van State de beslissing van het RIZIV van 23 april 2021 waarbij de aanvraag van een adviserend arts bij het RIZIV tot het uitoefenen van een bijkomende activiteit als collecte-arts bij het Rode Kruis werd geweigerd.Op 18 augustus 2023 richtte deze arts een verzoek aan de Raad van State tot het verkrijgen van een schadevergoeding tot herstel, naar aanleiding van de onwettigheden vastgesteld in het arrest van 15 juni 2023. Over dit verzoek velde de Raad van State op 10 oktober 2024 een arrest.RIZIV mag nevenactiviteiten niet systematisch verbiedenArtikel 4, §1, van het KB nr. 35 van 20 juli 1967 houdende het statuut en barema van adviserend artsen van het RIZIV bepaalt onder meer dat de adviserend arts zijn opdracht voltijds uitoefent. Hij kan geen andere bijkomende medische activiteit uitoefenen, behalve wanneer hij daarvoor de steeds herroepbare toestemming van het Comité van de Dienst voor geneeskundige evaluatie en controle krijgt op voorstel van de geneesheer-directeur van de verzekeringsinstelling. Volgens de Raad van State verzet deze laatste zin zich op het eerste gezicht tegen een algemeen verbod om andere bijkomende medische activiteiten uit te oefenen. Om die reden diende het RIZIV de aanvraag van de verzoekende arts concreet te onderzoeken aan de hand van de verstrekte informatie aangaande de functiebeschrijving, de impact op de consultaties, de vergoeding en of de aanvraag mogelijks in conflict zou kunnen komen met de taak als adviserend arts en de verplichte verzekering. Door zonder meer te verwijzen naar een algemene beleidslijn om elke bijkomende medische activiteiten te weigeren, op onderzoeks- en onderwijsactiviteiten na, heeft het RIZIV zich bediend van een stijlformule die kan worden ingeroepen bij iedere weigeringsbeslissing waarbij een aanvraag om een bijkomende medische activiteit uit te oefenen wordt verworpen. Daarop vernietigde de Raad van State de beslissing om de nevenactiviteit als collecte-arts te weigeren.De schadevergoedingOm van de Raad van State een schadevergoeding tot herstel te kunnen verkrijgen moet een onwettigheid van een beslissing zijn vastgesteld en moet er een causaal verband bestaan tussen deze onwettige beslissing en de geleden schade. Aan de eerste voorwaarde was uiteraard voldaan. Hoewel de Raad van State niet volledig inging op het verzoek wat betreft het bedrag van de gevraagde schadevergoeding, werd toch een causaal verband vastgesteld tussen de onwettelijke weigering en de geleden schade en werd een schadevergoeding toegekend.