...

Veel Nederlandse huisartsen, vooral zelfstandige, stoppen met werken voor hun 65ste. Van de mannen tussen 60 en 65 jaar is nog 38% aan de slag, van de vrouwen 20%. (Dat kan evenwel in een andere functie zijn.) Die cijfers zijn representatief voor de algemene beroepsbevolking in Nederland: daarvan is 39% van de mannen en 21% van de vrouwen nog aan de slag. Avond- en weekend "Toch werken huisartsen langer dan voorheen", aldus Lud van de Velden van Nivel. Vroeger gaven huisartsen aan te stoppen omwille van de hoge werklast, maar reorganisaties in de sector brachten daar verandering in. "Nu draaien meer huisartsenposten avond- en weekenddiensten, waardoor huisartsen hun beroep nu langer blijven uitoefenen."Tien jaar geleden stopten mannen gemiddeld op de leeftijd van 56,5 jaar, nu is dat 58,8 jaar. Bij de vrouwen is dat nu 49,1%, tien jaar geleden 47%. De leeftijdsopbouw in die groep zorgt echter voor een artificie vergelijking. Er zijn immers relatief weinig oudere vrouwelijke huisartsen, vijfentwintig jaar geleden werden vooral mannen huisarts. Vrouwen Aangezien de beroepsgroep voor een steeds groter deel uit - jonge - vrouwen bestaat en ook de meerderheid van de huisartsen in opleiding en geneeskundestudenten vrouw is, zal dat artificie verschil op termijn verdwijnen. (De laatste jaren is de kans dat een vrouwelijke huisarts stopt al gelijk geworden aan de kans dat een man stopt.)De onderzoekers stelden ook vast dat nieuwe huisartsen liever in duo- of groepspraktijken werken. Steeds maar solopraktijken worden na overname dan ook omgevormd tot een groepspraktijk.Capaciteitsorgaan Het onderzoek kwam er in samenwerking met het Capaciteitsorgaan. Door de evolutie van de werksituatie bij Nederlandse huisartsen na te gaan (de trends in het stoppen, de redenen waarom huisartsen het voor bekeken houden, de wensen van de aankomende generatie en het aantal waarnemers), kan het Capaciteitsorgaan bepalen hoeveel mensen er opgeleid moet worden en welke 'bewegingen' zich afspelen bij huisartsen.