Een lockdown. Politici, bedrijfsleven en de samenleving wilden het koste wat het kost vermijden. Toch is het weer zover, zij het in een wat fijnere vorm dan tijdens het voorjaar. Het sterk toegenomen aantal besmettingen, de overbelaste eerste lijn, de op hol geslagen ziekenhuisopnames en de enorme druk op de IZ-units maakten dit scenario onvermijdelijk.
Hadden artsen, verpleegkundigen én de bevolking er in maart goede moed in, dan is de sfeer nu wel anders. De donkere dagen staan voor de deur en het besef dringt door dat het einde van de tunnel nog niet in zicht is.
Loodzwaar is het nu, in de eerste plaats natuurlijk voor de zorg. Het afvlakken en naar beneden krijgen van de curves is dus de eerste en enige prioriteit. De acute targets zijn duidelijk: minder besmettingen, minder ziekenhuisopnames en minder mensen op intensieve zorg.
De donkere dagen staan voor de deur en het besef dringt door dat het einde van de tunnel nog niet in zicht is
Vaccinatie is allicht niet het wondermiddel dat ons uit deze dramatische situatie redt. Het kan natuurlijk wel soelaas bieden. Te vrezen valt echter dat de langetermijngevolgen van deze covid-19-pandemie zich nog jaren zullen laten voelen. Niet-dringende zorg wordt uitgesteld en de mentale gezondheid van de bevolking zwaar op de proef gesteld. Dat alles heeft impact op de volksgezondheid.
Daarbij blijft het niet. Het Federale Kenniscentrum vestigt in een recent rapport de aandacht op het weinig gekende Post Intensive Care Syndrome (PICS). Doordat meer patiënten dan ooit op IZ belanden, krijgt de gezondheidszorg - lees: de huisarts - de komende maanden en jaren een ware PICS-golf over zich heen. Heel wat ex-IZ-patiënten en hun familie kampen met lang aanslepende fysieke, psychische en cognitieve ongemakken.
Hoeveel kan de gezondheidszorg hebben? Hoe groot is het recuperatievermogen van artsen en zorgverleners? Blijven we verder doen zoals we bezig waren? Vragen die in deze fase van de pandemie niet aan de orde zijn, maar die post-covid des te prangender worden.