...

Het protontherapiecentrum van Universitair Medisch Centrum Groningen en dat van TU Delft openen in 2017 beide hun deuren, dat is onlangs bekend geraakt en staat vandaag ook te lezen in Medisch Contact. Het centrum in Delft is een samenwerking met Erasmus MC (Rotterdam) en het Leids UMC.De twee centra kregen al in 2013 groen licht van de Nederlandse overheid, maar nu zijn ook de financiering en de contracten rond en kan met de bouw worden gestart.Naar vier centraMaar daar blijft het niet bij. Het MUMC+ en Maastro willen ook in Maastricht een protonentherapiecentrum openen, en ook voor een centrum in Amsterdam zijn er concrete plannen. Ook deze twee centra kregen al een vergunning van de Nederlandse overheid.Onze noorderburen plannen dus in totaal vier centra: een in het noorden en een in het zuiden van het land, naast twee in de randstad.De Nederlandse ziekteverzekaars zijn niet zo gelukkig met die plannen. Ze wijzen er bijvoorbeeld op dat men in Engeland twee centra voor prototentherapie genoeg vindt.Voordelig of alleen maar duurder?Protonentherapie (een vorm van hadrontherapie) heeft het voordeel dat de stralingdosis heel gericht in de tumor kan worden gedeponeerd. De omliggende weefsels worden veel minder aangetast dan met klassieke radiotherapie. Dat zou vooral voordelen opleveren bij kinderen en bij bepaalde vormen van kanker.Men kan hogere doses aan de patiënten toedienen met minder bijwerkingen. Maar of dat effectief betere resultaten geeft op bijvoorbeeld de overleving, is nog een open vraag. Protonentherapie is wel duurder dan klassieke therapie.In België is er sprake van twee centra, een in Leuven en een in Charleroi. Maar onlangs stelde minister Maggie De Block in de Kamercommissie dat de federale overheid en de ziekteverzekering nog geen enkele financiële verbintenis zijn aangegaan, en dat de overheid ook nog geen financiële middelen heeft opzijgezet voor de oprichting van dergelijke centra.