Zo was ik laatst op een congres in Kopenhagen. Zondagochtend, 9 uur, fris en monter. Monter betekent trouwens 'vrolijk, opgewekt'. Heb ik net opgezocht. Ik wist het wel ongeveer, maar toch niet helemaal.

De eerste spreker begon. Een oudere man, expert in zijn vak. Zijn uiteenzetting droeg de catchy titel: 'The new drugs'. Kan niet misgaan, toch? Hij begon... En... weg was ik. Komaan, Olivia, focus! Dit is nog maar het eerste uur van het congres! Ik dronk toch koffie? Een espresso en een cappuccino... Focus. Waarom is dit zo lastig? Ik kijk even rond me. Mijn twee Vlaamse buurvrouwen lijken ook verdwaald in gedachten. Ik kijk hen - blijkbaar - verdwaasd aan waarop ze bijna in koor zeggen: "Ik begrijp er nu al niets van!". Oef! Opluchting, ik ben niet alleen.

Wat is dat toch met academici en bij uitbreiding dokteurs? Waarom die moeilijke woorden? Elitaire ambities? Willen we niet dat anderen ons begrijpen? Zijn we zo ver van de maatschappij verwijderd dat we denken dat iedereen die moeilijke woorden begrijpt? Een oude man (mijn vader) zei me ooit: "De slimste dokters kunnen de ziektes en behandelingen het meest eenvoudig uitleggen." Ik denk dat hij gelijk heeft. Sommige keynote sprekers hebben die boodschap wel goed begrepen. Duidelijke, animerende, klare taal over hun ingewikkelde bevindingen.

Terug in België, terug naar de klinische praktijk. Let u op uw taal tijdens een consult? Pas op. Ik pleit - uiteraard - opnieuw schuldig. Soms betrap ik mezelf op vakjargon. Vaak te laat. Wanneer de patiënt het heeft over de spychiater, spycholoog of Spiralexa besef ik dat mijn taal niet per se de zijne is. Wat moeten de patiënten niet denken bij een aantal typische termen uit de geestelijke gezondheidszorg. Neem nu:

  • 'Inzetten op slaaphygiëne.' Is dat een specifiek wasproduct voor beddengoed en pyjama's?
  • 'Medicatie om te ondersteunen.' Bedoelt u dan krukken, of zo?
  • 'Je kan last hebben van extrapiramidale symptomen.' Gaan we naar Egypte?
  • 'Je hebt last van een surmenage.' Wat is er mis met mijn huishouden?

We streven natuurlijk naar een goede overdracht van informatie en daar wordt tegenwoordig op ingezet in de opleiding geneeskunde met communicatielessen. Maar het kan ongetwijfeld nog beter. Dat is niet enkel zinvol voor de arts-patiëntrelatie, maar ook voor de compliance, euh, ik bedoel therapietrouw.

Zijn we zo ver van de maatschappij verwijderd dat we denken dat iedereen die moeilijke woorden begrijpt?

Het mooiste voorbeeld zijn de recente uitspraken van Maggie: "Blijf in uw kot!" en "Smijt iemand met een snotneus buiten!". De minister had evengoed kunnen zeggen: "Gezien het transmissierisico van Covid-19 vrij hoog ligt, adviseren wij u om ter preventieve bescherming uzelf huisarrest te geven. Als iemand een duidelijke rhinitis heeft of andere symptomen die kunnen wijzen op mogelijkse virale infectie, dan verwijdert u deze persoon best uit uw omgeving". Maar zeg nu zelf: daar maak je niet zo'n coole remix van.

Zo was ik laatst op een congres in Kopenhagen. Zondagochtend, 9 uur, fris en monter. Monter betekent trouwens 'vrolijk, opgewekt'. Heb ik net opgezocht. Ik wist het wel ongeveer, maar toch niet helemaal. De eerste spreker begon. Een oudere man, expert in zijn vak. Zijn uiteenzetting droeg de catchy titel: 'The new drugs'. Kan niet misgaan, toch? Hij begon... En... weg was ik. Komaan, Olivia, focus! Dit is nog maar het eerste uur van het congres! Ik dronk toch koffie? Een espresso en een cappuccino... Focus. Waarom is dit zo lastig? Ik kijk even rond me. Mijn twee Vlaamse buurvrouwen lijken ook verdwaald in gedachten. Ik kijk hen - blijkbaar - verdwaasd aan waarop ze bijna in koor zeggen: "Ik begrijp er nu al niets van!". Oef! Opluchting, ik ben niet alleen. Wat is dat toch met academici en bij uitbreiding dokteurs? Waarom die moeilijke woorden? Elitaire ambities? Willen we niet dat anderen ons begrijpen? Zijn we zo ver van de maatschappij verwijderd dat we denken dat iedereen die moeilijke woorden begrijpt? Een oude man (mijn vader) zei me ooit: "De slimste dokters kunnen de ziektes en behandelingen het meest eenvoudig uitleggen." Ik denk dat hij gelijk heeft. Sommige keynote sprekers hebben die boodschap wel goed begrepen. Duidelijke, animerende, klare taal over hun ingewikkelde bevindingen. Terug in België, terug naar de klinische praktijk. Let u op uw taal tijdens een consult? Pas op. Ik pleit - uiteraard - opnieuw schuldig. Soms betrap ik mezelf op vakjargon. Vaak te laat. Wanneer de patiënt het heeft over de spychiater, spycholoog of Spiralexa besef ik dat mijn taal niet per se de zijne is. Wat moeten de patiënten niet denken bij een aantal typische termen uit de geestelijke gezondheidszorg. Neem nu: We streven natuurlijk naar een goede overdracht van informatie en daar wordt tegenwoordig op ingezet in de opleiding geneeskunde met communicatielessen. Maar het kan ongetwijfeld nog beter. Dat is niet enkel zinvol voor de arts-patiëntrelatie, maar ook voor de compliance, euh, ik bedoel therapietrouw. Het mooiste voorbeeld zijn de recente uitspraken van Maggie: "Blijf in uw kot!" en "Smijt iemand met een snotneus buiten!". De minister had evengoed kunnen zeggen: "Gezien het transmissierisico van Covid-19 vrij hoog ligt, adviseren wij u om ter preventieve bescherming uzelf huisarrest te geven. Als iemand een duidelijke rhinitis heeft of andere symptomen die kunnen wijzen op mogelijkse virale infectie, dan verwijdert u deze persoon best uit uw omgeving". Maar zeg nu zelf: daar maak je niet zo'n coole remix van.