...

Vrouwelijke artsen zijn al geruime tijd aan een opmars bezig. Die trend zal de komende jaren niet meteen keren. Zeker niet in de huisartsgeneeskunde, waar zeven op de tien studenten vrouwen zijn. Welke impact heeft dat op onze gezondheidszorg? Doen mannen en vrouwen anders aan geneeskunde en hoe zorgen we op termijn voor een evenwichtiger genderverdeling? Vragen die uitgebreid aan bod komen op het symposium van de onafhankelijke ziekenfondsen morgen.Onderzoekers stellen het al enkele jaren vast. Vrouwen nemen de overhand in de opleiding huisartsgeneeskunde. Bij de generatie huisartsen jonger dan 40 ligt de verhouding tussen mannen en vrouwen zelfs totaal omgekeerd dan bij de oudere collega's. Dat valt te verklaren doordat meer vrouwen voor studies geneeskunde kiezen. Kijk naar het grote aantal meisjes dat - met succes - deelneemt aan de toelatingsproef. Een meerderheid onder hen opteert nadien voor een loopbaan als huisarts, terwijl hun mannelijke collega's zich meer aangetrokken voelen tot een specialisatie. Er zijn wel richtingen waar vrouwen sterk vertegenwoordigd zijn zoals psychiatrie, pediatrie, dermatologie maar in de zogeheten 'snijdende' disciplines domineren mannen. In heel wat specialisaties is er daardoor vandaag geen evenwichtige verdeling tussen mannen en vrouwen. Bij de academische carrières hinken vrouwen nog steeds achterop. "Het aantal vrouwen dat doorstoot tot academische topfuncties blijft erg beperkt. Daardoor kunnen ze ook minder invloed uitoefenen op de inrichting van de medische beroepen en de inhoud van de opleidingen", vertelt professor Lieve Peremans (Universiteit Antwerpen) die één van de keynote speakers is op het symposium. "Het gebrek aan topvrouwen maakt ook dat jonge vrouwen minder rolmodellen hebben. Het maakt op researchvlak een verschil uit, of je begeleid wordt door een mannelijke of vrouwelijke mentor. De communicatiestijl en de accenten die mannen en vrouwen leggen, zijn nu allesbehalve identiek. Vrouwen zijn door de band empathischer van aanpak, met meer oog voor de combinatie werk en privé. Mannelijke mentoren zijn veeleer technisch gericht, met een neus voor statistieken. Toch mogen we dat niet helemaal zwart-wit zien. Naast gender speelt zeker ook de persoonlijkheid van de mentor een rol." Andere gezondheidszorg?Zorgt de toevloed aan vrouwelijke huisartsen ook echt voor een geneeskunde andere stijl? Behandelen vrouwen hun patiënten op een andere manier dan mannen? Ook daarover is al heel wat inkt gevloeid. "De arts-patiëntrelatie is inderdaad verschillend. Vrouwen zijn doorgaans meer patient-centered, luisteren meer naar de bredere context van de patiënt en hebben een groter empathisch vermogen. Vrouwelijke artsen hebben ook vaker oog voor preventie, denk maar aan borstkankerscreening en uitstrijkjes. Mannen zullen meestal meer taakgericht werken. Maar of die andere aanpak ook resulteert in een andere therapeutische outcome bij de patiënt is niet duidelijk. Er zijn geen goede studies die aangeven dat patiënten beter af zouden zijn bij een mannelijke of vrouwelijke arts." Bovendien blijkt dat niet alleen het geslacht van de dokter maar ook dat van de patiënt ertoe doet. Zo praten mannelijke artsen met mannelijke patiënten eerder over sociale aspecten dan over emotionele en doen ze het omgekeerde bij vrouwelijke patiënten. Vrouwelijke artsen benadrukken bij vrouwelijke patiënten dan weer meer het lichamelijke en medische aspect. Het tij keren"Die diversiteit is belangrijk en moeten we als een meerwaarde zien", benadrukt Peremans. "Patiënten zullen voor sommige aandoeningen of voor bepaalde vragen een mannelijke of vrouwelijke arts prefereren. Die keuzemogelijkheid moet gegarandeerd blijven." Vooral op het vlak van huisartsgeneeskunde vrezen specialisten dat het evenwicht niet snel hersteld zal geraken. Professor Joke Denekens (UA) schetste twee grote oorzaken voor die vrouwelijke oververtegenwoordiging. Vrouwen opteren voor een loopbaan als huisarts omdat dit beter toelaat deeltijds te werken (en de zorg voor een gezin te combineren). Als tweede oorzaak verwijst ze naar het toenemende aantal mannen die kiezen voor een specialisatie in plaats van een carrière als huisarts. Een van de motieven hiervoor is de hogere verloning van specialisten. Om het tij te keren en weer meer mannelijke huisartsen aan te trekken, is volgens professor Denekens een opwaardering nodig van de huisartsgeneeskunde. Zowel financieel (ziekenfondsen en Riziv moeten het betalingssysteem herdenken) als maatschappelijk. "Een van de onterechte verwijten aan de feminisering is dat daardoor de status van de huisarts erop achteruit is geboerd. De nieuwe generaties huisartsen werken inderdaad geen zeven op zeven meer zoals oudere generaties. Zij organiseren hun beroep vaker in groepspraktijken, zodat de combinatie werk-gezin vlotter verloopt. Dat is net een gunstig gevolg van de feminisering. Zowel vrouwelijke als mannelijke huisartsen zien we die keuze nu maken. Er komt ook geen terugkeer naar die huisarts van vroeger. Daardoor zijn er verhoudingsgewijs meer artsen nodig om de vacatures in te vullen", aldus Lieve Peremans.