Een gezonde geest in een gezond lichaam. Voor mij dé slogan van de voorbije Olympische Spelen. Waarom? Omdat het meer dan ooit relevant bleek.
Dinsdag 27 juli. De verslaggever van Sporza drukt zich tijdens de allround gymnastiekfinale nogal ongelukkig uit: "Een mentaal probleem is niet steeds een medisch probleem", "Een mentaal probleem kan gefaked worden", "Als ik geen zin heb, heb ik dan een mentaal probleem?".
Het is allesbehalve mijn bedoeling om hier deze verslaggever door het slijk te halen, want die mensen staan tijdens zo'n live presentatie wellicht óók onder een onwaarschijnlijke druk waar ik mij overigens niets bij kan voorstellen. De man had, begrijpelijk, geen voorkennis over mentaal welzijn voor deze finale. Maar liefste VRT, liefste overheid, liefste België, liefste wereld, doe hier wat aan.
Wanneer gaan we met zijn allen snappen dat een gezonde geest evenmin evident is als een gezond lijf? Dat je voor beide moet zorgen, en dat er voor beide gezorgd moet worden. 'Dé geest' hangt nu eenmaal vast aan neuronen, die deel uitmaken van hersenen en bijgevolg van je lichaam. Een overbelasting van de knie is even 'fysiek' als een overbelasting van de zenuwen. Alleen valt de knie net iets makkelijker te onderzoeken, en kan je met enkele echo's en foto's aan al je vrienden en vijanden tonen waarom je niet kan mee voetballen. De ene is al wat gevoeliger voor een knieblessure dan de andere en door een verkeerde beweging of tackle kan zelfs de sterkste sporter zijn menisci scheuren of arm breken, op of naast het veld. Ik hoef je de vergelijking met onze mentale gezondheid niet meer te schetsen, you get the picture.
Graag een pandemie van het olympisch gedachtegoed
Elke sporter kán mentaal breken onder immense druk. Het grootste verschil met fysieke blessures is misschien wel dat mentaal breken in deze tijden ook teweeggebracht kan worden door anderen vanop afstand, via sociale media (of live streams, soms met open micro's ...). Ik begrijp dat sommige verslaggevers hier nog té weinig voeling mee hebben, maar dan is het aan ons allemaal om dit door te geven. Aan álle instituten, alle overheden en iedereen die ondertussen beschikt over deze kennis en openheid in denken.
EHBO én EHBP (respectievelijk eerste hulp bij ongevallen en eerste hulp bij psychische problemen) aangevuld met gezondheidsleer (ik denk enerzijds aan de preventie van obesitas, van verschillende kankers en van cardiovasculair lijden, en anderzijds aan hoe omgaan met emoties) lijken me cruciaal in het leercurriculum van íedereen.
Is dat dan echt zo belangrijk? Ja! Het leert ons na te denken over ons welzijn en dat van anderen. Niet iedereen groeit op in een milieu waar men emotieregulerende vaardigheden leert, of waar men leert om te gaan met diversiteit. Maar wordt dat dan niet allemaal te soft? Neen. De machocultuur is voorbij. Generatie Y en Z, opgevoed door de twee voorgaande generaties, pikken dit niet meer en dat was meer dan zichtbaar in Tokyo 2020.
Pierre de Coubertin, de grondlegger van de moderne Olympische Spelen, zou trots geweest zijn op deze Spelen. Nog nooit was er zoveel solidariteit, vrede, inclusiviteit, gelijkheid en respect te zien bij sporters onder elkaar als in Tokio. Ik ben in elk geval trots op Team Belgium dat supporterde voor elkaar in alle diversiteit, want de spirit van sport stond centraal. Graag een pandemie van het olympisch gedachtegoed.
De auteur schrijft in eigen naam.