...

Dat blijkt uit de werkbaarheidsmonitor 2010 voor zelfstandigen van de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV) waarin elke drie jaar zo'n 6.000 Vlaamse ondernemers bevraagd worden. Beoefenaars van een vrij beroep hebben het op de meeste punten moeilijker dan de volledige groep van zelfstandigen. Slechts 45% van de vrije beroepen vindt zijn beroep vandaag werkbaar. Dat is nog eens 6% minder dan bij de vorige peiling in 2007. Deze negatieve evolutie heeft verschillende oorzaken. Stress komt voor bij 44% van de vrije beroepers, tegenover 38% bij alle zelfstandigen. De helft van de vrije beroepen vindt de emotionele belasting die de job met zich meebrengt veel te groot. Ook de hoge werkdruk is voor n op de twee problematisch. Voor vier op de tien is de werk-privalans bovendien niet in evenwicht.Volgens de Federatie voor Vrije en Intellectuele Beroepen (FVIB) hebben deze klachten vooral te maken met de aard van het vrije beroep. De beoefenaars hebben een nauwe band met hun patiten of cliten, ze zijn betrokken bij levensgebeurtenissen (ziekte, overlijden, aankoop huis, ...) die buiten de klassieke kantooruren vallen en ze moeten een antwoord vinden op toenemende kennisvereisten en regelgevingen. Oplossing De FVIB wil de vrije beroeper beter wapenen tegen de autonome praktijkvoering. Daarvoor zou er een bredere ondersteuning moeten komen van de ondernemersvaardigheden in de basisopleiding en via bijscholing. Ook associatievorming verdient alle steun. Samen met de Vlaamse Overheid en het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling zette de FVIB het project 'Associen om te innoveren' op. Wie denkt aan samenwerken, kan voor heel wat diensten (workshop, audit, handleiding, vraagbaak) terecht op www.fvib.be/samenwerkenMinder administratie door elektronisering en een gelijkwaardigere sociale bescherming, vooral wat de pensioenen betreft, kunnen eveneens bijdragen aan een betere werkbaarheid. TevredenToch zijn er ook een aantal lichtpuntjes. De grote meerderheid van de vrije beroepen is tevreden over leveranciers, patiten/cliten, en personeel. Ook de verantwoordelijkheid en het ondernemen zelf scoren goed. Zo goed als iedereen kan zich dan weer vinden in het bijscholingsaanbod, dat waarschijnlijk zo goed is uitgebouwd omdat nascholing verplicht is.