...

In een gesprek met Artsenkrant geeft Vlaams minister van Sport Philippe Muyters (N-VA) meer uitleg bij het nakende medisch geschiktheidsprotocol voor sporters. "Het wordt niet zomaar een batterij testen om op elke sporter toe te passen, maar een sportspecifiek protocol met aandacht voor de kenmerken van de verschillende sporttakken", aldus Muyters. "Door het protocol dynamisch op te vatten, helpen we bovendien aan de opbouw van wetenschappelijke kennis over sportblessures."Het protocol zomaar een 'breed screeningsprotocol' noemen, vindt Philippe Muyters gevaarlijk. "Het is inderdaad breed opgevat, maar dat slaat op wat allemaal onderzocht wordt: niet enkel het hart, maar ook de longen, de gewrichten, ... Er komen dus verschillende disciplines aan te pas."De Vlaamse minister van Sport ontkent evenwel niet dat in het protocol een gemeenschappelijk gedeelte zit voor alle sporttakken. "Sommige aspecten van het protocol, bijvoorbeeld het opmeten van de bloeddruk, zullen bij 80 of zelfs 90% van alle sporten terug zal komen. En misschien voer je bij de helft van de sporten voor 10 of 20% hetzelfde onderzoek uit. Maar zomaar zeggen dat het protocol 'breed toepasbaar' is, wekt de indruk dat iemand die aan liggend karabijnschieten doet, haast op volledig dezelfde manier getest zal kunnen worden als een marathonloper. En dat zou dan weer betekenen dat het onderzoek niet alleen nuttig is voor alle sporters, maar voor de hele bevolking. Daar kan wel iets voor te zeggen zijn, maar dat is materie voor onze collega's van Volksgezondheid en niet voor de minister van Sport."Financieel haalbaarZoveel mogelijk Vlamingen op een zo verantwoorde manier aan het sporten krijgen of houden, dat is het uiteindelijke doel van dit alles. "Uiteraard mag de kostprijs van de screening mensen niet tegenhouden om aan sport te gaan doen. We zullen er dan ook op toezien dat het protocol betaalbaar blijft voor iedereen", aldus minister Muyters. Daarvoor rekent hij op verschillende partijen. "Vaak anticiperen clubs of federaties op soortgelijke financiële problemen bij hun leden door een stukje 'solidarisering' in te bouwen. Daarnaast denken we dat de ziekenfondsen een rol zullen spelen, via hun aanvullende verzekering. En ook de verzekeringsmaatschappijen kunnen mee op de boot springen. Heel wat federaties hebben een verplichte bijkomende verzekering bovenop de ziekteverzekering, daar liggen dus mogelijkheden."Dat het Nationale Intermutualistische College de boot voorlopig lijkt af te houden, is volgens Muyters niet geheel onlogisch. "Althans niet op een moment waarop de contouren van het protocol nog niet zijn bekendgemaakt. Maar eens alles is afgewerkt en we kunnen aantonen dat we de sportspecifieke en niet de brede sociale gezondheidszorg op ons nemen, zal de meerwaarde duidelijk zijn. En dan zal de bereidheid bij het NIC er wel zijn, daar ben ik van overtuigd."TimingVraag is natuurlijk wanneer die contouren scherp zullen zijn afgelijnd. Muyters: "Waarschijnlijk wordt dat iets voor het einde van dit jaar. Al communiceren we misschien al eerder over bepaalde technische aspecten via de vakpers. Uit de hoek van de zorgprofessionals komen er immers vragen. Zo stellen sommige artsen zich - terecht - de vraag welke workload dit alles met zich mee zal brengen. Het is maar wat normaal dat we hen zo snel mogelijk info zullen bezorgen over de tools die zij in handen zullen krijgen om alles goed uit voeren."