...

In de ambulante sectoren buiten de ziekenhuizen is er een stijging van de uitgaven met 9,7% tussen 2021 en 2020. In die ziekenhuizen stellen we in 2021 een stijging van de uitgaven vast met 10,3%.De stijging tussen 2020 en 2021 is zo uitgesproken omdat er in 2020 helemaal geen groei was in vergelijking met 2019. In de ambulante zorg daalde in 2020 de uitgaven met 0,6% en in de ziekenhuissectoren zelfs met 1,4%.Vertraging groei voor artsenHet laatste Monitoringrapport met al cijfers voor heel 2021, vergeleek het Riziv ook de groei van de uitgaven in de jaren net voor de covidcrisis (van 2017 tot 2019) met die van de covidjaren (2019 - 2021). In alle ambulante sectoren samen was de toename van de uitgaven in de voorbije periode net iets groter dan in de periode ervoor: 4,4% groei tussen 2019 en 2021 tegenover 3,8% groei tussen 2017 en 2019. Maar er zijn grote verschillen tussen de sectoren.In de ziekenhuissectoren groeiden de uitgaven tussen 2019 en 2021 met 3,0% opvallend minder dan tussen 2017 en 2019, toen de uitgaven met 4,9% toenamen.Wanneer je de sectoren meer in detail bekijkt, zijn er ook nog grote verschillen. In de ambulante sectoren groeide de uitgaven specifiek bij de artsen voor raadplegingen en bezoeken tussen 2019 en 2021 met 1,8% toch nog minder dan tussen 2017 en 2019 - toen +5,8%.De uitgaven voor geneesmiddelen in de gewone apotheken groeiden tussen 2019 en 2021 (3,6%) wel beduidend meer dan in de periode daarvoor (1,2%). Maar dat heeft veel te maken met besparingsmaatregelen die tussen 2017 en 2019 sterk voelbaar waren.In de ziekenhuizen groeiden de uitgaven voor artsen - inclusief de laagvariabele zorg - tussen 2019 en 2021 maar met 1% - tegenover 2,5% in de periode daarvoor.Voor nierdialyse stegen de uitgaven tijdens de covidperiode wel sterker dan in de periode net daarvoor: 3,5% tegenover 2%.De uitgaven voor 'farmaceutische specialiteiten' namen in de ziekenhuizen wat minder spectaculair toe in de voorbije periode. Dee groei bedroeg tussen 2019 en 2021 'maar' 8,8% tegenover 14,4% tussen 2017 en 2019.CovidkostenOm de continuïteit van zorg te verzekeren financierde het Riziv ook in 2021 een aantal extra, niet-vergoede kosten voor de ziekenhuizen - dat voor een bedrag van ruim een half miljard (551,5 miljoen euro). Die extra uitgaven worden gecompenseerd binnen de begroting van 2021 - met een 'marge' die er is ontstaan als gevolg van het uitstellen van (niet-dringende) zorg.Het Riziv gaf voor vorig jaar 595 miljoen eurouit voor covidtests - er werden vorig jaar 11,2 miljoen opsporingstests uitgevoerd voor een bedrag van 478 miljoen euro. De uitgaven voor het beschermingsmateriaal werd op 258 miljoen euro begroot, die voor test- en triagecentra op 71,4 miljoen en de uitgaven voor het toezicht op covidpatiënten 25,2 miljoen. De uitgaven voor teleconsultaties bedroegen in 2021 in totaal 224 miljoen euro.