...

De grootste Nederlandse huisartsenvereniging LHV krijgt een monsterboete van ruim 7,7 miljoen euro opgelegd. Ze wordt ervan beschuldigd haar gevestigde leden advies te hebben gegeven om drempels op te werpen voor nieuwe huisartsen. De Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa), die erop toeziet dat bedrijven op een vrije markt met elkaar kunnen concurreren, onderzocht de activiteiten van de Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV) naar aanleiding van signalen van ongeruste huisartsen. Zij gaven aan dat nieuwe artsen de kans niet krijgen om zich vrij te vestigen. DiscriminatieHenk Don, bestuurslid van de NMa, heeft het over een kwalijke zaak. "Wij hebben de LHV in 2001 al duidelijk gemaakt dat het beperken van vestigingsmogelijkheden voor huisartsen verboden is. Door de aanbeveling van de LHV om alleen huisartsen toe te laten als de gevestigde huisartsen het hiermee eens zijn, is de kans groot dat een nieuwe huisarts geen eerlijke kans krijgt.""Dit beleid benadeelt niet alleen nieuwe huisartsen, maar ook patiënten en zorgverzekeraars die daardoor minder keuze hebben", vervolgt Don, die erop wijst dat de LHV mogelijkerwijs de Mededingingswet heeft overtreden. De NMa verplichtte de huisartsenvereniging ondertussen om al haar leden en regionale afdelingen te laten weten dat de aanbeveling is ingetrokken. Twee medewerkers van de LHV, die volgens de Nederlandse Mededingingsautoriteit een sleutelrol gespeeld zouden hebben in het discriminerende vestigingsbeleid, kregen persoonlijke boetes van 25.000 en 50.000 euro opgelegd.KanttekeningenBij de boete vallen evenwel enkele kanttekeningen te plaatsen. Belangrijk zijn onder meer de historiek en de context van de zogenaamde 'vestigingsaanbevelingen' van de LHV. Begin 1986 riepen onze noorderburen een wettelijk vestigingsbeleid in het leven ter bevordering van de spreiding van huisartsen over het hele land. Beginnende huisartsen moesten een vergunning aanvragen bij de gemeente waar ze zich wilden vestigen, waarna beslist werd of het patiëntenpotentieel er wel voldoende groot was voor een extra huisarts. En met succes: drie jaar later was de ongelijke spreiding van huisartsen aanzienlijk verminderd. Desondans werd de wet afgeschaft in 1992. Maar districthuisartsenverenigingen en regionale ziekenfondsen sloegen de handen in elkaar en voeren sindsdien een privaatrechtelijk vestigingsbeleid gebaseerd op onderling vastgelegde afspraken - net zoals vóór 1986 het geval was - om de huisartsenverdeling te blijven sturen. Een op zijn minst te rechtvaardigen doelstelling, het gaat tenslotte over het waarborgen van de volksgezondheid in het hele land.MarktfundamentalismeSP-kamerlid Henk van Gerven is er dan ook niet over te spreken dat de "marktfundamentalisten van de NMa" de huisartsen komen zeggen wat wel en wat niet mag. Maar volgens het Europese Hof van Justitie zijn huisartsen - en ruimer: zorgaanbieders - ondernemers, waardoor ze onder de bevoegdheid van de NMa vallen en ze zich moeten schikken naar het mededingingsrecht.Vraag is ook waarom enkel de LHV en niet de zorgverzekeraars bestraft worden. Uit documenten van verzekeraars VGZ, Agis en Menzis blijkt immers dat zij evenzeer een rol speelden in dit verhaal. Zij verplichtten huisartsen die zich ergens wilden vestigen immers om eerst te overleggen met de lokale huisartsenorganisatie vooraleer ze een contract konden krijgen. Hoger beroepDe LHV aanvaardt de beschuldigingen van de NMa in elk geval niet en ging ondertussen in hoger beroep. "Wij willen ervoor zorgen dat iedere Nederlander een eigen huisarts heeft dicht bij hem of haar in de buurt. Wij vinden dat een huisarts zich moet kunnen vestigen op elke plek die hij wenst. Dat is ook in het belang van de patiënt", klinkt het. De beroepsorganisatie ziet de uitkomst van de beroepsprocedure met vertrouwen tegemoet.