Op Blue Monday, de derde maandag van de maand januari, werd het startschot gegeven van een campagne om dertig dagen niet te klagen. Initiatiefneemster is Isabelle Gonnissen, een echte "positivo" (Van Kooten & De Bie, 1982), geen doemdenker.
Ze wil sinds 2017 de "eeuwige klagers", met name op de werkvloer, toch wat vrolijker stemmen. Na haar rondzwervingen kwam ze tot de constatatie dat de Belgen wel erg veel klagen, hoewel we het zo goed hebben in ons landje. Via de zogenaamde online klaagbarometer ("Kies Positief") verzamelt ze data van de bezoekers aan de website.
In de wetenschappelijke literatuur zijn publicaties over deze topic eerder zeldzaam en vrij theoretisch van karakter. De barometerdata zijn dan weer ietwat gekleurd en geen representatieve staal van de werkende populatie. Meer dan de helft van de klagers voelt zich achteraf niet beter, en driekwart waartegen geklaagd wordt, voelt zich nadien slecht. De gegevens moeten toch met de nodige voorzichtigheid geëxtrapoleerd worden.
De "30 dagen zonder klagen" moet een inspirerende uitdaging zijn waarin je jezelf bewust traint om positiever te denken en minder te klagen. Het doel is om negatieve gedachten en uitingen te verminderen, en in plaats daarvan meer dankbaarheid, optimisme en constructieve communicatie te ontwikkelen. Een blijvende shift naar een positieve, solution-based mindset bewerkstelligen is het ultieme objectief.
Allemaal mooie woorden, maar hoe ver staan ze af van de harde werkelijkheid van de rat race? Is het glas nu halfvol of halfleeg? Het is sowieso eenvoudiger om een maand droog te staan of een snor in november te laten staan, dan om niet te klagen. Het zit zo ingebakken in ons dna. Het is zo'n gewoonte geworden.
Klagen kan een "catharsis" (emotionele zuivering) opwekken en soms tóch een aanzet zijn om positieve veranderingen te bewerkstelligen
Klagen is volgens Van Dale een 'uiting van pijn, droefheid of ontevredenheid'. We klagen over het weer, het klimaat, de politici, de belastingen, ... Op de werkvloer is klagen een veelvoorkomend zoniet alomtegenwoordig fenomeen.
Hoewel het soms een manier kan zijn om frustraties te uiten of om problemen aan te kaarten, kan het ook een negatieve, contraproductieve sfeer of een negativity loop creëren die de moraal, de productiviteit en de samenwerking ondermijnt. Al deze frustraties kunnen een zeer divers karakter hebben: communicatieproblemen, werkdruk of slechte werkomstandigheden.
Frustraties ventileren kan de dominante vorm van interactie worden. Deze complaint culture is het collectief gedrag waarbij personen frequent en gewoontegetrouw uiting geven aan ongemak of kritiek geven, vaak zonder oplossingen te zoeken of constructief bezig te zijn.
Klagen is vaak gebaseerd op allerlei killer phrases, zoals daar zijn: "niets werkt" of "er kan niets aan gedaan worden". De complaining circles kunnen ontstaan waarbij in groep gedeelde ontevredenheid een soort "kameraadschap"-gevoel geeft, klagen kan een "catharsis" (emotionele zuivering) opwekken en soms tóch een aanzet zijn om positieve veranderingen te bewerkstelligen. Dus toch niet altijd zonder nut?!
Alles draait om de intentie waarmee en hoe je de boodschap brengt. Klagen draait om frustratie uiten zonder gericht te zijn op een oplossing. Kritiek geven gaat om het benoemen van iets dat beter kan, op een manier die helpt om tot verandering te komen via blootleggen van onderliggende oorzaken of concrete oplossingen aanbrengen.
Verspil geen energie aan "nutteloos geklaag".