...

Tussen 2021 en 2026 zal het aantal actieve huisartsen in heel België met 2,6% toenemen. Maar de verwachting is dat het aantal huisartsencontacten tussen 2020 en 2025 met 7,1% zal aangroeien. Bovendien mogen er dan wel meer huisartsen zijn, hun beschikbaarheid neemt blijkbaar af. Men verwacht dat het aantal VTE (voltijds equivalenten) met 3% zal dalen - tussen 2021 en 2026. Na 2026 zou er beterschap komen. Het aantal huisartsen stijgt tussen 2026 en 2031 met 3,3% en tussen 2031 en 2036 met 5,5%. Het aantal actieve huisartsen in België zou in 2026 12.844 bedragen, en in 2036 13.999. Ook het aantal VTE zou na 2026 in positieve zin evolueren, met een stijging van 3% tussen 2026 en 2031, en van 7,8% tussen 2031 en 2036. Of dat voldoende is om de stijgende vraag aan huisartsencontacten op te vangen, is niet bekend - want de prognose van dat laatste aantal gaat maar tot 2025. De evolutie loopt niet gelijk in de twee gemeenschappen van ons land. In Vlaanderen gaat het aantal VTE bij de huisartsen vanaf 2026 inderdaad weer omhoog. Maar in Franstalig België zal het duren tot na 2031 voordat dat het geval is. Tussen 2016 en 2036 zal in Vlaanderen in totaal het aantal huisartsen met 23,2% stijgen - er komen 1.603 huisartsen bij. In VTE uitgedrukt is de stijging veel lager, maar bedraagt toch nog 8,5%. In Franstalig België neemt het aantal huisartsen tussen 2016 en 2036 maar met 297 individuen toe - dat is een stijging met 5,7%. Maar het aantal VTE zal in diezelfde tijdspanne met 5,7% zijn gedaald. Voor de performantierapporten van onze gezondheidszorg werkt het KCE met bestaand materiaal. Voor de te verwachten evolutie van het aantal actieve artsen en VTE vertrekt het van de resultaten van het stock-and-flow-model van de Planningscommissie binnen de FOD Volksgezondheid. Voor de evolutie van het aantal artsencontacten kon een beroep worden gedaan op Promes (Projecting Medical Spending), een samenwerking tussen het Federaal Planbureau en het Riziv. De bedoeling van deze aanvulling op het performantierapport van onze gezondheidszorg uit 2019 is om te onderzoeken of voor het aspect duurzaamheid van de kwaliteit van de zorg een beroep mogelijk is op een nieuw soort indicatoren. Die berusten op projecties in de toekomst. Het KCE stelt zelfs een lijstje van mogelijke indicatoren voor - eigenlijk paren van indicatoren met aan de ene kant het aanbod en aan de andere kant de behoefte, de vraag. Dat geeft een inzicht in de robuustheid van de gezondheidszorg - is er een evenwicht tussen de capaciteit en de druk op het systeem. Naast het gebruik en het aanbod van diensten van huisartsen kunnen ook die van diensten van specialisten worden gemeten, én het voorhanden zijn en de consumptie van verpleegkundige diensten. Het aantal ziekenhuisbedden, en plaatsen in de woonzorg voor ouderen dat volgens verschillende scenario's beschikbaar zal zijn, afgewogen tegen de projecties van de behoeften. Enzovoort. Maar omdat het KCE voor het performantierapport alleen werkt met bestaande bronnen, zijn er maar een zeer beperkt aantal indicatoren waarvoor het ook al resultaten kan presenteren. Er zijn projecties van de evolutie van de uitgaven in de zorg. Er is een projectie van het aanbod van alle artsen die actief zijn in de zorg. Wat dit laatst betreft, het totale aantal artsen dat klinisch actief is stijgt in Vlaanderen tussen 2016 en 2036 met 43,2% - en in Franstalig België met 26,9%. Vlaanderen mag in die periode rekenen op een toename van het aantal VTE met 26,9%, en Wallonië en Brussel met één van amper 2,1%. Maar met deze algemene cijfers kun je niet zoveel beginnen - ze verbergen mogelijk erg grote verschillen tussen de verschillende disciplines. Voor het aantal ziekenhuisbedden en beschikbare plaatsen in langdurige woonzorg is het Kenniscentrum vragende partij om een update maken van de eerder gepubliceerde rapporten. Voor het inschatten van de behoefte en het aanbod aan verpleegkundigen hoopt het dat er stilaan betere documentatie wordt aangelegd. Om de ontwikkeling van indicatoren te vergemakkelijken die de beschikbaarheid van (innoverende) geneesmiddelen in kaart brengt, vraagt het KCE iets meer duidelijkheid over de in de toekomst te verwachten omvang van de compensaties bij managed entry agreements (artikel 102/112-contracten).