Eén zwaluw maakt de lente niet, maar zodra we binnen het bestuur van BeMSA Gent beginnen uit te kijken naar nieuwe bestuursleden voor het volgende academiejaar, is het meestal zover.

Bij iedere kandidatuur wordt er tijdens een heuse verkiezingsvergadering gekeken naar de motivatie, de ervaring en andere eigenschappen van de kandidaat in kwestie. Af en toe blijkt die motivatie een struikelblok te zijn, wat ertoe kan leiden dat iemand niet verkozen wordt.

Ik moet er geen tekeningetje meer bij maken: geneeskunde is waarschijnlijk een van de meest competitieve richtingen. Al in de eerste bachelorjaren krijg je als student, weliswaar af en toe, de vraag "wat je later wil doen". Niet zelden jagen geneeskundestudenten al van in den beginne een bepaalde specialisatie na, of is het doel "gewoon niet huisarts".

Aangezien de selectieprocedure voor de specialisaties afhangt van een puntensysteem gebaseerd op examenresultaten, stages, portfolio en meer, maakt menig student zich daar wel eens druk over. Bijgevolg is een extra lijntje op het CV, al dan niet in de vorm van een bestuursfunctie bij een studentenvereniging, voor een aantal studenten heel aantrekkelijk.

Hierdoor zit er bijna elk jaar tussen de kandidaturen wel iemand waarvan sterk vermoed kan worden dat een iets langer CV de voornaamste motivatie. In mijn ervaring worden deze mensen (gelukkig) zelden verkozen. Het is wel tekenend voor een studiecultuur waarin er een bijna pathologische drang is om het onderste uit de kan te halen. Waar weinigen content zijn met een 12/20 en waarin niet iedereen bereid is medestudenten te helpen. Kwestie van de 'concurrentie' voor te blijven. Die constante druk heeft ongetwijfeld een negatieve impact op het mentaal welzijn van menig student.

Het is tekenend voor een studiecultuur waarin er een bijna pathologische drang is om het onderste uit de kan te halen

Recent sprak ik met iemand die al een aantal jaar praktijkassistente is in de opleiding en op die manier een vinger aan de pols houdt bij de studenten. Ze vertelde over een idee om als deel van het curriculum studenten (verplicht) te laten meedoen aan een activiteit die in de verste verte niets met geneeskunde te maken heeft, denk aan een kookles, schilderworkshop of sportactiviteit. Een soort no strings attached kans op zelfontplooiing die zou culmineren in een groot afstudeerevent, wat de verbondenheid tussen studenten nog meer zou moeten aanwakkeren.

Zelfontplooiing en verbondenheid zijn uiteraard onontbeerlijk, de vraag rijst echter of zo'n kunstmatige ingreep wel de beste resultaten zou opleveren (en waar die nog in het nu al overvolle curriculum gepropt zou worden). Als student wordt er al zo veel op ons bord wordt gesmeten, laat ons ervoor zorgen dat wat we er zelf bijnemen ons nog smaakt.

De focus kan misschien beter op 'preventie' gelegd worden: komaf maken met een maatschappij waarin bepaalde specialisaties opgehemeld worden ten nadele van andere, of specialiseren in het algemeen verheven wordt boven 'maar' huisarts worden kan daarbij helpen. Een programma als 'Dag Dokter' als tegenhanger van, of liever, als aanvulling op 'Topdokters' en de re-evaluatie van de eerstelijnszorg in het kader van de pandemie kunnen daar misschien iets aan veranderen.

Een omslag in de soms toxische studiecultuur in de opleiding is nog niet voor morgen. Laat ons in tussentijd zo veel mogelijk genieten van de kansen tot zelfontplooiing die nu al breed aangeboden worden. Bestuurslid worden bij BeMSA Gent bijvoorbeeld, iemand interesse?

Eén zwaluw maakt de lente niet, maar zodra we binnen het bestuur van BeMSA Gent beginnen uit te kijken naar nieuwe bestuursleden voor het volgende academiejaar, is het meestal zover. Bij iedere kandidatuur wordt er tijdens een heuse verkiezingsvergadering gekeken naar de motivatie, de ervaring en andere eigenschappen van de kandidaat in kwestie. Af en toe blijkt die motivatie een struikelblok te zijn, wat ertoe kan leiden dat iemand niet verkozen wordt.Ik moet er geen tekeningetje meer bij maken: geneeskunde is waarschijnlijk een van de meest competitieve richtingen. Al in de eerste bachelorjaren krijg je als student, weliswaar af en toe, de vraag "wat je later wil doen". Niet zelden jagen geneeskundestudenten al van in den beginne een bepaalde specialisatie na, of is het doel "gewoon niet huisarts". Aangezien de selectieprocedure voor de specialisaties afhangt van een puntensysteem gebaseerd op examenresultaten, stages, portfolio en meer, maakt menig student zich daar wel eens druk over. Bijgevolg is een extra lijntje op het CV, al dan niet in de vorm van een bestuursfunctie bij een studentenvereniging, voor een aantal studenten heel aantrekkelijk. Hierdoor zit er bijna elk jaar tussen de kandidaturen wel iemand waarvan sterk vermoed kan worden dat een iets langer CV de voornaamste motivatie. In mijn ervaring worden deze mensen (gelukkig) zelden verkozen. Het is wel tekenend voor een studiecultuur waarin er een bijna pathologische drang is om het onderste uit de kan te halen. Waar weinigen content zijn met een 12/20 en waarin niet iedereen bereid is medestudenten te helpen. Kwestie van de 'concurrentie' voor te blijven. Die constante druk heeft ongetwijfeld een negatieve impact op het mentaal welzijn van menig student. Recent sprak ik met iemand die al een aantal jaar praktijkassistente is in de opleiding en op die manier een vinger aan de pols houdt bij de studenten. Ze vertelde over een idee om als deel van het curriculum studenten (verplicht) te laten meedoen aan een activiteit die in de verste verte niets met geneeskunde te maken heeft, denk aan een kookles, schilderworkshop of sportactiviteit. Een soort no strings attached kans op zelfontplooiing die zou culmineren in een groot afstudeerevent, wat de verbondenheid tussen studenten nog meer zou moeten aanwakkeren. Zelfontplooiing en verbondenheid zijn uiteraard onontbeerlijk, de vraag rijst echter of zo'n kunstmatige ingreep wel de beste resultaten zou opleveren (en waar die nog in het nu al overvolle curriculum gepropt zou worden). Als student wordt er al zo veel op ons bord wordt gesmeten, laat ons ervoor zorgen dat wat we er zelf bijnemen ons nog smaakt. De focus kan misschien beter op 'preventie' gelegd worden: komaf maken met een maatschappij waarin bepaalde specialisaties opgehemeld worden ten nadele van andere, of specialiseren in het algemeen verheven wordt boven 'maar' huisarts worden kan daarbij helpen. Een programma als 'Dag Dokter' als tegenhanger van, of liever, als aanvulling op 'Topdokters' en de re-evaluatie van de eerstelijnszorg in het kader van de pandemie kunnen daar misschien iets aan veranderen. Een omslag in de soms toxische studiecultuur in de opleiding is nog niet voor morgen. Laat ons in tussentijd zo veel mogelijk genieten van de kansen tot zelfontplooiing die nu al breed aangeboden worden. Bestuurslid worden bij BeMSA Gent bijvoorbeeld, iemand interesse?