...

Braekeleirs staat zeven jaar aan het hoofd van het BlueHealth Innovation Center (BHIC). Het BHIC coacht zorgprofessionals, startups en studenten in de uitbouw van innovatieve digitale oplossingen in cure, care en comfort. Hij noemt zichzelf een technoloog, die in technologie vooral opportuniteiten ziet eerder dan bedreigingen: een techoptimist. Welke tendensen kent de healthTech- wereld dit jaar en de volgende jaren? Braekeleirs schetst eerst twee "overkoepelende", maatschappelijke tendensen die weliswaar een invloed hebben op de ontwikkelingen in healthTech. De eerste: zorg krijgt steeds meer digitale toepassingen. Tom Braekeleirs: "Maatschappelijke tendensen als vergrijzing, chronische en leefstijlziektes zetten druk op ons zorgsysteem. Om het kwalitatief en betaalbaar te houden, lijkt digitaliseren een valabele optie omdat je hierdoor schaalvoordelen creëert. Andere - minder wenselijke - opties zijn gezondheidszorg privatiseren zoals in de VS, of besparen op publieke gezondheidszorg. Door digitale toepassingen in te zetten, kan je in principe evenveel patiënten behandelen zonder dat je meer personeel moet inschakelen. Thuismonitoring en teleconsultatie zijn twee voorbeelden die nu al toegepast worden en in de toekomst nog aan belang zullen winnen." Een tweede 'megatrend' is volgens Braekeleirs (de nood aan meer) ondernemerschap in de zorg. Braekeleirs: "Er is een ondernemersmindset nodig om een project verder te laten groeien dan één arts, één ziekenhuis ... Aan ondernemende artsen met ideeën voor bv. een nieuwe tool of techniek ontbreekt het niet in ons land. Ondernemend zijn is weliswaar nog niet hetzelfde als ondernemer zijn. Dat houdt in: problemen vaststellen daar waar er zijn, daarvoor oplossingen en opportuniteiten zien, en durven te testen en te experimenteren." In eenzelfde adem duidt Braekeleirs op twee vaak voorkomende struikelblokken op de weg van het ondernemerschap. "Wat technologie betreft, dus ook digitale technologie, zijn we erg gefocust op wat er allemaal mis kan gaan. De werkzaamheid van een farmaceutisch middel is nooit 99,9%. Een arts kan al eens een dag ziek zijn. Dat wordt aanvaard. Van digitale toepassingen wordt echter verwacht dat ze altijd up en running zijn. Ligt een algoritme even uit, dan is het de volgende dag crisisvergadering." Tweede struikelblok: hoe je project verder dragen dan de initiële fase? "Het moment waarop doorgaans de reflectie gemaakt wordt: en nu is het aan het Riziv", zegt Braekeleirs. "In ons land leeft sterk de idee dat gezondheidszorg zo goed als gratis is, en dus dat een oplossing niet 'bestaat' zolang het Riziv het niet terugbetaalt." "Terwijl we nieuwe businessmodellen moeten durven te exploreren, willen we dat een project op een structurele manier kan voortleven zonder dat we constant aan de geldkraan moeten hangen. Het Riziv is een stukje van de financieringspuzzel. Misschien kunnen ook de patiënt zelf, de zorgverstrekker, de privéverzekeraar, de werkgever... daarin een rol spelen."Naast bredere maatschappelijke tendensen op vlak van zorg en digitale technologie schetst de BHIC-directeur ook enkele specifieke trends in de start-upwereld van healthTech, op korte termijn (twee à drie jaar) dan wel lange termijn (vijf à tien jaar). Zoals we niet omheen de digitalisering van zorg kunnen, kunnen we ook niet omheen de trend dat veel start-ups een mobiele oplossing bedenken. Tom Braekeleirs: " Outpatient monitoring is zo'n onderdeel van mobiele oplossingen. We lopen nu eenmaal allemaal rond met een computer in onze broekzak of handtas. Deze kan evengoed ingezet worden voor medische doeleinden. De grote jongens in de smartphonewereld, gaan er sowieso iets mee doen. Het is dan beter om ervoor te zorgen dat dit op de meest onderbouwde manier gebeurt. Maar vooral, dat er heel specifieke oplossingen bedacht worden." Als concreet voorbeeld haalt hij de Belgische app Fibricheck aan, "wereldtop als het aankomt op de detectie van voorkamerfibrillatie en andere cardiologische aandoeningen". Naast (para)medische hulp hebben patiënten ook nood aan niet-medische hulp en ondersteuning, zoals hulp bij huis-, tuin- en keukenklussen, vervoer, administratie ... Niet elke patiënt kan echter terugvallen op een even groot netwerk en daar zien sommige start-ups een oplossing voor, elk met hun eigen klemtoon. Sinds 2017 is in België zo Helpper actief, het digitaal thuishulpplatform voor buren door buren. "Dergelijke toepassingen richten zich dan niet rechtstreeks tot de arts of de zorgprofessional, het is wel interessant om van het bestaan af te weten om de patiënt nog beter te kunnen informeren tijdens zijn behandelingstraject", zegt Braekeleirs. Steeds meer healthTechondernemers gebruiken 'gamification' bij het ontwikkelen van tools voor ziektemanagement, behandeling of revalidatie. Door het toepassen van dezelfde tactieken als spelontwikkelaars, kan je de therapietrouw verhogen, of nieuwe inzichten verwerven. Een bekend voorbeeld in België is de interactieve speelmat met druksensoren Matti (van het Gentse Creative Therapy). Kinesisten en fysiotherapeuten gebruiken de mat tijdens oefeningen, via de mat zouden de kinderen met developmental coordination disorder (DCD) sneller en gemakkelijker bepaalde handelingen onder de knie moeten krijgen. "Ook voor opleidingen zijn spelelementen uitermate interessant. Denk hierbij maar aan PlayItSafe, dat veiligheidsprocedures in ziekenhuizen spelenderwijs traint." De manier waarop we nu met software omgaan - via een laptop, of muis en toetsenbord - is niet intuïtief. "We slepen nog altijd oude interfaces mee uit het verleden." De interactie met technologie zal in de komende jaren sterk wijzigen. Virtual Reality (VR) of Mixed Reality zijn hier concrete voorbeelden van. Naar iets kijken, dat kunnen we van nature uit. De volgorde van letters op een toetsenbord, moeten we leren. Ook in gezondheidszorg zien we nu al voorbeelden. Oncomfort gebruikt een VR-'bril' voor virtuele sedatie en stressbeheersing, maar ook in het OK zien we al toepassingen. Het project SARA, waarbij augmented reality gebruikt wordt om een 3D-weergave van medische beelden en andere informatie te overlappen met de anatomie van de patiënt tijdens operaties, is een interessante evolutie om te volgen binnen de neurochirurgie." Natural Language Processing (NLP) - een vorm van artificiële intelligentie (AI) die zorgt dat relevante informatie uit data gestructureerd wordt opgehaald - belooft op korte termijn heel wat impact te hebben op de manier waarop zorginstellingen data verzamelen en zullen inzetten, zegt Tom Braekeleirs. "Nu al passen ziekenhuizen dit toe om PROMS (Patient Reported Outcome Measures, nvdr) te halen uit medische historiek. Opdat AI goed zijn werk kan doen, zijn kwalitatieve data nodig. Die data zijn moeilijk te 'maken' nadat ze zijn ingegeven in het systeem. In feite moet je al tijdens de stap ervoor ingrijpen, nl. de manier waarop data worden ingevoerd. Het meest gebruikte veld in EMR-programma's om data in te geven is het notaveld. Veel startups richten zich er vandaag de dag op om die niet-gestructureerde data in patiëntendossiers om te vormen tot gestructureerde data zodat ze klaar zijn om gebruikt te worden door AI-systemen." Voorbeelden in België zijn Lynxcare, ibis.ai, Tiro.health ... Dankzij artificiële intelligentie kunnen we bepaalde taken die voorheen door mensen werden uitgevoerd, automatiseren. "Op korte termijn zal AI de meeste impact hebben op medische beeldvorming", weet Tom Braekeleirs. "AI-systemen zullen het gros van de beelden bekijken en een voorzet geven aan de radioloog." Naast ondersteuning bij diagnose kan automatisering volgens Braekeleirs op korte termijn ook een rol spelen in de vroegtijdige detectie van bv. kankers. "Voor de opsporing en behandeling van covid-19 werden de afgelopen periode heel wat CT-scans genomen van de longen. Deze kunnen evengoed ingezet worden voor de zeer vroege detectie van longkanker, zoals nu al gebeurt in enkele Europese landen. Belangrijk hierbij is wel om op te merken dat AI ten dienste staat van de mens, en niet omgekeerd. Als we spreken over automatisering, moeten we die nuance daar altijd bij plaatsen en ook de nodige ethische discussies aangaan." Hoe kan je de ervaring met zorg voor een patiënt zo persoonlijk mogelijk maken? "Die vraag zal de komende jaren steeds centraler komen te staan", zegt Braekeleirs. Al kunnen heel wat data die vandaag ter beschikking zijn, bv. in het EMD, reeds aangewend worden om die zorgervaring persoonlijker te maken - meer dan nu het geval is. "Een voorbeeld. Een patiënt komt naar het ziekenhuis. Op het moment dat de patiënt het ziekenhuis binnenkomt weet je eigenlijk al waarom hij daar is aangezien hij een afspraak heeft, tenzij hij via spoed komt. Via nummerplaatherkenning zou je bijvoorbeeld kunnen aangeven waar hij zich het best kan parkeren in functie van waar in het ziekenhuis hij moet zijn. Daarnaast zal de hoeveelheid data er ook voor kunnen zorgen dat therapie op maat van de patiënt wordt afgestemd. Niet iedereen heeft nu eenmaal dezelfde noden of achtergrond." Tom Braekeleirs: "Vandaag is het gros van de datagedreven bedrijven Amerikaans of Aziatisch. Europa is gebonden aan het stringente kader van de GDPR (General Data Protection Regulation, de Europese richtlijn die het beheer en de beveiliging regelt van persoonlijke gegevens van Europese burgers, nvdr). Dat is een goed kader, maar wordt al te vaak als excuus gebruikt om projecten niet op te starten met als mogelijk gevolg dat Europese bedrijven zich de kaas van het brood laten eten door bedrijven uit andere werelddelen. Verwacht wordt dat er binnenkort wettelijke kaders zullen komen die toelaten om data in te zetten in concrete scenario's. Onder impuls van dergelijke nieuwe initiatieven zal de initiële angst om data aan te wenden, hopelijk snel wegebben." HealthTechinitiatieven of start-ups die een oplossing aanbieden om het algemene welzijn te verbeteren eerder dan een puur medische, zullen prominenter op de voorgrond komen. Tot voor enkele jaren werden initiatieven die focussen op het (mentale) welzijn niet altijd even serieus genomen. Tot experten er heil begonnen in te zien. De start-up Moonbird heeft in nauwe samenwerking met ademhalingscoaches, psychologen en gereputeerde neurologen zoals prof. Steven Laureys uitvoerig onderzocht hoe haar toestel, app en algoritmes mensen kunnen helpen om beter adem te halen, en stress en angst te reduceren. Met succes want de start-up haalde vorig jaar 1,5 miljoen euro op. De covidperiode heeft het belang van algemeen en mentaal welzijn in het bijzonder nog eens extra onder de aandacht geplaatst.