...

Februari 2007. Naar aanleiding van een Europese richtlijn bundelen de geneeskundestudenten van alle Vlaamse universiteiten de krachten en vragen ze de bevoegde ministers om de basisopleiding tot arts te verkorten van zeven naar zes jaar. "Duidelijk was dat een verkorting een grondige hervorming van het curriculum met zich mee zou brengen. Omdat dat verder ging dan louter de faculteiten, ontstond de nood aan een overkoepelend Vlaams studentenoverleg", schetst voorzitter Jonas Brouwers het ontstaan van het VGSO.De verkorting van de opleiding had een groot, berucht gevolg: de dubbele cohorte, die dit jaar afstudeert. "Met het VGSO hebben we het zesjarige curriculum aangegrepen om in kaart te brengen hoe de curricula aan alle Vlaamse universiteiten eruitzien. Zo weet binnenkort elke student die aan de opleiding wil beginnen, wat hij op op welk moment kan verwachten", pikt vicevoorzitter Alicja Zarowska in.Waarom is het belangrijk bij het tienjarig bestaan van het VGSO stil te staan?JB: Op een aantal onderwijsdossiers hebben we echt onze stempel kunnen drukken. Zoals de hervorming van het toelatingsexamen, het groenboek rond de kwaliteit en financiering van stages, de contingentering, het sociaal statuut van artsen in opleiding, de verkorting van het curriculum,...Daarnaast is het ook een gelegenheid om de beleidspersonen te bedanken - denk onder andere aan de ministers Crevits, De Block, maar ook de decanen en opleidingsvoorzitters - met wie we de afgelopen jaren intensief en constructief hebben samengewerkt.Vandaag wordt jullie inbreng gevraagd in politieke dossiers. Dat is ooit anders geweest, jullie moesten jezelf uitnodigen. Hoe is het VGSO in de loop der jaren geprofessionaliseerd?AZ: Door de groei van ons ledenaantal konden we dossiers beter opvolgen en korter op de bal spelen. Tegelijk wonnen we aan bekendheid, en konden we topics aankaarten bij de overheid, en bij het brede publiek.JB: We hebben niet alleen dossiers opgevolgd, maar ook afgewerkt. Daar plukken medestudenten nu de vruchten van.Op welke vlakken hadden jullie meer willen bereiken?JB: Ik zit zelf in de dubbele cohorte, en nu ik dagelijks in de praktijk sta (Jonas is coassistent orthopedie in UZ Leuven, nvdr.) en de frustraties hoor van medestudenten, merk ik: misschien hadden we meer kunnen doen. We hebben dit probleem weliswaar veelvuldig aangekaart, op universitair niveau, bij de overheid, in de media... Maar als student zaten we in een moeilijke positie, omdat dit in de eerste plaats een politieke kwestie is. Je kan nu eenmaal geen beslissingen van hogerhand forceren.AZ: Mocht het probleem van de dubbele cohorte nu aan de oppervlakte komen, hadden we van bij het begin daadkrachtiger kunnen optreden omdat we als organisatie groter en bekender zijn. Dat is het enige verschil, denk ik.Anders dan in Vlaanderen is er niet één Franstalige, overkoepelende vertegenwoordiging voor geneeskundestudenten. Dat maakte het in het verleden soms moeilijk om af te spreken, en om alle standpunten te leren kennen. Hoe is de situatie nu?AZ: Dat is niet echt veranderd. Eén keer per jaar nodigen we de drie grootste Franstalige verenigingen uit. Het overleg verloopt constructiever vergeleken met een paar jaar geleden. Neem nu het toelatingsexamen, voor ons is dat een must. Nu er ook een is aan Franstalige kant, merken we stilaan een mentaliteitsverandering op. Maar we kunnen er niet omheen dat onze belangen op sommige punten verschillend zijn, en meningen daardoor uiteenlopen.In mei wordt het nieuwe bestuur verkozen. Het is voor jullie beiden het laatste jaar dat jullie een bestuursfunctie uitoefenen bij het VGSO...JB: Loslaten is moeilijk, dat geef ik graag toe. Ik heb drie jaar in het bestuur gezeten, veel dossiers actief mee opgevolgd en me samen met de collega's ingezet om de organisatie bekender te maken. Natuurlijk blijf ik aanwezig om mijn ervaring door te geven aan nieuwkomers in het bestuur. Maar, ja, ik zal me wat moeten inhouden, zoveel is duidelijk (lacht).AZ: Of de volgende voorzitter een vrouw wordt? (glimlacht) Aanvankelijk wilde ik me kandidaat stellen, maar volgend jaar zit ik voor mijn stages veel in het buitenland. Dat is geen optimale situatie om een bestuursrol uit te oefenen.Overigens is het niet zo dat alleen de oudere geneeskundestudenten zich kandidaat kunnen stellen. De bestuursfuncties staan open voor elke geïnteresseerde. We willen bij deze dan ook de jongere garde motiveren (lacht).JB: De complexiteit van sommige topics kan in het begin misschien wat afschrikken. Maar het is niet omdat je weinig ervaring hebt, dat je niet goed omringd kan worden. Naarmate je vordert in de opleiding, worden bepaalde topics ook relevanter en leer je er al doende meer over.