...

De Vlaamse overheid richtte de mobiele teams midden 2020 in het leven. Dat kostte wat moeite. Er moest extra - tijdelijk - personeel worden gevonden.De teams verzorgden vooral praktijkgerichte opleidingen over infectiebestrijding en hygiënemaatregelen. Woonzorgcentra maar ook andere residentiële instellingen waren de doelgroep.Van de 2.776 opleidingen vonden er 2.462 in woonzorgcentra plaats. Zorgkundigen vormden de grootste groep deelnemers, gevolgd door de verpleegkundigen en logistieke medewerkers. De mobiele infectiepreventieteams waren actief in 622 van de 821 erkende woonzorgcentra.De cijfers komen uit een eindrapport over de activiteiten van deze teams dat Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Hilde Crevits, ontving.De vaststelling was dan ook dat bijkomende kennis en vaardigheden rond infectieziektepreventie op de werkvloer broodnodig waren, zeker in de woonzorgcentra.De mobiele teams stonden daarnaast ook in voor adviesverlening, communicatie en coördinatie bij uitbraken, clusteropvolging in bedrijven en scholen, en een telefonische avond-, nacht en weekendpermanentie.Eind juli vorig jaar stopten de mobiele teams hun werkzaamheden. Maar de ervaring opgedaan tijdens de corona-epidemie is zeker nuttig voor de toekomst - wanneer de maatschappij te kampen krijgt met nieuwe infectieziekten of pandemieën. "Het Agentschap Zorg en Gezondheid werkt momenteel aan een plan voor mogelijke toekomstige gezondheidscrisissen", geeft de CD&V-minister nog mee.