...

Met de oprichting van een dienst van controle-artsen binnen de Hulpkas van Ziekte en Invaliditeit wil de minister post-factum controleren of de verleende zorg wel degelijk 'dringende medische zorg' betrof. Als dat niet zo is, zullen de erelonen teruggevorderd worden.Deze wet brengt artsen in een onmogelijk dilemma, schrijven Steven Haesaert (SVH) en Roel Van Giel (DM). "Wij zullen als artsen nooit een onderscheid maken afhankelijk van de status van de patiënt. Het is aan de arts om te bepalen welke medische hulp aan een patiënt geboden moet worden, waarbij de enige richtlijn de evidence-based medicine is."Bovendien zijn de post-factum controles zinloos en viseren ze ons als artsen, gaan de twee huisartsen verder. "Op het einde van de rit (wanneer alle diagnoses gekend zijn) is het immers makkelijk om te zeggen of iets onder de dringende medische zorg viel of niet. Aan het begin van het proces is dat onmogelijk."Dit alles getuigt van een fundamenteel wantrouwen van de overheid in artsen die enkel trachten ook voor deze mensen hun fundamentele mensenrechten te vrijwaren, stellen de huisartsenvertegenwoordigers.In plaats van met wetsvoorstellen een heksenjacht te openen op artsen die het beste van zichzelf geven, had men beter het KCE-rapport van december 2015 gelezen. "Daarin werd een aantal zeer belangrijke hervormingen voorgesteld die zorgen voor een efficiëntere zorg en vereenvoudigde en uniforme administratieve procedures. Dit rapport herkent ook de unieke rol van de arts in deze zorgrelatie door de verantwoordelijkheid over medische beslissingen bij artsen te leggen. Jammer genoeg is dit weer een wetenschappelijk onderbouwd rapport dat niet gevolgd wordt. Wij hopen dan ook dat het parlement deze voorstellen niet goedkeurt en zich voor de hervormingen gaat baseren op het KCE rapport", besluiten de huisartsen.