Met enige overdrijving koppelt Marc Moens de actualiteit van de syndicale artsenverkiezingen aan het wereldkampioenschap voetbal. Toen zijn opiniestuk verscheen, moest de finale nog gespeeld worden. Inpikken op voetbalgekte was dus mooi meegenomen.
...
De vergelijking met de sport - waarin er winnaars en verliezers zijn - willen we graag even doortrekken: want Bvas zit deze keer zeker in het verliezende kamp... Maar met de zelfbewuste verklaring over de 'afgetekende overwinning' van Bvas kunnen we misschien beter de vergelijking maken met de politieke wereld: ook na politieke verkiezingen horen we immers steeds opnieuw partijleiders verklaren dat ze bij de winnaars horen, zelfs wanneer er objectief stemmen en zetels naar de tegenpartij verschoven zijn.Charmeoffensief In de politiek geldt dat de volgende campagne begint de dag na de verkiezingen. Dat adagio kent Marc Moens wel zeer goed. Want in alle interviews - en nu ook in zijn opiniestuk in de Artsenkrant - doet hij zijn best om het Bvas-imago op te poetsen: en de oppoetsbeurt is deze keer een nieuw charmeoffensief naar de huisartsen toe. Marc Moens schuwt daarbij de cliché's en de overdrijvingen niet. Maar al te graag steekt hij een pluim op z'n hoed over een "75% inkomensstijging" voor de huisartsen gedurende de laatste 12 jaar. Hij zwakt in kleine lettertjes reeds af naar "42% netto na indexneutralisatie"... maar ook die rekening klopt niet. Want de stijging van het huisartsenbudget staat ook in verhouding tot de stijging van het aantal inwoners in ons land, die beroep doen op gezondheidszorg. We stellen ons de vraag op welke cijfers Marc Moens zich baseert? Vertrekkend van de cijfers die in april door het Riziv werden vrijgegeven komen we hooguit op 17% stijging boven de index voor die periode. Wat betekent die stijging als we die intussen niet kunnen vergelijken met de stijging in budgetten voor specialistische zorg, budgetten voor ziekenhuizen, budgetten voor ziekenfondsen? Volstaat die stijging om te kunnen spreken van "herwaardering van huisartsgeneeskunde"? En de "miljoenen euro's in de huisartsenwachtposten"... Moeten we die ook meerekenen? Mogen we dan de bedragen van de ziekenhuisfinanciering meetellen bij het budget voor onze collega's specialisten? Marc Moens maakt de bedenking dat het artsensyndicalisme intussen "ver van het artsenbed" beland is. Het aantal uitgebrachte stemmen daalt. De percentages zoals hij die voorstelt zijn inderdaad bedroevend... Even bedroevend als de vervalste cijfers bij het tellen van de conventie-aanvaarding die het SVH al jaren aanklaagt! Ja Marc, je oogst hier wat je zelf gezaaid hebt! Want uw vereniging heeft steevast altijd mee het overheidsstandpunt verdedigd! Voor het tellen bij het aanvaarden of afkeuren van een conventie vond ook u het nodig om alle bij het Riziv geregistreerde artsen mee te tellen. Ook de artsen/ambtenaren, ook de artsen die in de industrie werken, ook artsen die intussen kozen voor een carrière in de horeca, zelfs de gepensioneerde artsen. Alleszins in de categorie "algemeen geneeskundigen" weten wij het intussen allemaal: van die 18.303 zijn er amper iets meer dan de helft echte huisartsen.Domus Specialistica Voor de huisartsen durven wij dus wel een ander referentie-aantal gebruiken: 7.852 stemmers op 10.242 huisartsen die een praktijktoelage ontvingen in 2013. Dit betekent dat 76% van de echte huisartsen wel degelijk een stem uitbracht. Artsensyndicalisme is dus zeker geen ver-van-het-huisartsenbed gebeuren. Het engagement van Domus Medica in AADM toont dat er de laatste jaren heel wat evolueerde. Met het cliché over een "gauchistisch, autoritair en pretentieus-stuurloos" Domus Medica toont Marc Moens dat hij de evolutie binnen de huisartsenwereld - en in het bijzonder binnen Domus Medica - niet begrepen heeft. Domus Medica heeft zich via AADM aangeboden als een uitweg tussen de polariserende klassieke artsensyndicaten. En laat dit een waarschuwing zijn voor Marc Moens: want ook 303 collega's/specialisten begrepen dat AADM een uitweg bood uit het polariserende gekibbel tussen onze klassieke syndicaten. Misschien wordt AADM wel de Domus Specialistica die nodig is om de vastgeroeste instellingen wakker te schudden?Huisartsen tonen de weg Kunnen we uit de huidige impasse geraken? Natuurlijk. Kijk eens echt naar de desiderata van de huisartsen. En voor één keer wil ik daarbij de suggestie doen om even een programmapunt over te nemen van de vereniging waar ik voorzitter van ben. Het Syndicaat van Vlaamse Huisartsen pleit immers reeds verschillende jaren voor een 'positieve conventie'. Een conventie die niet aanvaard wordt 'door niets te doen', maar waar je als arts actief te kennen geeft of je ze al dan niet aanvaardt. Het lijkt slechts een bijkomstigheid... Maar veronderstel even dat dit de regel wordt bij de volgende conventie, een conventie waarbij u nu al het voorrecht hebt om de voorbereidende gesprekken erover te voeren. Het zou kunnen betekenen dat we in de loop van 2015 voor het eerst echte cijfers hebben! Echte cijfers over het aantal huisartsen die een praktijk voeren in ons land. Meer nog zelfs: een kadaster met exacte aantallen over wie er als specialist nog geneeskunde uitoefent binnen het kader van de Riziv-reglementering! Het zou een ongekende luxe zijn dat we voor het eerst deze cijfers te zien krijgen! Het zou voor het eerst zijn dat we met dergelijke gegevens ook de echte noden aan zorg in kaart kunnen brengen! Want die zorg voor de patiënten: daar draait het toch om? Dat je meteen uw uitspraken over "ver-van-het-artsenbed" kunt relativeren... dat is dan slechts een bijkomstigheid.