...

De vorsers hebben het gen van het homing endonuclease I-PpoI ingevoerd in de Anophelesmug. Dat enzym klieft selectief ribosomale gensequenties van Anopheles gambiae die enkel op het X-chromosoom liggen. De auteurs zijn er dankzij een combinatie van eiwitengineering en moleculaire genetica in geslaagd om de activiteit van het potentieel toxische endonuclease te beperken tot de spermatogenese. Daardoor werd het X-chromosoom van de mannelijke muggen versnipperd, zodat het niet kon worden overgedragen op de volgende generatie. Dat resulteerde in volledig vruchtbare muggenstammen die larven voortbrengen die voor meer dan 95% van het mannelijke geslacht zijn. Bij proeven in een kooi hebben de auteurs ook ontdekt dat genetisch gewijzigde muggen paarden met hun niet-gemuteerde soortgenoten, met vorming van vruchtbare muggen die overwegend mannelijke larven voortbrachten en zo het gen overdroegen. Andere vaststelling: vanaf de eerste generatie van genetisch gewijzigde muggen daalde het aantal wijfjesmuggen dat malaria kon overdragen tot minder dan 10%, en na zes generaties waren er alleen nog maar mannetjesmuggen over. De techniek is dus doeltreffend gebleken in het laboratorium. Het zal evenwel niet makkelijk zijn om de publieke opinie te overtuigen van de gegrondheid van een strategie waarbij een genetisch gemodificeerde soort in de natuur wordt gebracht. (referentie: Nature Communications, 10 juni 2014, DOI:10.1038/ncomms4977)